HomeTabak12.5 Hulpvraag

12.5 Hulpvraag

Vormen van hulp

Om te stoppen met roken kan men een beroep doen op de verslavingszorg, of kan men proberen op eigen kracht te stoppen, eventueel ondersteund door zelfhulpmaterialen. Daarnaast wordt voor hulpvragen onder meer een beroep gedaan op huisartsen, particuliere aanbieders van stopondersteuning en rookstoppoli’s van ziekenhuizen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is daarbij bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van Stoppen-met-rokenprogramma’s voor de kwaliteitsnormen, de tarieven en de transparantie over de zorg ​[1]​. Met de Zorgstandaard Tabaksverslaving is daarbij een stap gezet op weg naar structurele inbedding van de behandeling van tabaksverslaving en roken in de gezondheidszorg ​[2]​.

Stoppogingen, stopondersteuning en hulpmiddelen

De Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS in samenwerking met het RIVM en het Trimbos-instituut heeft in 2020 onderzocht hoeveel procent van de rokers een serieuze stoppoging heeft gedaan ​[3]​. Er is pas sprake van een serieuze stoppoging, zodra men er in is geslaagd om 24 uur of langer te stoppen met roken. Het doen van stoppogingen is daarbij een onderdeel van het deelakkoord Roken van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) (zie § 2.2.1).

  • In 2020 had van de rokers van 18 jaar en ouder 35,6% een serieuze stoppoging gedaan ​[3]​.
  • Laagopgeleide rokers deden minder vaak een serieuze stoppoging (30,4%), vergeleken met middelbaar opgeleiden (36,3%) en hoogopgeleiden (40,9%).
  • Het percentage rokers dat een serieuze stoppoging deed was het hoogst onder de 25-34-jarigen (42,1%) en was het laagst onder de rokers van 35 jaar en ouder (33,5%).

In Het Grote Uitgaansonderzoek (HGU) 2020 ​[4]​ is het middelengebruik in kaart gebracht van 4.824 uitgaande jongeren en jongvolwassenen van 16-35 jaar die in het afgelopen jaar tenminste één keer een festival of club hebben bezocht. De gegevens werden tussen 28 april en 19 mei 2020 verzameld via een online vragenlijst (zie § 12.3.6).

  • Van de uitgaanders dacht iets meer dan de helft (53,6%) dat af en toe tabak roken nogal of erg schadelijk is, en 99,2% dacht dat het roken van één of meer pakjes per dag nogal of erg schadelijk is ​[4]​. Een relatief grote groep (46,4%) was dus van mening dat af en toe roken geen kwaad kan. Van de rokers vond 52,3% zelf dat zij te vaak rookten.
  • Bijna één op de vijf (18,7%) van de uitgaanders dacht dat één of twee keer een e-sigaret gebruiken nogal of erg schadelijk is ​[4]​.
  • Van de rokers onder de uitgaanders wilde 55,8% minderen, wilde 50,4% stoppen, en had 40,6% in het afgelopen jaar een serieuze stoppoging gedaan ​[4]​. Van de dagelijkse rokers wilde 76,1% minderen en wilde 57,2% stoppen. Van de niet-dagelijkse rokers wilde 43,0% minderen en wilde 42,2% stoppen. Van de stoppers had bijna iedereen (95,7%) het langer dan 24 uur volgehouden om niet te roken. Van alle rokers had 11,7% hulp gezocht bij het stoppen met roken, voornamelijk via een stoppen met roken app (5,5%), of via familie, vrienden of kennissen (4,4%).

Internationale vergelijking

Het International Tobacco Control (ITC)-project heeft in 2016 in acht Europese landen een vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar stoppogingen door rokers (zie onderstaande tabel). Daarbij is ook onderzocht in welke mate stoppers gebruik hebben gemaakt van hulpmiddelen ​[5]​.

Tabel 12.5.1         Stoppogingen door rokers in de laatste 12 maanden, stopadvies gegeven door hulpverleners en gebruik e-sigaret als stopmethode in acht Europese landen, 2016                             

  • Stoppogingen kwamen het meest voor in het Verenigd Koninkrijk en het minst in Hongarije. Van de rokers in het Verenigd Koninkrijk deed 46,3% een stoppoging in het afgelopen jaar. Nederland staat op de tweede plaats: 31,5% van de rokers heeft een stoppoging gedaan. Dit is iets lager dan de 38,1% uit de Gezondheidsenquête 2016 ​[6]​. Ook de stopintenties waren het hoogst in het Verenigd Koninkrijk.
  • Volgens de respondenten (rokers) geven hulpverleners in Nederland in vergelijking met andere landen aan hun patiënten niet zo vaak een stopadvies.
  • Het gebruik van de e-sigaret als middel om te stoppen met roken is met name in het Verenigd Koninkrijk en Nederland redelijk populair. Overigens is er geen bewijs gevonden dat de e-sigaret als zodanig daadwerkelijk helpt om te stoppen met roken ​[7]​.

