HomeGebruik: algemene bevolking5.2.2 Veranderingen in opioïdengebruik onder volwassenen

5.2.2 Veranderingen in opioïdengebruik onder volwassenen

Is het opioïdengebruik onder volwassenen veranderd?

In het kort: In 2024 is heroïnegebruik ooit in het leven en in het laatste jaar onder volwassenen niet veranderd in vergelijking met de vorige meting in 2022 of de eerste meting in 2015. Het gebruik van methadon en het gebruik van opioïde pijnstillers (ooit, laatste jaar) is tussen 2020 en 2024 niet veranderd. Ook het gebruik van opioïde pijnstillers (ook) zonder recept (laatste jaar, laatste maand) is tussen 2020 en 2024 niet veranderd.

Snel naar:
Heroïne
Methadon
Opioïde pijnstillers

Heroïne- en methadongebruik is niet veranderd

Het gebruik van heroïne is sinds de eerste meting in 2015 laag. Het percentage volwassenen dat ooit in het leven heroïne heeft gebruikt schommelde in de afgelopen jaren tussen de 0,3% en 0,5%. Het percentage gebruikers in het laatste jaar en in de laatste maand schommelde rond de 0,1%.

In 2024 is het percentage volwassenen dat ooit in het leven en in het laatste jaar methadon heeft gebruikt niet veranderd in vergelijking met de vorige meting in 2022. Ook vergeleken met de eerste meting in 2016 is in 2024 het percentage gebruikers ooit in het leven en in het laatste jaar ongeveer gelijk gebleven.

In gemarginaliseerde groepen is het aantal opioïdengebruikers (vooral heroïne en methadon) licht gedaald, lees daarover meer op deze pagina: Opioïden – Problematisch gebruik.

Gebruik van opioïde pijnstillers is niet veranderd

In 2024 is het percentage volwassenen dat ooit in het leven en in het laatste jaar opioïde pijnstillers heeft gebruikt niet veranderd in vergelijking met de vorige metingen in 2022 en 2020. Ook het percentage gebruikers van opioïde pijnstillers (ook) zonder recept (laatste jaar, laatste maand) is tussen 2020 en 2024 niet veranderd.

Als we kijken naar de afzonderlijke middelen, dan zien we dat het percentage volwassenen dat ooit in het leven oxycodon, fentanyl, buprenorfine, morfine, codeïne of hydromorfon heeft gebruikt in 2024 wel iets is gestegen vergeleken met 2020 en 2022 (14,3% versus 15,6%), terwijl het percentage gebruikers van tramadol in deze periode ongeveer gelijk bleef (9,2% versus 9,9%).  

Is het gebruik van heroïne, methadon en opioïde pijnstillers zonder doktersrecept onder verschillende groepen volwassenen veranderd?

Het aantal gebruikers van heroïne en methadon in de steekproef is te klein om verdere uitsplitsingen te maken naar geslacht, leeftijd, opleiding, stedelijkheid en herkomst. Het gebruik van opioïde pijnstillers zonder doktersrecept kan wel worden uitgesplitst naar deze demografische kenmerken.

Ten opzichte van de eerste meting in 2020 is het gebruik van opioïde pijnstillers in het afgelopen jaar in 2024 niet veranderd onder mannen en vrouwen, de verschillende leeftijdsgroepen en stedelijkheidsniveaus. Onder volwassenen met een hbo- of universitaire opleiding is het percentage in 2024 (5,4%) wel hoger dan in 2022 (4,2%) en 2020 (4,3%), terwijl het onder de overige opleidingsniveaus gelijk is gebleven. Bij volwassenen met een Nederlandse herkomst is het percentage tussen 2022 en 2024 toegenomen (van 6,1% naar 7,2%), en onder andere herkomstgroepen onveranderd gebleven.

Het gebruik van opioïde pijnstillers (ook) zonder doktersrecept in het laatste jaar is tussen 2020 en 2024 niet veranderd voor mannen en vrouwen, de verschillende leeftijdsgroepen, opleidingsniveaus, herkomstgroepen (gegevens beschikbaar vanaf 2022) en stedelijkheidsniveaus.

Landelijke cijfers over middelengebruik onder volwassenen

Landelijke prevalentiecijfers over middelengebruik onder volwassenen worden verzameld in de Leefstijlmonitor. De Leefstijlmonitor bestaat uit meerdere bronnen. Voor drugs gaat het om de Gezondheidsenquête (GE) en de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). Beide onderzoeken zijn representatief voor de volwassen Nederlandse bevolking. Zie voor meer informatie: Bijlage A.

De hoofdbron voor middelengebruik onder volwassenen van 18 jaar en ouder is de Gezondheidsenquête (GE). De GE wordt elk jaar uitgevoerd door het CBS. De gegevens over onder andere middelengebruik worden verzameld met een online vragenlijst of persoonlijk interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. Het gebruik van heroïne wordt sinds 2015 op vergelijkbare wijze uitgevraagd in de vragenlijst van de GE. In 2024 vulden 7.740 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de GE in.

Verdiepende gegevens over middelengebruik komen uit de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). De LSM-A Middelen is een aparte verdiepende vragenlijst die sinds 2016 om de twee jaar wordt uitgezet. De vragenlijsten worden meestal digitaal afgenomen, maar ook via een (telefonisch) interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. De LSM-A Middelen bevat naast de vragen over de middelen die in de GE worden meegenomen ook vragen over middelen zoals truffels, nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) en psychoactieve medicatie. Daarnaast worden sommige drugs, zoals cocaïne en crack, apart uitgevraagd, terwijl deze in de GE onder één categorie vallen. Ook worden aanvullende vragen gesteld over gebruiksfrequentie, aankooplocaties, gezondheidsproblemen en hulpzoekgedrag. In 2024 vulden 10.085 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de LSM-A Middelen in.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.