HomeCriminaliteit en overlast17.2.2 Verslavingsproblematiek onder justitiabelen

17.2.2 Verslavingsproblematiek onder justitiabelen

Aan middelen gerelateerde stoornissen in Forensische Zorg (FZ)

Justitiabelen kunnen binnen de Forensische Zorg (FZ) behandeling van verslavingsproblematiek ondergaan. Onder FZ wordt verstaan: geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijke gehandicaptenzorg in een strafrechtelijk kader. Hieronder vallen zowel ambulante, intramurale of verblijfszorg als trajecten met detentie. Tbs-trajecten behoren hier niet toe.

  • In 2021 had 30% van de gedetineerdenpopulatie binnen de FZ verslavingsproblematiek. Dat is vergelijkbaar met 2019. In 2020 was bij 33% van de gevangenispopulatie sprake van verslavingsproblematiek ​[1,2]​. In de periode 2012-2018 was dit aandeel redelijk stabiel rond 25% ​[3–5]​.
  • Het absolute aantal diagnoses van aan middelengebruik gerelateerde problematiek onder volwassen justitiabelen in de FZ nam af van 5.100 in 2017 naar 4.200 in 2019​​. Het aantal vaststellingen van stoornissen gerelateerd aan middelengebruik is niet bekend voor 2020 en 2021 ​[2,6]​​.
  • Onder justitiabelen die in de periode 2015-2017 uitgestroomd zijn uit de FZ is een aan middelen gebonden stoornis de meest gestelde hoofddiagnose: bij 28% is een aan een middel gebonden stoornis de primaire diagnose. Aan middelen gerelateerde problematiek kan bij een groter aandeel justitiabelen voorkomen, bijvoorbeeld in combinatie met een andere primaire diagnose ​​​[3]​.

Alcohol- en drugsproblematiek bij de gevangenispopulatie

In een systematische literatuurstudie uit 2021 is, aan de hand van Nederlands onderzoek naar de kenmerken van gedetineerden in de afgelopen 15 jaar, de aard, de omvang, de ernst en de samenhang van de problematiek van (deelpopulaties) gedetineerden in Nederland inzichtelijk gemaakt ​​[6]​. Daarbij zijn ook (problematisch) middelengebruik voorafgaand aan de detentie en verslavingsproblematiek in kaart gebracht. In deze studie is sprake van problematisch middelengebruik wanneer het gebruik leidt tot problemen in het dagelijks leven ​[6]​​. Uit de literatuurstudie blijkt het volgende.

  • Uit verschillende studies van de afgelopen 15 jaar bleek dat 12-14% van de volwassen gedetineerden in voorlopige hechtenis of reguliere detentie een problematisch alcoholgebruiker ten tijde van hun arrestatie of in het jaar dat aan detentie voorafging. Daarnaast rapporteerde 15-43% van de volwassen gedetineerden problematisch drugsgebruik voorafgaand aan de detentie, waarbij problematisch softdrugsgebruik vaker voorkwam dan problematisch harddrugsgebruik. Bij een relatief groot deel van de veelplegers kwam problematisch middelengebruik en verslavingsproblematiek voor ​​​[6]​.
  • Daarnaast toonden enkele studies uit de afgelopen 15 jaar ook aan dat volwassen gedetineerden in de leeftijd 25-44 jaar vaker kampten met problematisch alcohol- of drugsgebruik voorafgaand aan de detentie dan gedetineerden boven de 44 jaar. Verder kwam problematisch cannabisgebruik vaker voor onder mannen dan onder vrouwen en problematisch cocaïne-, opium- of sedativagebruik vaker voor onder vrouwen dan onder mannen ​​[6]​​.
  • Verder toonden verschillende studies uit de afgelopen 15 jaar dat 23% van de tbs-patiënten alcoholmisbruik rapporteerde ten tijde van de veroordeling of op het moment van het onderzoek. Van de tbs-patiënten rapporteerden 13% cannabismisbruik en 7% harddrugsmisbruik ten tijde van de veroordeling of op het moment van het onderzoek. Onder vrouwelijke tbs-patiënten leek middelenmisbruik vaker voor te komen dan bij mannen ​[6]​​.
  • In studies uit de afgelopen 15 jaar met betrekking tot de overige forensische psychiatrie rapporteerde 40% van de patiënten alcoholmisbruik, 46% cannabismisbruik en 17% harddrugsmisbruik. Daarbij ging het vooral om cocaïne ​​[6]​​. Deze cijfers hebben betrekking op gedetineerden met psychiatrische problematiek die in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) zitten.

