HomeOpioïden5.7.3 Sterfte in Nederland

5.7.3 Sterfte in Nederland

Hoeveel mensen overlijden er door het gebruik van opioïden in Nederland?

In het kort: In 2023 overleden ten minste 178 mensen aan de directe gevolgen van het gebruik van opioïden. Het gaat hier zowel om sterfgevallen door heroïne als door sterke pijnstillers zoals oxycodon. De meeste mensen die overleden door opioïden waren man (73%) en een relatief groot deel was tussen de 50 en 64 jaar oud. In één op de drie sterfgevallen door opioïden ging het om suïcide. Het aantal mensen dat overlijdt door opioïden is in de afgelopen tien jaar gestegen.

Op welke manieren kunnen mensen overlijden door gebruik van opioïden?

Er zijn verschillende manieren waarop mensen kunnen overlijden door het gebruik van drugs. Soms is er een direct verband tussen het gebruik van een middel en het overlijden, bijvoorbeeld door een overdosis. Dit noemen we ook wel directe sterfte. Ook wanneer iemand overlijdt door een ziekte die veroorzaakt is door het gebruik van een middel, dan valt dit onder de directe sterfte. Het gaat hierbij meestal om stoornissen in middelengebruik, zoals verslaving en misbruik. Artsen die de doodsoorzaak registreren hebben echter niet altijd volledig zicht op wat er is gebeurd en of de persoon verslaafd was of drugs had gebruikt. Het gaat bij de registratie van de doodsoorzaken dus om een inschatting op basis van de kennis die een arts op dat moment heeft.  

Mensen kunnen ook overlijden door de indirecte gevolgen van drugsgebruik, bijvoorbeeld door de gevolgen van een infectie opgelopen door een besmette naald of door een ongezonde leefstijl bij verslavingsproblematiek. Dit noemen we indirecte sterfte. Er zijn geen recente schattingen beschikbaar voor de indirecte sterfte door drugsgebruik.

De gegevens op deze pagina gaan alleen over sterfgevallen die door artsen geregistreerd zijn als directe sterfte. Dit is dus een onderschatting van het totale aantal sterfgevallen gerelateerd aan drugs (zie ook: Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina). 

Hoeveel mensen overlijden er als direct gevolg van het gebruik van opioïden in Nederland?

In 2023 overleden ten minste 178 mensen door het gebruik van opioïden

In 2023 overleden ten minste 178 mensen van 15 jaar of ouder door opioïdengebruik. Dit komt neer op ongeveer 1,2 sterfgevallen per 100.000 inwoners in 2023. In totaal overleden er in 2023 ten minste 338 mensen door het gebruik van drugs. Meer dan de helft daarvan (52,7%) overleed dus door het gebruik van opioïden. Dit blijkt uit de registratiegegevens over de directe sterfte door drugsgebruik uit de Doodsoorzakenstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Met de Doodsoorzakenstatistiek worden onderliggende doodsoorzaken van alle overleden inwoners van Nederland verzameld. De doodsoorzakenverklaringen worden door artsen ingevuld en vervolgens door het CBS gecodeerd volgens de International Classification of Diseases (ICD-10) normen.

Deze sterfgevallen kunnen het gevolg zijn van het gebruik van heroïne of methadon, maar het kan bijvoorbeeld ook om gebruik van sterke pijnstillers gaan, zoals oxycodon of fentanyl. In 25 (14,0%) van de sterfgevallen door opioïden in 2023, werden specifiek heroïne (11) of methadon (14) genoemd. De overige 153 gevallen werden geregistreerd onder verzamelcategorieën. Onder deze verzamelcategorieën vallen verschillende soorten illegale en medicinale opioïden waarvoor geen specifieke ICD-code bestaat. Of opioïden waarvan het specifieke type niet door de arts is geregistreerd. Het grootste aantal viel in de categorie “overige natuurlijke of semi-synthetische opiaten” (zoals oxycodon of morfine, 124 gevallen), gevolgd door “opioïden” (sterfgevallen door stoornissen in middelengebruik, 17 gevallen) en “andere synthetische opioïden” (zoals fentanyl, 12 gevallen).

Tenslotte zijn er ook 88 sterfgevallen geweest waarbij het middel niet onder één van de bestaande ICD-10 codes viel of niet was gespecificeerd (bijvoorbeeld doordat de arts alleen “overdosering drugs” heeft genoteerd). Onder deze “overige” gevallen zouden mogelijk ook nog sterfgevallen door het gebruik van opioïden kunnen vallen. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen.

