HomeOpioïden5.2 Gebruik: volwassenen

5.2 Gebruik: volwassenen

5.2.1 Kerncijfers en trends volwassen bevolking

Let op: Er zijn nieuwe kerncijfers over heroïnegebruik in 2023, deze zijn te vinden in de Kerncijfertabel Gezondheidsenquête. De gegevens worden later dit jaar verwerkt in de paragrafen, wanneer ook de aanvullende analyses en significantie toetsen zijn uitgevoerd.

In het kort: Ongeveer 0,3% van de volwassen Nederlanders heeft ooit heroïne gebruikt, dit komt neer op ongeveer 50 duizend mensen. Tussen 2015 en 2022 schommelde dit percentage tussen 0,3% en 0,5%. Van de volwassen Nederlanders had 19,5% ooit een sterke opioïde pijnstiller gebruikt, waarbij 14,1% ooit oxycodon, fentanyl, of buprenorfine had gebruikt en 9,1% ooit tramadol had gebruikt.  

Snel naar:

Deze paragraaf beschrijft kerncijfers over het gebruik van heroïne in de bevolking van 18 jaar en ouder op basis van de Gezondheidsenquête, jaarlijks uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het RIVM en het Trimbos-instituut. Aanvullende gegevens zijn afkomstig uit de tweejaarlijkse Aanvullende Module Middelen van de Leefstijlmonitor (LSM-A). Daar waar resultaten zijn opgenomen uit de LSM-A, wordt dit apart vermeld.

Kerncijfers over heroïnegebruik in de bevolking van 18 jaar en ouder zijn vanaf 2015 beschikbaar. Voor meer informatie over de Gezondheidsenquête zie bijlage A1 en voor meer informatie over de Leefstijlmonitor zie bijlage A2.

Kerncijfers 2022

Heroïne

Gebruik van heroïne komt niet veel voor onder de algemene bevolking. In 2022 rapporteerde 0,3% van de volwassen Nederlandse bevolking ooit heroïne te hebben gebruikt (zie onderstaande tabel). Dit komt neer op ongeveer 50 duizend mensen die ervaring hebben met heroïne. Het aantal gebruikers van heroïne in de steekproef is te klein om uitsplitsingen te maken naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en stedelijkheid. 

Deze cijfers zijn vermoedelijk een onderschatting, omdat (probleem)gebruikers van harddrugs in bevolkingsonderzoek ondervertegenwoordigd zijn. Mensen die opiaten gebruiken op een illegale manier en methadoncliënten komen in mindere mate terecht in steekproeven uit de algemene bevolking. Dit komt doordat een gedeelte van deze groep rondzwerft, in een (justitiële) instelling verblijft, of anderszins uit beeld is. Deze groep kan in kaart worden gebracht via andere methoden van onderzoek (zie § 5.3 en § 5.4). 

Sterke pijnstillers

In 2022 had, volgens de LSM-A, 19,5% van de volwassen Nederlandse bevolking ooit een sterke pijnstiller gebruikt, waarbij 14,1% ooit oxycodon, fentanyl, of buprenorfine had gebruikt en 9,1% ooit tramadol had gebruikt.

  • Het laatste-jaar-gebruik van een sterke pijnstiller lag op 6,2% en 2,4% had nog in de laatste maand gebruikt, dit komt neer op 830.000 laatste-jaar-gebruikers en 310.000 laatste-maand-gebruikers.
  • Van de volwassenen die in het afgelopen jaar een zware pijnstiller hadden gebruikt, had 56,9% het middel gedurende 30 dagen of minder gebruikt, 13,1% gedurende 31 dagen tot 3 maanden, 6,4% gedurende 3 tot 6 maanden en 23,7% had het middel langer dan 6 maanden gebruikt.
  • In het afgelopen jaar had 0,7% (ook) zonder recept een zware pijnstiller gebruikt en 0,2% in de afgelopen maand. Dit komt neer op 90.000 laatste-jaar-gebruikers en 30.000 laatste-maand-gebruikers van zware pijnstillers (ook) zonder recept.
  • Voor informatie over verstrekkingen van medische opioïden door openbare apotheken zie § 5.2.2

Trends in heroïnegebruik

Vanaf 2015 zijn jaarlijks vergelijkbare gegevens beschikbaar over het gebruik van heroïne in de algemene bevolking van 18 jaar en ouder (zie ook bijlage A1).

  • Het ooitgebruik van heroïne schommelde tussen 2015 en 2022 tussen 0,3% en 0,5%. 
  • Het percentage laatste-jaar-gebruikers en laatste-maand-gebruikers lag in deze jaren nooit hoger dan 0,1%. 

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.