HomeTabak12.4.2 Roken onder jongeren internationaal

12.4.2 Roken onder jongeren internationaal

Hoe verhoudt het roken onder jongeren in Nederland zich tot andere landen in Europa?

In het kort: In 2024 had gemiddeld 32% van de 15-16-jarige scholieren uit de ESPAD-landen ooit sigaretten gerookt en 44% rookte ooit e-sigaretten, met Hongarije en Slowakije als koplopers. Het roken van sigaretten of e-sigaretten lag in Nederland (respectievelijk 26% en 39%) onder dit gemiddelde. Het roken van sigaretten ooit in het leven onder 15-16-jarige Europese scholieren is in de afgelopen decennia gehalveerd, terwijl het roken van e-sigaretten juist is gestegen. 

Snel naar:
Sigaretten
E-sigaretten
Sigaretten en/of e-sigaretten

Roken van sigaretten onder 15-16-jarige scholieren in Nederland lager dan gemiddeld

In 2024 had gemiddeld 32% van de 15-16-jarige scholieren uit 37 ESPAD-landen ooit in het leven sigaretten gerookt, en 18% rookte sigaretten in de laatste maand. Van de scholieren rookte gemiddeld 14,3% dagelijks sigaretten, dat wil zeggen ten minste één sigaret per dag in laatste maand ​[1]​. Het gemiddelde is berekend over de deelnemende landen, zonder rekening te houden met verschillen in bevolkingsomvang. Zie ook: ‘Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina’.

Het roken ooit in het leven was het hoogst in Hongarije (51%) en Slowakije (46%), en het laagst op Malta (16%) en in IJsland (13%). Nederland scoorde met 26% onder het gemiddelde.

Het roken in de laatste maand was het hoogst in Hongarije en Kroatië (allebei 32%) en Bulgarije en Slowakije (allebei 29%), en het laagst in Zweden (8,2%) en IJsland (4,2%). Nederland scoorde met 15% iets onder het gemiddelde.

Dagelijks roken in de laatste maand kwam het meest voor in Bulgarije en Kroatië (allebei 20%) en Hongarije (19%), en het minst in Monaco en Zweden (allebei 1,9%) en IJsland (0,8%). Nederland scoorde met 5,9% onder het gemiddelde.

Weinig verschil in het roken van sigaretten in Europa tussen jongens en meisjes

In 2024 was in de ESPAD landen het percentage 15- en 16-jarige scholieren dat sigaretten rookt iets hoger onder jongens dan onder meisjes (ooit 32% versus 31% en laatste maand 18% versus 17%). Ook in Nederland waren de verschillen tussen jongens (24%) en meisjes (28%) klein. In Bulgarije lag het roken ooit in het leven bijna anderhalf keer zo hoog onder meisjes (46%) als onder jongens (33%). In Kosovo, Georgië, Moldavië, de Faeröer eilanden en Oekraïne was het roken ooit in het leven juist hoger onder jongens dan onder meisjes.

Ook wat betreft het dagelijks roken waren de verschillen tussen jongens en meisjes in de meeste landen relatief klein (≤2 procentpunt), ook in Nederland. In 8 landen lag het percentage scholieren dat dagelijks rookt meer dan 2 procentpunten hoger onder jongens dan onder meisjes. In 4 landen lag het percentage meer dan 2 procentpunten hoger onder meisjes dan onder jongens.

Slowaakse en Kosovaarse scholieren beginnen het vaakst op jonge leeftijd met het roken van sigaretten

In 2024 had in de ESPAD-landen gemiddeld 15% van de 15-16-jarige scholieren op hun 13e levensjaar of eerder al eens sigaretten gerookt, en 3,6% rookte al dagelijks sigaretten. Roken op 13-jarige leeftijd of eerder kwam het vaakst voor in Slowakije (24%) en Kosovo (23%), en het minst vaak in Malta (7,1%) en IJsland (6,4%). Nederland scoorde met 8% ruim onder het gemiddelde.