In één op de drie sterfgevallen door opioïdengebruik ging het om suïcide

In 97 sterfgevallen door opioïdengebruik (54%) ging het om een niet opzettelijke overdosis. In 59 gevallen (33%) ging het om een opzettelijke overdosis, oftewel een suïcide. In 5 gevallen (3%) ging het om een overdosis waarbij het niet duidelijk was wat de intentie was. In 17 (10%) gevallen werd de doodsoorzaak genoteerd als het gevolg van een stoornis in het gebruik van opioïden, zoals een verslaving. 

Vergeleken met de sterfgevallen door andere drugs dan opioïden gaat het bij de sterfgevallen door opioïden veel vaker om suïcide als doodsoorzaak (33% versus 6%). Bij de sterfgevallen door opioïden gaat het juist minder vaak om overlijden door een stoornis in middelengebruik dan bij de sterfgevallen door niet-opioïde drugs (10% versus 44%).

Bijna drie keer zoveel mannen als vrouwen overlijden door opioïdengebruik

In 2023 overleden ten minste 130 mannen (73%) en 48 vrouwen (27%) door opioïdengebruik. Als het gaat om niet-opioïde drugs is het aandeel vrouwen kleiner (14% van de 160 sterfgevallen).

Opioïden belangrijkste oorzaak van drugsgerelateerde sterfte onder jongeren

Een relatief groot deel van de doden door de directe gevolgen van het gebruik van opioïden vonden in 2023 plaats in de leeftijdsgroep 50-64 jaar. Er overlijden ook relatief veel 65-plussers door opioïdengebruik. Zo was 13% van de sterfgevallen door opioïden 65 jaar of ouder. Ter vergelijking, onder de sterfgevallen door andere drugs was dat 9%. Bijna twee derde (61%) drugsgerelateerde sterfgevallen van 65 jaar of ouder waren het gevolg van opioïdengebruik. Mogelijk gaat het hier voor een (groot) deel om voorgeschreven medicinale opioïden.

Daarnaast lijken opioïden juist ook een grote rol te spelen bij sterfte door drugsgebruik onder jongere mensen. Onder mensen van 20-34 was 69% van de sterfgevallen door drugs te herleiden tot opioïdengebruik

Aantal sterfgevallen door opioïden toegenomen in de afgelopen tien jaar

Tussen 2014 en 2023 steeg het aantal sterfgevallen door opioïden van 40 naar 178. Tussen 2022 (170) en 2023 (178) bleef het aantal sterfgevallen door opioïden ongeveer gelijk. Het totale aantal personen dat overleed door drugsgebruik steeg tussen 2014 en 2023, van 123 naar 338. Er is momenteel geen duidelijke verklaring bekend voor deze stijging in het aantal sterfgevallen door drugs- en opioïdengebruik. Veranderingen in de manier van registeren en een toename in het aantal toxicologische onderzoeken zouden de cijfers kunnen beïnvloeden. Maar ook veroudering van de drugsgebruikers en een toename in het gebruik van medicinale opioïden zoals oxycodon en fentanyl kunnen een rol spelen. Toekomstig onderzoek, via het speciaal register dat momenteel in ontwikkeling is, kan hierover meer helderheid verschaffen ​[1]​.

Aandeel jongvolwassenen dat overlijdt door opioïden sinds 2011-2015 weer toegenomen

Net zoals de gebruikers van heroïne en/of methadon steeds ouder worden, wordt ook het aandeel van de ouderen onder de sterfgevallen als direct van gevolg van het gebruik van opioïden groter.

Het aandeel oudere opioïdengebruikers van 65 jaar en ouder onder de sterfgevallen nam toe van 5% in de periode 1996-2000 naar 14% in de periode 2021-2023. Het aandeel jonge opioïdengebruikers nam op de lange termijn juist af. In de periode van 1996 tot en met 2000 was nog 44% jonger dan 35 jaar, vergeleken met nog maar 13% in de periode van 2011 tot en met 2015. Daarna leek het aantal jongere gebruikers onder de sterfgevallen door opioïden weer iets toe te nemen.

De manier van coderen van de doodsoorzaken is in 2013 veranderd (zie: Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina). Dit zou van invloed kunnen zijn op deze veranderingen in de tijd.

Het aandeel mannen onder de sterfgevallen door opioïdengebruik schommelt

Tussen 2014 en 2023 schommelde het percentage mannen onder de sterfgevallen door opioïdengebruik tussen de 61% en de 74%. Er is geen verklaring bekend voor deze schommeling. Mogelijk gaat het hier om een toeval door de relatief kleine aantallen.

Doodsoorzakenstatistiek CBS

Gegevens over de directe sterfte door drugsgebruik komen uit de Doodsoorzakenstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Met de Doodsoorzakenstatistiek worden de onderliggende doodsoorzaken van alle overleden inwoners van Nederland verzameld.

