HomeCriminaliteit en overlast17.2.4 Rijden onder invloed

17.2.4 Rijden onder invloed

Door de inwerkingtreding van Wet middelenonderzoek bij Geweldsplegers (WMG) in 2017 zijn veranderingen doorgevoerd in het Wetboek van Strafvordering en in de Wegenverkeerswet. Er zijn wettelijke limieten voor een aantal stoffen en een bepaling die de politie de bevoegdheid geeft om bij een verdenking van rijden onder invloed een speekseltest af te nemen geïntroduceerd. Deze speeksteltest wordt gebruikt als voorselectiemiddel. Bij een positieve uitslag van de speekseltest wordt bloed afgenomen en naar het Nederlands Forensische Instituut (NFI) gestuurd ter verificatie.

In vergelijking met andere middelen vergroot alcoholgebruik het risico op ernstige en dodelijke verkeersongevallen het meest, zelfs wanneer een bestuurder minder dan het wettelijk toegestaan promillage alcohol in het bloed heeft ​[1]​. Al vanaf 1 à 2 glazen alcohol is er een grotere kans op ongevallen. Daarbij geldt dat de kans op ongevallen exponentieel toeneemt bij een toename van het alcoholgehalte in het bloed ​[2–4]​. Naast alcohol verhoogt ook het gebruik van amfetamines, medicinale opioïden en de combinatie van verschillende soorten drugs door elkaar het risico op ongevallen aanzienlijk. Alcoholgebruik in combinatie met drugs verhoogt het risico op ongevallen het meest ​[3,5]​. Vergeleken met andere verdovende middelen is het risico op ongevallen in het verkeer het kleinst bij het gebruik van cannabis. Het gebruik van cocaïne en opiaten wordt niet met een verhoogd risico op ongevallen geassocieerd, omdat het gebruik geen negatieve invloed heeft op de rijgeschiktheid. Mogelijk heeft het gebruik wel invloed op zelf-perceptie, kritisch denkvermogen en het nemen van risico’s ​[2,3]​.

Alcohol in het verkeer

In Nederland is het rijden met een alcoholconcentratie in het bloed van 0,5‰ of hoger strafbaar (voor beginnende bestuurders geldt 0,2‰). In 2014 is rijden onder invloed van drugs in een apart artikel van de wet strafbaar gesteld, met grenswaarden voor een aantal drugs; dit is in 2017 geïmplementeerd.

Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) laat tweejaarlijks onderzoek uitvoeren naar rijden onder invloed van alcohol in Nederland. Het recentste onderzoek betreft de periode 2002-2019 ​[6]​. In samenwerking met de politie zijn alcoholcontroles uitgevoerd verdeeld over tien politieregio’s.