Dagelijks roken op 13-jarige leeftijd of eerder kwam het vaakst voor in Bulgarije (8,7%), Kosovo en Slowakije (allebei 6,6%), en het minst vaak in Frankrijk (1,4%), op de Faeröer eilanden en in Liechtenstein (allebei 1,2%). Nederland scoorde met 1,9% ruim onder het gemiddelde.

Deense scholieren vinden sigaretten makkelijker verkrijgbaar dan andere Europese scholieren

In 2024 vonden gemiddeld ruim vijf op de tien (55%) 15-16-jarige scholieren uit de ESPAD-landen dat ze ‘vrij gemakkelijk’ of ‘heel gemakkelijk’ aan sigaretten konden komen. Scholieren in Denemarken vinden sigaretten het makkelijkst verkrijgbaar: 76% zegt dat ze ‘vrij gemakkelijk’ of ‘heel gemakkelijk’ aan sigaretten konden komen. Nederland scoorde met 53% iets onder het gemiddelde.

Roken van sigaretten onder scholieren in Europa sinds 1995 gehalveerd

Voor de trends over de tijd zijn de cijfers gemiddeld over 32 landen die voor minstens vier peiljaren (waaronder 2024) gegevens hebben. Tussen 1995 en 2024 is het roken van sigaretten ooit in het leven gehalveerd van 68% naar 32%. De grootste daling vond plaats tussen 2019 en 2024, namelijk een daling van 10 procentpunten. De landen met de grootste daling waren de Faeröer eilanden, Ierland, IJsland en Zweden.

Ook het roken in de laatste maand is met 18% in 2024 lager vergeleken met de eerste meting in 1999 (33%). Het hoogste percentage werd gemeten in 1999 (36%), waarna het is gedaald.

Het aandeel jongeren dat dagelijks rookt, daalde van 20% in 1995 naar 7,9% in 2024. De piek lag in 1999-2003 (23%).

In Nederland zien we vergelijkbare trends.

Het gebruik van een e-sigaret onder 15-16-jarige scholieren in Nederland lager dan gemiddeld

In 2024 had gemiddeld 44% van de 15-16-jarige scholieren uit de ESPAD-landen ooit in het leven een e-sigaret gebruikt, en 22% gebruikte een e-sigaret in de laatste maand. Gemiddeld 8,9% gebruikte in de laatste maand dagelijks een e-sigaret ​[1]​. Het gemiddelde is berekend over de deelnemende landen, zonder rekening te houden met verschillen in bevolkingsomvang. Zie ook: ‘Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina’.

Het gebruik van een e-sigaret ooit in het leven was het hoogst in Hongarije (57%) en Slowakije (56%), en het laagst op Malta (26%) en in Portugal (22%). Nederland scoorde met 39% onder het gemiddelde.

Het gebruik van een e-sigaret in de laatste maand was het hoogst in Polen (36%) en Servië (34%), en het laagst op de Faeröer eilanden (6,5%) en in Portugal (6,4%). Nederland scoorde met 22% op een gedeelde elfde plaats, gelijk aan het gemiddelde.

Dagelijks gebruik van een e-sigaret in de laatste maand kwam het meest voor in Polen (20%), Tsjechië, Servië en Slovenië (alle drie 15%), en het minst in Noorwegen (2,1%) en op de Faeröer eilanden (1,5%). Nederland scoorde met 8,4% iets onder het gemiddelde.

Weinig verschil in Europa in het gebruik van een e-sigaret tussen jongens en meisjes

In 2024 was in de ESPAD-landen het percentage 15- en 16-jarige scholieren dat ooit een e-sigaret heeft gebruikt iets hoger onder meisjes (46%) dan onder jongens (41%), met het grootste verschil in Malta (32% onder meisjes versus 19% onder jongens). Ook in Nederland was het gebruik van een e-sigaret ooit in het leven hoger onder meisjes (43%) dan onder jongens (36%). In Kosovo lag het gebruik van een e-sigaret ooit in het leven bijna anderhalf keer zo hoog onder jongens (51%) als onder meisjes (39%).