Stoptober in Nederland

Vanaf 2014 wordt elk jaar in Nederland de campagne ‘Stoptober, 28 dagen niet roken!’ georganiseerd. Dit is een campagne met het doel om rokers te stimuleren om 28 dagen te stoppen met roken en daarvoor massale steun te organiseren. Stoptober werd voor het eerst in 2012 in het Verenigd Koninkrijk georganiseerd en is vervolgens een nieuw internationaal stopmoment geworden, naast 1 januari. In 2021 ging in Nederland de jaarlijkse Stoptober campagne van start op donderdag 2 september 2021 ​[8]​. In de media werd de campagne onder de aandacht gebracht door de Bekende Nederlanders Hans Klok en Patricia Paay ​[9]​.

  • De Nederlandse Stoptober campagne van 2016 had meer dan 53.000 deelnemers. Een evaluatieonderzoek liet positieve effecten zien ​[10]​. Van de respondenten was bij het begin van de campagne 35,2% een zware roker en was 20,4% een zwaar verslaafde roker. Gemiddeld rookten de deelnemers 15,9 sigaretten per dag. Na drie maanden was 71,8% van de respondenten gestopt met roken. De stoppercentages waren hetzelfde voor de verschillende leeftijdsgroepen, voor mannen en vrouwen en voor opleidingsniveaus.
  • Zowel onder de stoppers als onder de blijvende rokers werden gunstige veranderingen gevonden in rokengerelateerde stress, sociale niet-roken norm, sociale druk, zelfvertrouwen in vermogen om te stoppen, gewoontegedrag en roker identiteit ​[11]​.
  • In 2020 was Stoptober bekend bij 84% van de rokers en was bijna 9% van de rokers van plan om mee te doen ​[12]​.

Het bespreken van (stoppen met) roken door Nederlandse zorgverleners

Uit de meest recente cijfers van de LSM-A komt naar voren dat er nog ruimte is voor verbetering van de rol van zorgverleners bij het stoppen met roken ​[13]​. Van de rokers van 18 jaar en ouder die in 2016 aangaven minimaal één zorgverlener te hebben bezocht in de afgelopen 12 maanden, ontving volgens eigen zeggen 33,1% een stopadvies.

  • Bijna drie kwart (72,2%) van alle rokers kwam in 2016 bij de huisarts, maar slechts met een kwart (23,8%) tot een derde van deze rokers werd (stoppen met) roken besproken. In 2020 vond een online onderzoek plaats onder de huisartsenpraktijken uit een representatieve steekproef van 36 gemeenten in Nederland ​[14]​. Van deze huisartsen gaf 10% een stopadvies aan vrijwel alle rokende patiënten.
  • Ruim de helft (57,1%) van de zwangere rokers rapporteerde dat de verloskundige een stopadvies had gegeven. Het aantal respondenten in deze survey was laag (in totaal hebben 81 rokende respondenten de verloskundige gecontacteerd).
  • Medisch specialisten werden bezocht door 43,4% van de rokers, waarvan 22,4% een stopadvies ontving.
  • Van de rokers die in de afgelopen 12 maanden een tandarts hadden bezocht (73,7%), ontving 18,0% een stopadvies.

Het gebruik van ontwenningsmiddelen in 2020

  • Bij anti-rook preparaten gaat het om nicotine-vervangers in de vorm van kauwgom, pleisters, capsules, tabletten en dragees. De omzet op de Nederlandse markt van anti-rook preparaten steeg tussen 2019 en 2020 met 18,1% van 28,170 miljoen euro naar 33,281 miljoen euro ​[15]​. Van de 33,281 miljoen euro die werd besteed in 2020 werd 10,917 miljoen euro besteed aan kauwgom, 11,127 miljoen aan pleisters, 8,951 miljoen aan capsules, tabletten en dragees, en werd 2,286 miljoen euro besteed aan overige anti-rook preparaten.
  • De meest gebruikte stoppen-met-roken medicijnen zijn bupropion (Zyban) en varenicline. Dit zijn receptgeneesmiddelen. Van bupropion zijn twee verschillende geneesmiddelen geregistreerd, elk met een aparte indicatie: Zyban en Wellbutrin. Alleen Zyban is geregistreerd voor gebruik bij stoppen met roken en wordt niet vergoed uit het basispakket, terwijl Wellbutrin geregistreerd is als antidepressivum en wel wordt vergoed uit het basispakket.
  • Volgens cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) is het aantal gebruikers van beide middelen na 2011 flink afgenomen (zie onderstaande tabel). Het hoge aantal gebruikers in 2011 kan worden verklaard uit het feit dat in 2011 het gebruik van deze middelen voor het eerst werd vergoed door de zorgverzekeraars als de gebruiker ervan deelnam aan een erkend integraal stoppen-met-roken-programma. In 2012 bestond die vergoeding niet meer, maar vanaf 2013 weer wel ​[16]​.