  • In 2019 werden ruim 10.000 blaastesten afgenomen in een aselecte steekproef van automobilisten die op vrijdagnacht (vrijdag op zaterdag) of zaterdagnacht (zaterdag op zondag) tussen 22.00 en 4.00 uur aan het verkeer deelnamen. Bij iedere automobilist werd verplicht een blaastest afgenomen. De blaastest is een voorlopige test waarmee bepaald kan worden of er een vermoeden van alcoholgebruik is. Wanneer er een vermoeden van alcoholgebruik is volgt een ademanalyse om te bepalen of de bestuurder daadwerkelijk de alcohollimiet overschreden heeft. Ter vergelijking: bij de vorige meting in 2017 zijn ruim 13.000 blaastesten afgenomen en in 2015 waren dat er nog ruim 15.000. Een verklaring voor de afname van het aantal blaastesten is het afnemende aanbod van automobilisten bij de alcoholcontroles waardoor er gemiddeld minder gecontroleerde bestuurders per meting zijn.
  • Op landelijk niveau is het aandeel bestuurders met een te hoge alcoholconcentratie in het bloed sterk toegenomen: van 1,4% in 2017 naar 2,3% in 2019 ​[6]​.
  • Op regionaal niveau waren in 2019 bestuurders het vaakst in overtreding in politie-eenheid Rotterdam, namelijk 5,5%. In 2017 was dat nog 1,6% ​[6]​.
  • Het aandeel bestuurders dat niet of nauwelijks had gedronken (minder dan 0,2‰), daalde licht, van 96,1% in 2017 naar 95,4% in 2019 ​[6]​.
  • Het aandeel zware alcoholovertreders (met een bloedalcoholgehalte van 1,3‰ of meer) steeg van 0,1% in 2017 naar 0,3% in 2019. Hiermee is het aandeel zware alcoholovertreders terug op het niveau in de periode 2011-2015 ​[6]​.
  • Mannelijke bestuurders reden vaker met te veel alcohol op dan vrouwelijke bestuurders, maar de verschillen zijn kleiner geworden in de periode 2002-2019. Mannelijke overtreders vielen meestal in de leeftijdsgroep 35-49 jaar. Binnen deze leeftijdsgroep is het aandeel mannelijke bestuurders dat te veel alcohol op heeft toegenomen; van 1,8% in 2017 naar 2,5% in 2019. Vrouwelijke overtreders vielen in 2019 (net als in 2017) meestal in de leeftijdscategorie 25-34 jaar. Binnen deze groep steeg het aandeel overtreders van 0,9% in 2017 naar 1,4% in 2019 ​[6]​.
  • Sinds 2015 zijn bestuurders op zaterdagnacht vaker in overtreding dan op vrijdagnacht. Op zaterdagnacht was 2,7% in overtreding (dat was 1,7% in 2017) en op vrijdag 1,9% (in 2017 was dat nog 1,2%). Naarmate de nacht vordert, zijn er meer bestuurders in overtreding. In 2019 waren tussen 2.00 en 4.00 uur de meeste bestuurders in overtreding (3,9%). In 2017 ging het om 2,5% tussen 2.00 en 4.00 uur ​[6]​.
  • De meeste overtreders hebben in een horecagelegenheid gedronken (50% in 2019, dit was in 2017 nog 45%). Ook het aandeel overtreders dat bij vrienden, kennissen of familie of elders drinkt is toegenomen (van 22% in 2017 naar 25% in 2019). In 2019 viel op dat bestuurders minder vaak zeiden dat ze op het werk, in een sportkantine/clubhuis of thuis hadden gedronken in vergelijking met 2017 (respectievelijk 5%, 2% en 10% tegenover 9%, 6% en 13%) ​[6]​.
  • Naarmate de te rijden afstand tot de eindbestemming dichterbij ligt, wordt er meer gedronken. Onder bestuurders die maximaal vijf kilometer moeten rijden, was het aandeel overtreders 4,4% in 2019 (was 3,6% in 2017). Onder bestuurders die meer dan 50 kilometer rijden is het aandeel overtreders afgenomen tot 1,1% (was 1,3% in 2017) ​[6]​.

Over verkeersongelukken waarbij alcohol in het spel is, is het volgende bekend:

