HomeKetamine14.6.2 Incidenten

14.6.2 Incidenten

Hoe vaak komen ketaminegerelateerde gezondheidsincidenten voor?

In het kort: Er is geen landelijk dekkende registratie van drugsgerelateerde incidenten, daardoor weten we niet hoeveel drugsgerelateerde incidenten er in Nederland zijn. Van de geregistreerde drugsgerelateerde incidenten was in 2023 bij ongeveer een op de twaalf ketamine gebruikt. Bij het merendeel van deze ketamine-incidenten was ketamine in combinatie met een of meer andere drugs gebruikt. In 2024 stond ketamine op de vijfde plek in de top 10 van drugs met de meeste informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum. Het aantal informatieverzoeken over ketamine is ten opzichte van 2023 gestegen.

Het exacte aantal drugsgerelateerde incidenten is niet bekend

We weten niet precies hoeveel drugsgerelateerde incidenten er landelijk zijn. We kunnen wel iets zeggen over met welke drugs er relatief vaak incidenten zijn, hoe dit over de jaren heen eventueel veranderd is, wat de aard van de incidenten is en wat de kenmerken zijn van de mensen met een incident.

Bij ongeveer één op de twaalf drugsgerelateerde gezondheidsincidenten speelt ketamine een rol

In 2023 werden er 592 ketaminegerelateerde gezondheidsincidenten geregistreerd bij de Monitor Drugsincidenten (MDI) ​[1]​. Dat is 8% van het totaal aantal geregistreerde drugsincidenten door de MDI. Uitleg over deze cijfers en meer informatie over de MDI vind je onder het kopje Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina.

Bij merendeel van de ketamine-incidenten is ketamine in combinatie met een of meer andere drugs gebruikt

Bij 42% van de geregistreerde ketamine-incidenten was er sprake van mono-drugsgebruik. Dat betekent dat ketamine als enige drug is gebruikt. Waar bekend, werd bij 31% van deze incidenten ook het gebruik van alcohol gemeld.

Bij 58% van de geregistreerde ketamine-incidenten was er sprake van polydrugsgebruik. Dat betekent dat bij eenzelfde gelegenheid naast ketamine, één of meer andere drugs werd gebruikt. De meest gemelde combinaties waren met ecstasy (47%), cocaïne (27%), 3-MMC (24%), amfetamine (18%), en/of cannabis (16%). Waar bekend, werd bij 37% van deze incidenten ook alcoholgebruik gemeld.

Polydrugsgebruik verhoogt de kans op ongewenste en onvoorspelbare effecten, omdat de afzonderlijke middelen elkaars effecten kunnen beïnvloeden. De middelen kunnen elkaars werking bijvoorbeeld versterken of juist tegenwerken.

Bij merendeel van de ketamine-incidenten gaat het om intoxicaties

Bij 89% van de geregistreerde ketamine-incidenten was er sprake van een intoxicatie. Daarnaast liepen sommige cliënten letsel op tijdens gebruik (4%). Mogelijk gaat het hierbij om een onderrapportage; bij de behandeling van letsel is het namelijk vaak minder belangrijk of er drugs zijn gebruikt, waardoor hier niet in alle gevallen expliciet naar gevraagd wordt. Bij 1% van de ketamine-incidenten was er sprake van ontwenning. In 6% van de gevallen was het type incident niet bekend.

Grootste aandeel ketamine-incidenten bij EHBO-posten

Het grootste aandeel ketamine-incidenten binnen de medische diensten werd gezien door EHBO-posten (14% van het totaal aantal drugsincidenten binnen deze dienst). Hier ging het iets vaker om polydrugsgebruik met ketamine (58%) dan mono-drugsgebruik (42%). De afgelopen jaren werd bij alle medische diensten een geleidelijke stijging in het aandeel meldingen van ketamine-incidenten waargenomen. Deze trend heeft zich vóór 2019 al ingezet.

Ambulancediensten rukten vaker uit voor ketamine-incidenten dan voorheen. In 2023 vonden meer ketamine-incidenen plaats in de thuissetting (60% van het aantal ketamine-incidenten bij de ambulancediensten) dan in de afgelopen vijf jaar (27-37%). De toename van het thuisgebruik van ketamine de afgelopen jaren is inmiddels een bekend fenomeen in Nederland.

Ketaminecliënten zijn vaak man en ouder dan 25 jaar

Waar bekend, ging het bij het overgrote gedeelte van de incidenten met mono-drugsgebruik van ketamine om mannen. Het merendeel van de ketaminecliënten is ouder dan 25 jaar. Ketaminecliënten die bij de MDI-ziekenhuizen werden gezien hadden, waar bekend, relatief vaak ook alcohol gebruikt. Een klein deel van de ketaminecliënten was toerist.