Tabel 12.5.2        Aantal gebruikers van varenicline en bupropion (Zyban), 2011-2020I

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Stcrt.2018-45703. Regeling stoppen-met-rokenprogramma. Den Haag: Rijksoverheid; 2018.
  2. 2.
    Partnership-Stop-met-Roken. Zorgstandaard Tabaksverslaving 2019. Utrecht: Partnership Stop met Roken; 2019.
  3. 3.
    Bommelé J, Willemsen M. Factsheet: Kerncijfers roken 2020. Utrecht: Trimbos-instituut, Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging; 2021.
  4. 4.
    Monshouwer K, Van Miltenburg CJA, Van Beek RJJ, Den Hollander W, Schouten F, Blankers M, et al. Het Grote Uitgaansonderzoek 2020: Uitgaanspatronen, middelengebruik, gezondheid en intentie tot stoppen of minderen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Utrecht: Trimbos-instituut; 2021.
  5. 5.
    Hummel K, Nagelhout GE, Fong GT, Vardavas CI, Papadakis S, Herbeć A, et al. Quitting activity and use of cessation assistance reported by smokers in eight European countries: Findings from the EUREST-PLUS ITC Europe Surveys. Vol. 16, Tobacco Induced Diseases. 2018. p. 1–17.
  6. 6.
    Van Laar MW, Van Ooyen-Houben M, Meijer R, Croes E, Ketelaars A, van der Pol P. Nationale Drug Monitor: Jaarbericht 2016. Utrecht: Trimbos-instituut; 2016.
  7. 7.
    Hedman L, Galanti MR, Ryk L, Gilljam H, Adermark L. Electronic cigarette use and smoking cessation in cohort studies and randomized trials: A systematic review and meta-analysis. Vol. 7, Tobacco Prevention & Cessation. 2021. p. 62.
  8. 8.
    Stoptober.nl. Stoptober 2021 [Internet]. 2021. Available from: https://web.archive.org/web/20210811233033/https://stoptober.nl/.
  9. 9.
  10. 10.
    Troelstra SA, Harting J, Kunst AE. Effectiveness of a large, nation-wide smoking abstinence campaign in the Netherlands: A longitudinal study. Vol. 16, International Journal of Environmental Research and Public Health. 2019.
  11. 11.
    Troelstra SA, Kunst AE, Harting J. “Like you are fooling yourself”: How the “stoptober” temporary abstinence campaign supports Dutch smokers attempting to quit. Vol. 19, BMC Public Health. BMC Public Health; 2019. p. 1–10.
  12. 12.
    Troelstra S, Bommelé J, Willemsen M. Fatsheet: Stoptober 2020: Hoe denken Nederlandse rokers over Stoptober, stoppen met roken en de coronacrisis? Utrecht: Trimbos-instituut, Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging; 2020.
  13. 13.
    Springvloet L, Van Laar MW. Factsheet: Roken onder volwassenen: Kerncijfers 2016. Utrecht: Trimbos-instituut; 2017.
  14. 14.
    Willemse E, Van Westen-Lagerweij N, Troelstra S, Van Aerde M, Willemsen M. Stoppen-met-rokenzorg in de huisartsenpraktijk: Een verkenning naar de stand van zaken [Internet]. 2021. Available from: https://web.archive.org/web/20210901142832/https://www.trimbos.nl/docs/01136f63-8332-4cfd-9c43-3f6f4eb21ffb.pdf.
  15. 15.
    IQVIA-Nederland. Anti-rookmiddelen Zelfzorg Markt: [2021/09/06]: Voorbereid voor: Trimbos Instituut. Amsterdam: IQVIA Nederland; 2021.
  16. 16.
    Verbiest ME, Chavannes NH, Crone MR, Nielen MM, Segaar D, Korevaar JC, et al. An increase in primary care prescriptions of stop-smoking medication as a result of health insurance coverage in the Netherlands: population based study. Vol. 108, Addiction. 2013. p. 2183–2192.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.