  • Tussen 2016 en 2018 nam het aantal verkeersongelukken waarbij alcohol in het spel is toe: van 2.379 ongevallen in 2016 tot 2.731 in 2018. De politie zag in deze jaren het gebruik van (uitsluitend) alcohol in het verkeer juist teruglopen. Een mogelijke verklaring zou volgens de politie mogelijk kunnen liggen in de stijging van de combinatie van alcohol- en drugsgebruik in het verkeer ​[7]​.
  • In 2016 had de politie bij 178 mensen, die betrokken waren bij een verkeersongeluk, vastgesteld dat ze zowel alcohol als drugs of alcohol in combinatie met medicijnen hadden gebruikt. In 2018 betrof het ruim twee keer zo veel mensen (423) en in 2019 ging het tot en met eind september om 428 mensen ​[7]​.
  • De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) schat in dat in 2015 het aandeel ernstig gewonden in het verkeer dat was gerelateerd aan alcoholgebruik op 17% lag. Dat is ongeveer even groot als het geschatte aandeel in 2013​. Sinds 2015 zijn hierover geen recente data meer beschikbaar gesteld ​[6]​​.
  • Het aantal geregistreerde dodelijke slachtoffers van verkeersongelukken waarbij alcohol in het spel was, is in de periode 2016-2019 ruim verdubbeld. In 2019 zijn tot en met september 29 mensen bij aan alcoholgebruik gerelateerde verkeersongelukken overleden. In 2018 waren dat 36 verkeersdoden en in 2017 bedroeg het aantal 15 verkeersdoden. In 2016 vielen er, volgens registratie van de politie, 13 doden bij verkeersongelukken gerelateerd aan alcohol. Vooral willekeurige weggebruikers zijn omgekomen bij deze verkeersongelukken ​[7]​. Het SWOV verwacht dat het werkelijke aantal verkeersdoden door alcohol groter is dan de cijfers van de politie tonen. De reden hiervoor is dat het alcoholpromillage van overleden verkeersdeelnemers vaak niet wordt gemeten, omdat zij niet meer juridisch vervolgd kunnen worden ​[7]​.

Rijden onder invloed van alcohol en drugs

  • In 2021 maakte de politie 13.147 keer proces-verbaal op vanwege rijden onder invloed van drugs ​. Hiermee zet de stijgende trend van de afgelopen jaren door. In 2020 werd door de politie 11.994 keer een proces-verbaal opgemaakt voor rijden onder invloed van drugs. In de jaren daarvoor steeg het aantal proces-verbalen van 1.834 (2017) naar 5.462 (2018) en 9.942 (2019) ​[8]​. De stijging van de proces-verbalen heeft volgens de politie deels te maken met een vernieuwde werkwijze. Sinds 2017 werkt de politie met een speekseltest die een aanwijzing biedt over of een bestuurder mogelijk drugs heeft gebruikt. Voor 2017 werd hier nauwelijks op gecontroleerd ​[9]​. De politie constateerde onder andere aan de hand van de speekseltesten dat het om verschillende soorten drugs gaat: van cannabis en ecstasy tot cocaïne, amfetamine en lachgas ​[9]​. Het SWOV heeft geen recente cijfers van het aantal bestuurders dat onder invloed van drugs reed: het meest recente onderzoek komt uit 2011 ​[10]​.
  • Voor meer informatie over lachgas in het verkeer verwijzen we naar § 13.6.2.
  • Drugsonderzoeken werden bij het NFI aangevraagd voor een deel van de gevallen waarin de politie proces-verbaal opmaakte vanwege rijden onder invloed. Hoe groot dit aandeel was, is niet bekend.
  • Uit registraties van het NFI blijkt dat het aantal drugsonderzoeken en gecombineerde alcohol- en drugsonderzoeken dat vanwege een verdenking van rijden onder invloed door het NFI is uitgevoerd, sterk is gestegen in de periode 2015-2021. Gedurende de jaren 2019, 2020 en 2021 schommelde het aantal drugsonderzoeken tussen de 500 en 1.650 per maand. In de jaren 2019 en 2020 was het aantal drugsonderzoeken in juli het grootste, terwijl de piek in 2021 in de maand maart lag. Over de periode 2015-2018 zijn alleen jaarlijkse cijfers beschikbaar.
  • Bij een deel van de gecombineerde alcohol- en drugsonderzoeken betreft het, volgens experts in de duidingssessie van 2022, mogelijk de combinatie van cocaïne in combinatie met alcohol: zowel alcohol als cocaïne zijn uitgaansmiddelen, waarvan bekend is dat ze worden gecombineerd ​[11]​.
  • Naast de drugsonderzoeken zijn door het NFI alcoholonderzoeken uitgevoerd vanwege een verdenking van rijden onder invloed. Deze onderzoeken vormen een relatief klein deel binnen het totaal aantal onderzoeken naar middelengebruik in het verkeer (6% in 2021). In 2019 bereikte het aantal alcoholonderzoeken in juli en augustus een duidelijke piek. In 2020 en 2021 was het aantal alcoholonderzoeken gedurende deze maanden eveneens hoger dan in andere maanden maar minder hoog dan in het pre-coronajaar 2019.
  • In 2018, 2019 en 2020 werd een aanzienlijk deel van de drugsonderzoeken uitbesteed aan geaccrediteerde laboratoria (in het buitenland) wegens capaciteitsgebrek bij het NFI. Hierdoor geven de cijfers van het NFI geen volledig beeld van het totaal aantal drugsonderzoeken.
  • Bij ongeveer driekwart van de bloedonderzoeken uit 2018 werd positief op drugs getest, blijkt uit een dossierstudie waarin 100 politiedossiers uit de BVH zijn onderzocht ​[12]​ Het NFI schat, in hetzelfde onderzoek, dat ongeveer 90% van de bloedonderzoeken naar drugs positief was ​​​[12]​.