Uit de registraties van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) over 2019 t/m 2021 blijkt dat in de gehele volwassen gevangenispopulatie gemiddeld de helft van de gedetineerden een verslaving heeft ​[7–9]​. Dit is in lijn met de bevindingen uit een studie van de Universiteit Leiden ​​[10]​​. Voor dit onderzoek zijn psychosociale criminogene factoren van gedetineerde mannen in kaart gebracht. De studie gaat uit van een representatieve steekproef (N= 2.079) van mannen die in de eerste helft van 2017 gedetineerd waren in Nederland. Daarbij is gebruikgemaakt van gegevens van de door de reclassering afgenomen ‘RISc 4.0’, een instrument dat zich richt op twaalf verschillende psychosociale domeinen die gerelateerd zijn aan het risico op recidive. Alcoholgebruik en drugsgebruik zijn twee van die twaalf domeinen. De RISc wordt ingevuld op basis van zowel zelfrapportage (interviews) als dossieranalyse. De resultaten van het onderzoek zijn samengevat in de onderstaande tabel.

Uit een andere studie bleek dat 70% van de tbs-gestelden een verslavingsstoornis (in remissie) had. Het gaat om de populatie tbs-gestelden die in de periode 2017-2019 langdurig in een tbs-instelling verbleef (meer dan 15 jaar) en waarvoor vanwege een behandelimpasse een zorgconferentie is georganiseerd, maar die niet in de Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) verbleef ​[11]​.

Tabel 17.2.1 Aandeel mannelijke gedetineerden met (ernstige) alcohol- en drugsproblematiek op basis van de RISc 4.0 (in 2017)

Drugsgebruik tijdens detentie

  • Door de DJI is in 2019 en 2020 een registratie van vondsten van smokkelwaar bijgehouden. Zie ook § 2.1.6.
  • In 2020 daalde het aantal keren dat contrabande werd binnengesmokkeld licht, van 4.567 in 2019 naar 3.948 in 2020. Dit komt mogelijk door het aangescherpte veiligheidsbeleid. Zo plaatste het gevangeniswezen extra hekken en netten bij instellingen. Daarnaast is het aantal drugs- en telefoonhonden verdubbeld, waardoor er meer controles met honden plaatsvinden. Het is echter ook aannemelijk dat de coronamaatregelen hebben geleid tot minder invoer van contrabande. Vóór de coronamaatregelen werd een groot deel van de contrabande in de bezoekzaal onderschept. Door de coronamaatregelen vond het bezoek echter plaats achter plexiglas, waardoor het minder goed mogelijk was om smokkelwaar via bezoekers over te dragen ​​​[3]​.
  • Het grootste deel van de aangetroffen smokkelwaar bestaat uit drugs, namelijk 66% in 2020. In het laatste kwartaal van 2020 is een stijging te zien. Dat kan samenhangen met dat gedetineerden hun smokkelmethoden hebben aangepast aan de coronamaatregelen, maar het kan ook liggen aan het gebruik van een nieuw registratiesysteem en het beter registreren in de loop van 2020 ​​[3]​​.

In de gevangenis vinden urinecontroles plaats om het gebruik van drugs te testen. Die controles worden steekproefsgewijs verricht. Daarnaast wordt ook getest op drugs als er aanwijzingen zijn voor drugsgebruik of als bij gedetineerden eerder drugsgebruik is geconstateerd. Het betreft dus geen aselecte steekproef (zie bijlage B11).

  • Uit registraties van DJI blijkt dat in 2021 bij afgerond 6% van de urinecontroles drugsgebruik bij gedetineerden is vastgesteld. Het gaat hierbij om 30.200 gevallen. In 2021 zijn in het totaal 550.000 urinecontroles uitgevoerd. Hierbij telt iedere controle op een substantie als één urinecontrole. Indien dus op drie verschillende substanties is getest, telt dit als drie urinecontroles.
  • In absolute zin is het aantal positieve testen in 2021 iets hoger dan in 2020. Het aandeel positieve urinetesten is in 2021 echter met afgerond 6% het laagst sinds de vanaf 2014 gevolgde metingen.
  • In 2020 werd bij eveneens ongeveer 6% van de urinecontroles drugsgebruik bij gedetineerden vastgesteld (29.500 gevallen). In 2019 was dit een kleine 8% (42.700 gevallen). In 2018 en 2017 was dat 9% en ging het om respectievelijk 33.800 en 31.500 gevallen. In 2016 stuitte men in circa 10% van de urinecontroles op drugsgebruik van gedetineerden (ongeveer 28.000 gevallen). De jaren daarvoor lag dat percentage iets lager: in 2014 op 9% en in 2015 op 8%.

