HomeAlcohol11.7.2 Sterfte

11.7.2 Sterfte

In het kort: Alcoholgebruik is een belangrijke oorzaak van vroegtijdige sterfte. De alcoholgerelateerde sterfte is hoger onder mannen dan onder vrouwen. Belangrijke oorzaken van alcoholgerelateerde sterfte zijn psychische ziekten gerelateerd aan alcohol, een beroerte en kanker.

De alcoholgerelateerde sterfte werd in de NDM Jaarberichten tot en met 2017 in kaart gebracht op basis van de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS. Door wijzigingen in de methoden is de Doodsoorzakenstatistiek sinds 2013 echter minder toereikend voor een totaaloverzicht van de alcoholsterfte. Daarom worden sinds 2018 als primaire bron schattingen van het RIVM beschreven, waarmee in 2018 is begonnen in het kader van de Volksgezondheid Toekomstverkenningen (VTV) ​[1]​. Deze schattingen worden als belangrijkste bron gezien voor de cijfers over alcoholgerelateerde sterfte in Nederland, omdat deze gebruik maken van de laatste Nederlandse cijfers over sterfte en alcoholgebruik.

De schattingen van het RIVM maken gebruik van gegevens over alcoholgebruik uit de Gezondheidsenquête 2021 en de relatieve risico’s zoals beschreven in een rapport van de Gezondheidsraad uit 2015 ​[2]​. Voor de relatie tussen alcoholgebruik en diabetes type 2 en dikkedarmkanker worden de relatieve risico’s uit de Global Burden of Disease Study (GBD) 2016 gebruikt ​[3]​​. Sinds 2021 worden de ICD-codes X45 en Y15 niet meer meegenomen in de categorie ‘Psychische en gedragsstoornissen’.

Schatting alcoholsterfte RIVM

De schattingen van de alcoholgerelateerde sterfte vanaf 2019 van het RIVM zijn gebaseerd op een andere methode dan in de voorafgaande jaren. De geschatte alcoholgerelateerde sterfte vanaf 2019 is daarom niet vergelijkbaar met de schattingen van 2017 en 2015. Zie voor meer informatie over de gebruikte methodes bijlage B4.

  • Het aantal alcoholgerelateerde sterftegevallen wordt in 2021 geschat op 2.390 (marges: 1.890–3.850). Dat is 1,4% van de totale sterfte. Een beroerte, psychische ziekten en kanker zijn belangrijke oorzaken van alcoholgerelateerde sterfte ​[1]​.
  • In de schatting van het RIVM is een beschermend effect gevonden van matig alcoholgebruik op sterfte aan coronaire hartziekten onder mannen (zie onderstaande tabel). Dit betekent niet dat wordt geadviseerd om alcohol te drinken, mede vanwege een aantal methodologische kanttekeningen. Zie voor meer uitleg § 11.7.
  • Het aantal alcoholgerelateerde sterftegevallen werd in 2020 geschat op 2.500 (marges: 1.900–3.900, 1,5% van de totale sterfte) en in 2019 op 2.400 (marges: 1.900–3.900, 1,6% van de totale sterfte). 
  • In 2017 stierven er volgens de schatting van het RIVM 1.906 mensen aan de gevolgen van alcoholgerelateerde ziekten. Vanwege bovengenoemde wijzigingen in de schattingsmethode is deze schatting niet te vergelijken met de schattingen sinds 2019. Het aantal sterfgevallen uit het peiljaar 2015 is ook niet één op één te vergelijken met het aantal uit 2017. Dit komt door een verschil in ICD-10 codes die meegeteld zijn onder “psychische stoornissen en gedragsstoornissen”. Zie voor meer uitleg ​[4]​.

Tabel 11.7.1          Sterfgevallen onder mannen en vrouwen van 20 jaar en ouder, die toe te wijzen zijn aan
alcoholgebruik, uitgaande van elf alcoholgerelateerde aandoeningenI.

Doodsoorzakenstatistiek CBS

De Doodsoorzakenstatistiek van het CBS rapporteerde tot en met 2012 de alcoholsterfte op basis van een optelsom van primaire en secundaire alcoholsterfte. Bij de primaire sterfte gaat het vooral om een acute dodelijke overdosis en om de sterfte aan alcoholgerelateerde ziekten, waarbij alcohol expliciet als doodsoorzaak is vermeld. Bij de secundaire sterfte gaat het bijvoorbeeld om dodelijke ongelukken onder invloed van alcohol. Tussen 2008 en 2012 schommelde de totale alcoholsterfte rond een gemiddelde van 1.713 gevallen per jaar (zie onderstaande figuur) ​[5]​. In deze periode lag de secundaire sterfte steeds hoger dan de primaire sterfte.