Figuur 17.2.3 Aantal drugsonderzoeken wegens rijden onder invloed door het NFI, 2015-2021

  • Het is daarnaast bekend hoe vaak door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), na een mededeling van de politie, een besluit is genomen om een onderzoek te starten naar de rijgeschiktheid van personen vanwege misbruik van drugs. Zo’n onderzoek wordt alleen gestart als sprake is van een positieve testuitslag. Echter, niet voor alle positief geteste personen wordt een rijvaardigheidsonderzoek gestart, dit gebeurt alleen als de politie nog andere kenmerken heeft genoteerd die erop wijzen of mogelijk sprake is van problematisch drugsgebruik.
  • In 2021 nam het CBR 3.893 keer een besluit om een onderzoek te starten naar de rijgeschiktheid van personen wegens mogelijk problematisch drugsgebruik. Dit is een daling ten opzichte van 2020. Toen nam het CBR 4.158 keer het besluit om een onderzoek te starten. In vergelijking met de jaren 2017-2019 zijn de cijfers wel hoger (3.600 in 2019, 1.500 in 2018 en 600 in 2017).
  • In 2021 zijn daarnaast 88 onderzoeken uitgevoerd wegens mogelijk problematisch alcohol- én drugsgebruik. Dit is een stuk meer dan in 2020 toen 5 onderzoeken werden uitgevoerd. Het relatief lage aantal onderzoeken in 2020 is, zo blijkt uit de duidingssessie van 2021, vermoedelijk veroorzaakt door de coronamaatregelen, zoals de avondklok en de sluiting van horecagelegenheden ​[13]​.
  • In de duidingssessie van 2021 heeft de expert van het CBR toegelicht dat uit registraties van het CBR blijkt dat in 2020 de stijgende trend in het aantal onderzoeken naar de rijgeschiktheid van personen wegens mogelijk problematisch drugsgebruik doorzette. Net als bij drugsonderzoeken wegens rijden onder invloed uitgevoerd door het NFI is deze trend zichtbaar sinds de invoering van de Wet middelenonderzoek in 2017 ​[13]​.

Verdachten van rijden onder invloed, maatregelen en straffen

  • In 2021 registreerde de politie 30.850 verdachten van rijden onder invloed van alcohol en/of drugs. Dat was een stijging van 8% ten opzichte van 2020. Voor zowel 2020 als 2021 gaat het om voorlopige cijfers ​[14]​.
  • Het aantal verdachten van rijden onder invloed van alcohol en/of drugs nam aanvankelijk af tussen 2012-2016. Na een stijging in 2017-2019 lijken de voorlopige cijfers te suggereren dat in de afgelopen twee coronajaren het aantal verdachten van rijden onder invloed stabiliseerde op het niveau van 2014 ​[15]​. Uit de duidingssessies in 2021 blijkt dat de trendbreuk in 2020 mogelijk samenhangt met de coronamaatregelen ​[13]​.

