HomeMiddelengebruik en strafbaar gedrag17.2.2 Middelengebruik en geweld

17.2.2 Middelengebruik en geweld

Alcoholgebruik verhoogt onder bepaalde omstandigheden de kans op agressief gedrag: het drinken van vijf glazen alcoholische drank wordt bijvoorbeeld geassocieerd met een verhoogde kans dat de drinker als dader betrokken raakt bij een gewelddadig incident, zo kwam naar voren in een overzichtsstudie uit 2017 van (internationale) onderzoeken die tussen 2001 en 2015 zijn uitgevoerd ​[1]​. Deze uitkomst sluit aan bij eerdere onderzoeken ​[2,3]​. De overzichtsstudie concludeerde dat fors alcoholgebruik (intoxicatie) een cruciale rol speelt bij geweldsdelicten ​[3]​. Meer recente (in Nederland uitgevoerde) overzichtsstudies over de relatie tussen middelengebruik en geweld zijn niet beschikbaar. Daarom worden de oudere bronnen hieronder weergegeven.

Een literatuurstudie uit 2016 onderzocht het verband tussen het gebruik van (verschillende typen) drugs en agressief gedrag ​​[4]​​:

  • Gewelddadig of agressief gedrag kan optreden als effect van het gebruik, als onderdeel van onthoudingsverschijnselen na gebruik, door verhoogde impulsiviteit als gevolg van zwaar gebruik of doordat de gebruikte middelen een psychose of manie veroorzaken die dan weer kunnen leiden tot agressiever gedrag (al dan niet in combinatie met andere risicofactoren). De effecten kunnen ook in verband worden gebracht met afgenomen gevoeligheid voor sociale signalen (bijvoorbeeld het niet herkennen van gezichtsuitdrukkingen) of een toegenomen vatbaarheid om sociale signalen te interpreteren als bedreigend of uitlokkend.
  • Een causaal verband met gewelddadig of agressief gedrag na gebruik van alcohol, opiaten en synthetische stimulerende middelen (waaronder qat en synthetische cathinonen) is gevonden. Voor het verband tussen alcohol en agressief gedrag merken de onderzoekers op dat rekening moet worden gehouden met individuele variatie (bijvoorbeeld persoonskenmerken) en contextuele factoren (zoals provocatie).
  • De specifieke effecten verschillen per individu en zijn afhankelijk van de interactie tussen biologische en persoonlijke kenmerken van een individu en de omgeving (zie ook het onderzoek van Kuypers et al. ​[3]​).

De Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG), die op 1 januari 2017 in werking is getreden, maakt het mogelijk om verdachten van geweldsmisdrijven verplicht mee te laten werken aan een onderzoek naar het gebruik van alcohol en/of de drugs amfetamine, methamfetamine en cocaïne wanneer er een aanwijzing is voor geweldpleging onder invloed ​[5]​. Vanaf 1 juli 2017 is deze bevoegdheid landelijk toegepast. In het geval van een vermoeden van drugsgebruik geweldsmisdrijven (waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan) kan de politie een speekseltest afnemen, waarna bij een positieve uitslag een bloedonderzoek volgt om het drugsgebruik aan te tonen. Alcoholonderzoek kan daarnaast plaatsvinden middels een ademanalyse door de politie.

De bloedonderzoeken zijn de afgelopen jaren uitgevoerd door externe laboratoria. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) coördineert deze uitbesteding en registreert het aantal bloedonderzoeken in het kader van de WMG. Incidenten waarin uitsluitend een ademanalyse door de politie is uitgevoerd, zijn niet in de registraties van het NFI opgenomen.