In 2013 is de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS overgegaan op automatische codering van de doodsoorzaken, waardoor de primaire alcoholsterfte vanaf 2013 niet rechtstreeks vergeleken kan worden met de primaire alcoholsterfte uit de voorgaande jaren. Door de automatische codering is de alcoholsterfte meer zichtbaar geworden in de primaire alcoholsterfte ​[6,7]​. Voor de secundaire alcoholsterfte kunnen vanaf 2013 geen betrouwbare gegevens meer worden gerapporteerd (CBS, persoonlijke communicatie, 26-02-2015; bijlage B4).

Volgens de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS stierven in 2021 in totaal 991 mensen door alcohol als primaire doodsoorzaak. Dat is meer dan in 2013 (844 gevallen) (zie onderstaande figuur). In 2021 is een wijziging opgetreden in de selectie van ICD-codes die de primaire alcoholsterfte bepalen; voor het eerst is ICD code K85.2 (alcohol geïnduceerde pancreatitis) meegenomen, dit betrof 20 gevallen.

  • Bij alcohol als primaire doodsoorzaak in 2021 ging het in 54,3% (538/991) van de gevallen om psychische stoornissen en gedragsstoornissen door het gebruik van alcohol en ging het in 45,7% (453/991) van de gevallen om ziekten, aandoeningen en vergiftiging door alcohol. Deze verdeling is redelijk stabiel gebleven over de jaren.
  • De primaire alcoholsterfte kwam het meest voor in de leeftijdsgroep van 55 tot en met 69 jaar (zie figuur hieronder).
  • De meeste overledenen waren man (75,4%, 747/991).
  • De bijdrage van alcoholgebruik aan de sterfte wordt niet altijd herkend. Bovenstaande cijfers geven daardoor een onderschatting van het werkelijke aantal. Om deze reden presenteren we ook de schatting van de alcoholgerelateerde sterfte door het RIVM (zie hierboven).

Figuur 11.7.1        Sterfte aan alcoholgerelateerde aandoeningen, vanaf 2009

Figuur 11.7.2        Primaire sterfte door alcohol onder mannen en vrouwen per leeftijdsgroep. Peiljaar 2019

Internationaal onderzoek

Naast de nationale schattingen zijn er in het afgelopen jaar internationale onderzoeken uitgebracht naar de alcoholgerelateerde sterfte, waarin ook een aparte schatting voor Nederland is opgenomen. Deze schattingen zijn echter tot stand gekomen op basis van andere methoden en wijken daarom af van de schattingen van het RIVM. De verschillen in methoden betreffen onder andere het aantal ziektes dat is meegenomen en de berekening van het risico op de ontwikkeling van ziekte bij blootstelling aan alcohol.

  • In januari 2020 bracht de WHO een rapport uit waarin een schatting werd gemaakt van de alcoholgerelateerde sterfte in landen wereldwijd in 2016, waaronder Nederland ​[8]​. De door de WHO toegepaste methode voor de schatting is echter anders dan die door het RIVM wordt toegepast. De WHO berekende dat 4.945 mensen in Nederland stierven aan de gevolgen van alcohol (marges: 3.850-6.794).
  • In oktober 2020 volgde de Global Burden of Disease studie, waarin alcoholgerelateerde sterfte in Nederland in 2019 werd geschat op 7.570 (marges: 6.200-9.120) ​[9]​. Ook de in deze studie gebruikte methode verschilt aanzienlijk van de methode die door het RIVM wordt gehanteerd. Een voorbeeld is dat de gegevens die door de RIVM worden gebruikt specifieker zijn voor de Nederlandse situatie dan de schattingen door de WHO en de GBD.
  • Er zijn aanwijzingen dat licht alcoholgebruik ook beschermend kan werken en sterfte kan voorkómen ​​​[10]​, zoals we ook zagen in de schattingen van het RIVM hierboven. Dit beschermende effect geldt met name voor sterfte aan coronaire hartziekten. Echter, omdat alcoholgebruik meer sterfte veroorzaakt dan sterfte voorkomt, is er geen reden om alcoholgebruik te adviseren. Zie voor meer informatie § 11.7.

Alcoholdoden in het verkeer

Er zijn in Nederland geen betrouwbare en actuele gegevens beschikbaar over het aandeel verkeersslachtoffers dat gerelateerd is aan alcohol ​[11]​. Er is in ziekenhuizen en bij de politie een onvolledige registratie van alcoholgebruik onder verkeersslachtoffers, waardoor de officiële gegevens een onderschatting zijn.