Tabel 17.2.2 Aandeel (%) geregistreerde verdachten rijden onder invloedI 2012-2021

  • Bij rijden onder invloed van alcohol en/of drugs volgt doorgaans zowel een strafrechtelijke als een bestuursrechtelijke reactie. Wanneer rijden onder invloed van alcohol wordt geconstateerd, is de reactie afhankelijk van het promillage alcohol in het bloed van de bestuurder. Wanneer tevens sprake is van een verkeersongeval met letsel door schuld, liggen de straffen aanmerkelijk hoger.
  • Strafrechtelijke afhandeling gebeurt door het OM of de rechter. In 2020 werden er minder beslissingen genomen door het OM in misdrijfzaken betreffende rijden onder invloed dan in 2019.
  • Het aantal keer dat het OM een onvoorwaardelijk beleidssepot heeft opgelegd voor rijden onder invloed is in 2021 sterk toegenomen ten opzichte van 2020 en 2019. Daarnaast heeft het OM in 2021 vaker een transactie aangeboden dan in 2020. Ook het aantal strafbeschikkingen is in 2021 gestegen ten opzichte van 2020. Alleen het aantal beslissingen is in 2021 gedaald in vergelijking met 2020 en 2019 ​[16,17]​.

Tabel 17.2.3 strafrechtelijke afhandeling van misdrijfzaken vanwege rijden onder invloed, 2019-2021

  • In 2021 werden door de rechter in eerste aanleg 6.615 zaken afgedaan voor het rijden onder invloed van alcohol en/of drugs. In 2020 betrof dit nog 8.695 zaken ​[17,18]​.
  • In de 6.615 afgedane misdrijfzaken in 2021 vonden 6.450 schuldigverklaringen plaats. Dat is ongeveer 98% van de zaken. Dit is vergelijkbaar met de percentages in 2020 en 2019 ​[17,18]​.

Tabel 17.2.4 Aantal afgedane misdrijfzaken rijden onder invloed door de rechter in eerste aanleg, 2012-2021

  • Bestuurlijke maatregelen voor rijden onder invloed van alcohol en/of drugs worden door het CBR opgelegd.
  • In 2021 was er een lichte daling ten opzichte van 2020 in het aantal meldingen dat het CBR ontving van de politie in verband met alcohol- en/of drugsovertredingen, gevaarlijk rijgedrag of door een vermoeden van ongeschiktheid om te rijden door een medische aandoening ​[19]​. Uit de duidingssessie in 2022 bleek dat de daling van het aantal meldingen mogelijk het gevolg is van beperkingen in capaciteit bij de politie voor handhaving op alcohol en drugs in het verkeer als gevolg van de coronamaatregelen. Daarnaast kan de afname van het aantal politiemeldingen in 2021, volgens experts in de duidingssessie van 2022, mogelijk verklaard worden door de tijdelijke sluiting van de horeca in het kader van de coronamaatregelen. Daardoor heeft middelengebruik mogelijk meer in de thuisomgeving, en daardoor minder zichtbaar in de openbare ruimte, plaatsgevonden ​[11]​.
  • In totaal werden minder maatregelen opgelegd door het CBR in 2021 ten opzichte van voorgaande jaren. Deze daling is bij alle maatregelen te zien, maar is het sterkst bij de cursussen alcohol en verkeer. In 2021 werd ongeveer 5.500 keer een cursus opgelegd, terwijl het in 2020 en 2019 om respectievelijk ongeveer 7.000 en 9.000 opgelegde cursussen ging ​[19]​. Uit de duidingssessies in 2021 blijkt dat deze trendbreuk mogelijk samenhangt met de coronamaatregelen ​[13]​.
  • Uit de duidingssessie in 2022 bleek dat voor de daling van het aantal opgelegd bestuurlijke maatregelen in 2021 meerdere mogelijke verklaringen zijn. Ten eerste is het mogelijk dat door een lagere prioriteit van alcohol- en/of drugsovertredingen, minder signaleringen binnen komen en daardoor ook minder maatregelen opgelegd kunnen worden. Ten tweede is het mogelijk dat de politie niet op alle soorten drugs test. In de duidingssessie werd geopperd dat nog veel jongeren onder invloed van lachgas rijden en daar zijn geen betrouwbare testen voor beschikbaar. Er is geen test om het brede scala van alle soorten drugs te testen, maar er moet steeds een keuze gemaakt worden waarop wordt getest ​[11]​.