  • Uit registraties van het NFI blijkt dat in 2023 door het NFI in totaal 632 onderzoeken in geweldszaken zijn uitgevoerd. In 2019-2022 was het aantal onderzoeken dat het NFI uitvoerde in augustus het hoogste (69 onderzoeken in 2022) en het laagste in februari (37 onderzoeken in 2022). Hierbij ging het zowel om alcoholonderzoeken en drugsonderzoeken als de onderzoeken waarbij getest wordt op een combinatie van alcohol en drugs. Sinds de invoering van de WMG steeg het totale aantal uitgevoerde onderzoeken (met uitzondering van een lichte daling in 2020). Deze onderzoeken worden uitgevoerd bij verdenking van gebruik van alcohol, drugs of een combinatie van alcohol en drugs.
  • In de periode 2019-2023 bestond de overgrote meerderheid van de onderzoeken van het NFI uit onderzoeken naar drugsgebruik of een combinatie van alcohol en drugs. Het aandeel gecombineerde alcohol- en drugstests is in die periode toegenomen van 49% in 2019 tot 58% in 2023. Het aandeel drugsonderzoeken is afgenomen van 46% in 2019 tot 39% in 2023. Het aandeel onderzoeken naar uitsluitend alcohol van het NFI is relatief klein: 5% in 2019 en 3% in 2023. Bij een vermoeden van alcohol kan immers ook een ademanalyse door de politie worden uitgevoerd en deze cijfers zijn niet opgenomen in de registraties van het NFI.
  • Uit een evaluatie van de WMG, op basis van processen-verbaal van de politie waarin de uitslag van afgenomen tests wordt geregistreerd, blijkt dat in de periode medio 2017 en 2020 in totaal 6.720 tests zijn afgenomen bij geweldsincidenten met (een vermoeden van) middelengebruik. Hierbij betrof het 5.308 uitgevoerde ademproeven en 1.412 afgenomen bloedonderzoeken. Ademproeven worden afgenomen bij een vermoeden van alcoholgebruik, terwijl bloedonderzoeken afgenomen worden bij een vermoeden van drugs of alcohol- en drugsgebruik. Het gaat voornamelijk om incidenten waarin sprake is van (een vermoeden van) eenvoudige mishandeling ​[6]​.
  • Bloedonderzoeken worden uitgevoerd wanneer de tests aangaven dat er mogelijk sprake is van het gebruik van één of meer van de in de WMG opgenomen drugs, wanneer een ademproef niet mogelijk is om gezondheidsredenen of wanneer er een vermoeden is van een combinatie van alcohol en drugs. Tussen 2017-2020 zijn 1.490 bloedonderzoeken aangevraagd, waarvan er 1.257 onderzoeken boven de grenswaarden lagen ​[6]​.
  • Het is mogelijk om deelname aan een onderzoek in het kader van de WMG te weigeren. Uit de evaluatie van de WMG bleek dat in de periode medio 2017-2020 het percentage weigeringen is toegenomen van 14% naar 20%. Het aandeel weigeringen is zowel bij ademanalyses als bij bloedonderzoeken toegenomen in deze periode ​[6]​.

Tabel 17.2.2 Totale aantal onderzoeken uitgevoerd door het NFI in het kader van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers, 2017-2023

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Van Amsterdam J, Niesink R. Geweld door alcohol en drugs (II) Alcohol, cocaïne, amfetamine en agressie. Vol. 13, Verslaving: tijdschrift over verslavingsproblematiek. 2017. p. 189–197.
  2. 2.
    Duke AA, Smith KMZ, Oberleitner LMS, Westphal A, McKee SA. Alcohol, drugs, and violence: A meta-meta-analysis. Psychology of violence. 2018;8(2):238–49.
  3. 3.
    Kuypers KPC, Verkes RJ, Van den Brink W, Van Amsterdam JGC, Ramaekers JG. Intoxicated aggression: Do alcohol and stimulants cause dose-related aggression? A review [Internet]. Vol. June 22, European Neuropsychopharmacology. Elsevier B.V.; 2018. Available from: https://doi.org/10.1016/j.euroneuro.2018.06.001
  4. 4.
    Ramaekers JG, Verkes RJ, van Amsterdam JCG, Van den Brink W, Goudriaan AE, Kuypers KPC, et al. Middelengebruik en geweld. Een literatuurstudie naar de relatie tussen alcohol, drugs en geweld. Maastricht/Nijmegen/Amsterdam; 2016.
  5. 5.
    Eerste-Kamer-der-Staten-Generaal . Wijziging van het Wetboek van strafvordering in verband met de introductie van de bevoegdheid tot bevelen van een  middelenonderzoek bij geweldplegers en enige daarmee samenhangende wijzigingen van de  Wegenverkeerswet 1994. Vols. 33799-A, vergaderjaar 2015-2016. ; 2016 p.
  6. 6.
    Kuppens J, Brouwer N, Ferwarda H. Beïnvloed geweld. Evaluatie Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG). Arnhem; 2022.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.