  • In 2015 vielen naar schatting 12%-23% van de verkeersdoden in Nederland als gevolg van alcohol in het verkeer. De schatting over 2015 komt uit op 75 tot 140 verkeersdoden als gevolg van alcohol ​[11]​. In totaal overleden in dit jaar 621 mensen ten gevolge van een verkeersongeval. In 2013 lag het percentage op hetzelfde niveau (11%-24%).
  • Volgens gegevens van de Nederlandse politie waren er 36 geregistreerde dodelijke slachtoffers door alcohol in het verkeer in 2018 en 29 geregistreerde slachtoffers in 2019 (tot en met september). Dit aantal geregistreerde dodelijke slachtoffers is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2016 (15) en 2017 (13) ​[12]​. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) verwacht dat het werkelijke aantal verkeersdoden door alcohol groter is dan de cijfers van de politie tonen. De reden hiervoor is dat het alcoholpromillage van overleden verkeersdeelnemers vaak niet wordt gemeten.
  • Op basis van het LIS is een schatting gemaakt van het aantal verkeersslachtoffers op de spoedeisende hulp dat alcohol en/of drugs had gebruikt: 6%. Lees er meer over in § 11.6.3.
  • Zie voor meer informatie over alcohol in het verkeer § 2.3.2 Alcoholbeleid in het verkeer en § 17.2.4 Rijden onder invloed.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018: Een gezond vooruitzicht. Synthese. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; 2018.
  2. 2.
    Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2015. Den Haag: Gezondheidsraad; 2015.
  3. 3.
    GBD 2016 Alcohol Collaborators. Alcohol use and burden for 195 countries and territories, 1990-2016: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2016. Vol. 392, Lancet (London, England). GBD 2016 Alcohol Collaborators; 2018. p. 1015–1035.
  4. 4.
    Van Laar MW, Beenakkers EMT, Cruts AAN, Ketelaars APM, Kuin MC, Meijer RF, et al. Jaarbericht van de Nationale Drug Monitor 2019. Utrecht: Trimbos-instituut; 2021.
  5. 5.
    Centraal Bureau voor de Statistiek . Alcohol- en drugssterfte, 2019 [Internet]. CBS.nl. 2020 [cited 2020 Oct 14]. Available from: https://web.archive.org/web/20201014130914/https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2020/42/alcohol-en-drugssterfte-2019
  6. 6.
    Harteloh P, Van Hilten O, Kardaun J. Het automatisch coderen van doodsoorzaken: Een nieuwe werkwijze bij de doodsoorzakenstatistiek. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek; 2014.
  7. 7.
    Harteloh P. Verschuivingen in de doodsoorzakenstatistiek bij de introductie van het automatisch coderen. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek; 2014.
  8. 8.
    Shield K, Manthey J, Rylett M, Probst C, Wettlaufer A, Parry CDH, et al. National, regional, and global burdens of disease from 2000 to 2016 attributable to alcohol use: a comparative risk assessment study [Internet]. Vol. 5, The Lancet Public Health. The Author(s). Published by Elsevier Ltd. This is an Open Access article under the CC BY 4.0 license; 2020. p. e51–e61. Available from: http://dx.doi.org/10.1016/S2468-2667(19)30231-2 https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S2468266719302312
  9. 9.
    Murray CJL, Aravkin AY, Zheng P, Abbafati C, Abbas KM, Abbasi-Kangevari M, et al. Global burden of 87 risk factors in 204 countries and territories, 1990–2019: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2019 [Internet]. Vol. 396, The Lancet. 2020. p. 1223–1249. Available from: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0140673620307522
  10. 10.
    Rehm J, Rovira P, Llamosas-Falcón L, Shield KD. Dose–Response Relationships between Levels of Alcohol Use and Risks of Mortality or Disease, for All People, by Age, Sex, and Specific Risk Factors [Internet]. Vol. 13, Nutrients. 2021. p. 2652. Available from: https://www.mdpi.com/2072-6643/13/8/2652
  11. 11.
    SWOV. Rijden onder invloed van alcohol: SWOV-factsheet. Den Haag: SWOV; 2018.
  12. 12.
    NOS. “Zorgwekkende toename”: aantal verkeersdoden door alcohol meer dan verdubbeld [Internet]. 2019. Available from: http://web.archive.org/web/20201118141859/https://nos.nl/artikel/2308458-zorgwekkende-toename-aantal-verkeersdoden-door-alcohol-meer-dan-verdubbeld.html

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.