Tijdens de duidingssessie in 2021 wezen experts van DJI en Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) erop dat het aandeel gedetineerden met verslavingsproblematiek waarschijnlijk groter is dan uit registraties blijkt. De experts wijzen erop dat in de registraties over verslavingsproblematiek sommige typen verslaving (bijvoorbeeld aan gokken) niet of beperkt worden opgenomen. Mogelijk zijn de registraties daardoor onvolledig. De verwachte onderrapportage van verslavingen wordt mogelijk mede veroorzaakt doordat verslavingszorg gedreven wordt door hulpvragen van gedetineerden. Zolang een gedetineerde zelf geen hulp zoekt, blijft de verslaving veelal buiten de registraties. Alcoholverslavingen komen volgens de experts overigens nauwelijks voor binnen detentie: als er voorafgaand aan detentie een alcoholverslaving was, wordt deze tijdens detentie veelal vervangen door een verslaving aan drugs of medicatie ​​[5]​​. In de duidingssessie in 2021 signaleerden de experts van DJI en SVG een aantal ontwikkelingen die mogelijk van invloed zijn op de recente registraties van drugsgebruik tijdens detentie ​​[5]​​:

  • In toenemende mate zijn er signalen dat tijdens detentie synthetische drugs gebruikt worden die in urine beperkt te detecteren zijn. Het gaat bijvoorbeeld om synthetische cannabinoïden.
  • Wijzigingen in drugscontroles zijn tijdens de coronapandemie mogelijk van invloed geweest op het aantal urinecontroles dat bij gedetineerden is afgenomen en het percentage positieve tests. De frequentie van urinecontroles bij justitiabelen met de verblijfstitel ‘Inrichting Stelselmatige Daders’ (ISD) lijkt bijvoorbeeld tijdens de coronapandemie verlaagd van wekelijks naar maandelijks.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    DJI. Infographic forensische zorg 2020 [Internet]. 2020. Available from: https://dji.nl/binaries/70558-JenV_DJI_infosheet_forensische_zorg_v3_HR_tcm41-366847.pdf
  2. 2.
    DJI. Infographic forensische zorg 2021 [Internet]. 2022. Available from: https://www.dji.nl/documenten/publicaties/2020/07/27/infographic-forensische-zorg
  3. 3.
    De Looff J, Van de Haar M, Van Gemmert N, Bruggeman M. DJI in getal 2013-2017: De divisies GW/VB en ForZo/JJI nader belicht. Den Haag: Ministerie van Justitie en Veiligheid, Dienst Justitiële Inrichtingen; 2018.
  4. 4.
    GGZ. Factsheet forensische zorg cijfers 2018, publicatienummer 2019-420. Amersfoort: GGZ Nederland; 2019.
  5. 5.
    DJI. Infographic forensische zorg 2019 [Internet]. 2019. Available from: www.forensischezorg.nl › files › %09infographic_forensische_zorg_2019
  6. 6.
    Appelman J, Dirkzwager A, Van der Laan P. Kenmerken van justitiabelen, een systematisch literatuuronderzoek. Amsterdam; 2021.
  7. 7.
    DJI. Infosheet gevangeniswezen 2021 [Internet]. 2022. Available from: https://www.dji.nl/over-dji/documenten/publicaties/2020/07/27/infographic-gevangeniswezen
  8. 8.
  9. 9.
    DJI. Infosheet gevangeniswezen [Internet]. 2020. Available from: https://dji.nl/binaries/70558-JenV_DJI_infosheet_gevangeniswezen_v4_tcm41-352270.pdf
  10. 10.
    Den Bak RR, Popma A, Nauta-Jansen L, Nieuwbeerta P, Jansen JM. Psychosociale criminogene factoren en neurobiologische kenmerken van mannelijke gedetineerden in Nederland. Leiden: Universiteit Leiden; 2018.
  11. 11.
    van der Wolf MJF, Reef J, Gunnink L, Hertzberger J, Doekhie JVOR. Binnen. Beeld. Buiten. Een evaluatie van zorgconferenties bij langverblijvers (15+) in de tbs. Universiteit Leiden; 2022.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.