Ook het gebruik van een e-sigaret in de laatste maand lag hoger onder meisjes (25%) dan onder jongens (19%). Dit was ook in Nederland het geval (28% onder meisjes versus 17% onder jongens). In 16 landen waren de verschillen tussen jongens en meisjes klein (≤5% procentpunt). In Georgië was het gebruik van een e-sigaret in de laatjes maand juist hoger onder jongens (18%) dan onder meisjes (11%)

Wat betreft het dagelijks gebruik van een e-sigaret zijn de verschillen tussen jongens en meisjes in 13 landen relatief klein (≤2 procentpunt). In 23 landen lag het percentage meer dan 2 procentpunten hoger onder meisjes dan onder jongens. Dit was ook in Nederland het geval (9,9% onder meisjes en 6,9% onder jongens). Alleen in Georgië lag het percentage scholieren dat dagelijks rookt meer dan 2 procentpunten hoger onder jongens (4,2%) dan onder meisjes (1,2%).

Slowaakse en Kosovaarse scholieren beginnen het vaakst op jonge leeftijd met het gebruik van een e-sigaret

In 2024 had in de ESPAD-landen gemiddeld 16% van de 15-16-jarige scholieren op hun 13e levensjaar of eerder als eens een e-sigaret gebruikt, en 3,9% gebruikte al dagelijks een e-sigaret. Het gebruik van een e-sigaret op 13-jarige leeftijd of eerder kwam het vaakst voor in Estland (33%) en Litouwen (31%), en het minst vaak in Montenegro (7,4%) en Portugal (5,4%). Nederland scoorde met 8,9% ruim onder het gemiddelde.

Dagelijks gebruik van een e-sigaret op 13-jarige leeftijd of eerder kwam het vaakst voor in Litouwen (8,7%) en Estland (8,6%), en het minst vaak in Montenegro (1,2%) en op de Faeröer eilanden (0%). Nederland scoorde met 2,8% ruim onder het gemiddelde.

Deense en Noorse scholieren vinden e-sigaretten makkelijker verkrijgbaar dan andere Europese scholieren

In 2024 vonden gemiddeld zes op de tien (60%) 15-16-jarige scholieren uit de ESPAD-landen dat ze ‘vrij gemakkelijk’ of ‘heel gemakkelijk’ aan e-sigaretten konden komen. Scholieren in Denemarken en Noorwegen vinden e-sigaretten het makkelijkst verkrijgbaar: respectievelijk 82% en 79% zegt dat ze ‘vrij gemakkelijk’ of ‘heel gemakkelijk’ aan e-sigaretten konden komen. Nederland scoorde met 64% iets boven het gemiddelde.

Gebruik van e-sigaretten onder scholieren in Europa sinds 2019 gestegen

Voor de trends over de tijd zijn de cijfers gemiddeld over 32 landen die voor minstens vier van de zeven peiljaren (waaronder 2024) gegevens hebben. Het aandeel jongeren uit deze landen dat ooit e-sigaretten had gebruikt was in 2024 (43%) iets hoger vergeleken met de vorige meting in 2019 (41%). Het aandeel jongeren dat in de laatste maand e-sigaretten had gebruikt, was in 2024 (22%) fors hoger vergeleken met 2019 (14%).

Gebruik van sigaretten en/of e-sigaretten onder 15-16-jarige scholieren in Nederland lager dan gemiddeld

Als we kijken naar het gebruik van sigaretten en/of e-sigaretten, dan zien we dat gemiddeld 47% van de 15-16-jarige scholieren uit de ESPAD-landen in 2024 ooit in het leven sigaretten en/of e-sigaretten heeft gebruikt, en 28% gebruikte sigaretten en/of e-sigaretten in de laatste maand. Gemiddeld 14% gebruikte in de laatste maand dagelijks een sigaret en/of e-sigaret. Het gemiddelde is berekend over de deelnemende landen, zonder rekening te houden met verschillen in bevolkingsomvang. Zie ook: ‘Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina’.