Na het overlijden van een persoon vult een arts een doodsoorzakenformulier in. De ingevulde doodsoorzaken krijgen codes toegewezen op basis van de International Statistical Classifcation of Diseases and Related Health Problems (ICD-10) van de World Health Organisation (WHO). Dit gebeurde tot en met 2012 handmatig door de medisch codeurs van het CBS. Vanaf 2013 worden de doodsoorzaken (deels) automatisch gecodeerd met behulp van een internationaal computerprogramma. Onder andere de niet natuurlijke doodsoorzaken worden nog steeds handmatig gecodeerd. De introductie van het automatisch coderen in 2013 had invloed op de statistiek, maar in hoeverre dit ook van invloed was op de cijfers over drugsgerelateerde sterfte is onbekend. Overlijdens door drugsgebruik vallen namelijk voornamelijk onder de niet natuurlijke doodsoorzaken. Vergelijkingen van gegevens van vóór en na 2013 moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd ​[2]​.

De selectie van de sterfgevallen door drugsgebruik wordt gedaan op basis van de Drug-Related Deaths Standard van het EUDA ​[3]​. Het EUDA heeft een lijst samengesteld met alle ICD-10 codes die wijzen op directe sterfte door drugsgebruik. Het gaat om vergiftigingen door drugs en alle psychische stoornissen en gedragsstoornissen door het gebruik van drugs (zoals verslaving).

Beperkingen van de Doodsoorzakenstatistiek voor de registratie van drugssterfte

De Doodsoorzakenstatistiek van het CBS is niet specifiek toegerust op het registreren van drugsgerelateerde sterfte, waardoor de gegevens voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd. 

Zo wordt er niet altijd toxicologisch onderzoek gedaan, en als dat wel wordt gedaan komen de resultaten niet altijd bij het CBS terecht. Daarnaast zijn er verschillen in de manieren waarop artsen druggerelateerde sterfte registreren op het doodsoorzakenformulier, waarbij de ene arts terughoudender is bij het benoemen van de causaliteit dan de ander. Ook zijn er relatief veel sterfgevallen waarbij een arts geen of een onbekende onderliggende doodsoorzaak opgeeft. Mogelijk is bij een aantal van deze gevallen wel sprake geweest van drugsgebruik. Hierdoor kunnen drugsgerelateerde sterfgevallen buiten de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS vallen.

Verder is er bij drugssterfte vaak sprake van het gebruik van meerdere middelen tegelijkertijd. In de doodsoorzakenstatistiek kan echter maar één middel als onderliggende doodsoorzaak worden genoteerd. Volgens de ICD-10 coderingsregels wordt er bij vergiftigingen met meerdere middelen (mengintoxicaties) met een voorrangslijst gewerkt, waardoor het meest schadelijke middel als doodsoorzaak wordt geregistreerd ​[4]​. Voor opioïden is dit minder relevant omdat opioïden als meest schadelijke middel bovenaan de voorrangslijst staan.  Mengintoxicaties waarbij opioïden een rol speelden worden daardoor altijd als sterfte door opioïden geregistreerd.

Tot slot zorgt de manier van coderen met het ICD-10 systeem ervoor dat er vaak weinig informatie beschikbaar is over welk specifiek middel is gebruikt, vanwege het gebruik van verzamelcategorieën ​[1]​.

Speciaal register

Momenteel is er een speciaal register in ontwikkeling om meer inzicht te verkrijgen in de drugsgerelateerde sterfte in Nederland ​[1]​.

Voor meer informatie, zie Bijlage B4.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Vercoulen E, Ceelen M, Dorn T, Buster M, Croes E, Van Laar M. Drugsgerelateerde sterfte in beeld: Onderzoek naar de praktijk van de detectie en registratie van drugsgerelateerde sterfte en ontwikkeling van een blauwdruk voor een speciaal register. Utrecht/Amsterdam: Trimbos-instituut/GGD Amsterdam; 2021.
  2. 2.
    P.P.M. Harteloh. Veranderingen in de doodsoorzakenstatistiek 2012–2013. CBS; 2016.
  3. 3.
    EMCDDA. Drug-Related Deaths (DRD) Standard Protocol, version 3.2 2009: EMCDDA standard protocol for the EU Member States to collect data and report figures for the Key indicator DRD by the Standard Reitox templates: EMCDDA project CT.02.P1.05 [Internet]. Lisbon: European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction; 2009. Available from: file:///Users/dominiquelopez/Downloads/DRD Standard Protocol version 3.2.pdf
  4. 4.
    ICD 10. International statistical classification of diseases and related health problems. 10th revision. Volume 2. Instruction manual. Fifth edition. World Health Organization; 2016.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.