Tabel 17.2.5 Bestuurlijke maatregelen voor rijden onder invloed opgelegd door het CBR , 2018-2020

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Garrisson H, Scholey A, Ogden E, Benson S. The effects of alcohol intoxication on cognitive functions critical for driving: A systematic review. Accident Analysis & Prevention. 2021;154:346–56.
  2. 2.
    Moskowitz, H., & Fiorentino, D. A review of the literature on the effects of low doses of alcohol on driving-related skills. Washington: Department of Transportation DOT, National Highway Traffic Safety Administration.; 2000.
  3. 3.
    Hels T, Bernhoft IM, Lyckegaard L, Houwing S, Hagenzieker M, Legrand S, et al. Risk of injury by driving with alcohol and other drugs. [DRUID: Driving under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines; 6th Framework programme. Deliverable 2.3.5.]. Brussel: European Commission; 2011.
  4. 4.
    Hels, T., Lyckegaard, A., Simonsen, K. W., Steentoft, A., & Bernhoft, I. M. Risk of severe driver injury by driving with psychoactive substances. Accident Analysis & Prevention. 2013. p. 346–356.
  5. 5.
    EMCDDA. New EMCDDA report reveals risks of substance use behind the wheel [Internet]. 2012. Available from: https://www.emcdda.europa.eu/news/2012/13_en
  6. 6.
    I&O Research. Rijden onder invloed in Nederland in 2006-2019: Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. Den Haag; 2021.
  7. 7.
    NOS. “Zorgwekkende toename”: aantal verkeersdoden door alcohol meer dan verdubbeld [Internet]. 2019. Available from: http://web.archive.org/web/20201118141859/https://nos.nl/artikel/2308458-zorgwekkende-toename-aantal-verkeersdoden-door-alcohol-meer-dan-verdubbeld.html
  8. 8.
    Politie. Meer mensen onder invloed van drugs achter stuur. 2022; Available from: https://www.politie.nl/nieuws/2022/mei/16/00-drugs-in-het-verkeer.html
  9. 9.
    Politie. Rijden onder invloed van drugs neemt toe [Internet]. 2020. Available from: https://www.politie.nl/nieuws/2020/juli/20/rijden-onder-invloed-van-drugs-neemt-toe.html
  10. 10.
    SWOV. Factsheet “Drugs en geneesmiddelen.” Den Haag: SWOV; 2020.
  11. 11.
    Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2022.
  12. 12.
    Abraham, M., Nauta, O., &Van Aalst, M. Evaluatie DIV. 2019.
  13. 13.
    Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2021.
  14. 14.
    CBS. Geregistreerde criminaliteit; soort misdrijf, regio [Internet]. 2022. Available from: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83648NED/table?ts=1650437650635
  15. 15.
    CBS. Geregistreerde criminaliteit; soort misdrijf, regio [Internet]. 2021. Available from: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83648NED/table?dl=53AC6
  16. 16.
    Meijer RF, Moolenaar DEG, Choenni R, Van den Braak SW. Criminaliteit en rechtshandhaving 2020. Cahier 2021-22. Den Haag: WODC, CBS, Politie, OM, Raad voor de rechtspraak; 2021 p. 1–190.
  17. 17.
    Meijer RF, Moolenaar DEG, Choenni R, Van den Braak SW. Criminaliteit en rechtshandhaving 2021. Cahier 2022-12. Den Haag; 2022.
  18. 18.
    CBR. Jaarverslag 2020. 2021.
  19. 19.
    CBR. Mailwisseling met Regioplan Beleidsonderzoek inzake NDM. 2022.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.