Het gebruik van sigaretten en/of e-sigaretten ooit in het leven was het hoogst in Hongarije (61%) en Slowakije (60%), en het laagst in IJsland (30%), Portugal en op Malta (allebei 28%). Nederland scoorde met 41% onder het gemiddelde.

Dagelijks gebruik van sigaretten en/of e-sigaretten in de laatste maand kwam het meest voor in Hongarije en Bulgarije (allebei 25%) en Kroatië (24%), en het minst op de Faeröer eilanden (5%) en in Noorwegen (3%). Nederland scoorde met 11% iets onder het gemiddelde.

Gebruik van sigaretten en/of e-sigaretten ooit in het leven onder scholieren in Europa sinds 2019 iets gedaald, dagelijks gebruik iets gestegen

Voor de trends over de tijd zijn de cijfers gemiddeld over 32 landen die voor minstens vier van de zeven peiljaren (waaronder 2024) gegevens hebben. Het aandeel jongeren uit deze landen dat ooit sigaretten en/of e-sigaretten had gebruikt was in 2024 (47%) iets lager vergeleken met de vorige meting in 2019 (53%). Het aandeel jongeren dat dagelijks sigaretten en/of e-sigaretten had gebruikt, was in 2024 (14%) juist iets hoger vergeleken met 2019 (12%).

Vragenlijstonderzoek onder scholieren in Europa: ESPAD

De cijfers op deze pagina zijn afkomstig uit het ESPAD-onderzoek (European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs). Dit is de grootste internationale studie naar middelengebruik onder scholieren van 15-16 jaar in Europa. Het onderzoek wordt sinds 1995 elke vier jaar uitgevoerd in ongeveer 40 landen.

In 2024 is het ESPAD-onderzoek voor de achtste keer uitgevoerd ​[1]​. In totaal namen 113.882 scholieren van 15-16 jaar uit de ESPAD-landen deel aan het onderzoek. In elk land verzamelden onderzoeksteams gegevens met dezelfde vragenlijst en methode, al waren er kleine verschillen tussen landen, bijvoorbeeld in de afnamemethode: digitaal, op papier of mixed-mode. Dankzij de geharmoniseerde aanpak is het middelengebruik tussen de deelnemende landen goed vergelijkbaar.

Nederland doet sinds 1999 mee aan het ESPAD-onderzoek. De Nederlandse dataverzameling wordt uitgevoerd door het Trimbos-instituut en vindt tegelijkertijd plaats met het Peilstationsonderzoek scholieren. In Nederland deden 1.893 scholieren mee aan het onderzoek. 

Beperkingen van het ESPAD-onderzoek

Het ESPAD-onderzoek kent enkele beperkingen. Hoewel het onderzoek in alle deelnemende landen op eenzelfde manier wordt uitgevoerd, zijn er soms beperkingen in de representativiteit van de steekproef en kan de interpretatie van vragen verschillen tussen culturen en landen. In landen waar een sterk stigma rondom drugsgebruik heerst, geven scholieren daarnaast mogelijk minder eerlijk antwoord over hun gebruik, wat kan leiden tot een onderschatting van het werkelijke niveau van drugsgebruik. Daarnaast wordt het onderzoek niet in alle 51 Europese landen uitgevoerd, waardoor de gegevens geen volledig beeld geven van het middelengebruik onder 15- en 16-jarige scholieren in heel Europa. Ook is er bij de berekening van de gemiddelde percentages geen rekening gehouden met verschillen in bevolkingsomvang. Elk land telt even zwaar mee.

Zie voor meer informatie over het ESPAD-onderzoek: www.espad.org.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    ESPAD-groep. Belangrijkste bevindingen van het Europees Scholierenonderzoek naar alcohol en andere drugs 2024 (ESPAD) [Internet]. Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA) ; 2025. Available from: https://www.euda.europa.eu/publications/data-factsheets/espad-2024-key-findings_nl

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.