Mate van intoxicatie verschilt per medische dienst 

De mate van intoxicatie verschilt per medische dienst. Waar bekend, ging het bij EHBO’s bij (iets) meer dan de helft (53%) van de mono-ketamine-incidenten om matige intoxicaties. Het aandeel ernstige mono-intoxicaties bij de EHBO lijkt in de afgelopen jaren te zijn gestegen. In de jaren vóór de COVID-19 pandemie ging het nog om zo’n 6%, in 2022 om 12%, en in 2023 zelfs een verdubbeling naar 23%. Bij ambulances en MDI-ziekenhuizen ging het, waar bekend, bij de meerderheid om ernstige intoxicaties (respectievelijk 46% en 71%). Bij het LIS is geen informatie beschikbaar over de mate van intoxicatie.

De mate van intoxicatie is een (grove) indeling van de ernst van de vergiftiging op basis van het klinische beeld van de cliënt. Deze indeling is gebaseerd op verschillende scores, zoals de EMV en AVPU, en klinische ervaring/expert opinion. De behandelend zorgmedewerker bepaalt de mate van intoxicatie, of deze wordt op een later moment vastgesteld op basis van de medische rapportage van de cliënt. De score gaat over het moment waarop de cliënt het meest last had van klachten en/ of complicaties.

Klachten en complicaties die in 2023 veel voorkwamen na mono-drugsgebruik van ketamine bestonden bij lichte intoxicaties vaak uit malaise (36%) en hoge bloeddruk (35%). Bij matige intoxicaties was er ook vaak sprake van verlaagd bewustzijn (69%) en desoriëntatie (40%). Bij ernstige intoxicaties was er daarnaast ook vaak sprake van bewusteloosheid (66%).

Polydrugsgebruik

Polydrugsgebruik verhoogt de kans op ongewenste en onvoorspelbare effecten. Bij EHBO’s werden meer ernstige intoxicaties gezien bij polydrugsgebruik met ketamine (30%) dan bij mono-drugsgebruik (23%). Het aandeel ernstige intoxicaties op de EHBO bij polydrugsgebruik met ketamine is toegenomen: vóór de COVID-19 pandemie lag het percentage nog onder de 15%, en in 2022 was het ongeveer 26%.

Hoe vaak zoeken hulpverleners informatie op over ketamine bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum?

Ketamine in 2023 op vijfde plek in top 10 van drugs met meeste informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

In 2023 stond ketamine op de vijfde plek in de top 10 van drugs met het hoogste aantal telefonische informatieverzoeken die door hulpverleners bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) zijn gedaan (139 telefonische informatieverzoeken) ​[2]​. Dat is 7% van het totaal aantal telefonische informatieverzoeken. Onder deze categorie vallen zowel klassieke drugs, als nieuwe psychoactieve stoffen (NPS).

Aantal informatieverzoeken over ketamine gestegen

Het aantal informatieverzoeken is vergeleken met 2023 gestegen, toen waren er 99 telefonische informatieverzoeken over ketamine. Bij de meeste informatieverzoeken ging het om het gebruik van ketamine in combinatie met andere drugs, alcohol of medicijnen. Dit vergroot de kans op ernstige klachten.

Op de website www.vergiftigingen.info werden daarnaast 391 ernstberekeningen uitgevoerd voor ketamine. Een ernstberekening is een inschatting van de ernst van de intoxicatie op basis van een aantal gegevens. Zie Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina voor meer uitleg. Dat is 12% van het totaal aantal ernstberekeningen. Ketamine stond hier op de vierde plaats in de categorie drugs en illegale middelen, na MDMA, cocaïne, en cannabisproducten. Ook het aantal ernstberekeningen nam toe van 245 in 2023 naar 391 in 2024.

Registratie van drugsgerelateerde incidenten

De Monitor Drugsincidenten (MDI) houdt sinds 2009 jaarlijks gegevens bij over acute gezondheidsincidenten als gevolg van drugsgebruik in Nederland​. De informatie wordt verzameld via verschillende medische diensten, waaronder SEH-afdelingen van ziekenhuizen, ambulancediensten, forensisch artsen en EHBO-posten op grootschalige evenementen. De MDI werkt met zeven peilstationregio’s: Amsterdam, Rotterdam, Brabant Zuidoost, Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid, Twente en Groningen. Daarnaast melden enkele instanties buiten deze regio’s incidenteel ernstige incidenten of sterfgevallen.

Hoewel de MDI waardevolle inzichten biedt in de aard en ernst van acute drugsincidenten, is de monitor niet landelijk dekkend. Hierdoor is zij minder geschikt om een volledig beeld te geven van het totale aantal incidenten in Nederland. De gekozen regio’s zijn informatief om trends in drugsgebruik te signaleren. Het aantal deelnemende instellingen is in de loop der jaren gegroeid, al zijn enkelen (tijdelijk) wegens omstandigheden niet in staat geweest om gegevens aan te leveren wegens verandering in hun registratiesysteem of personele onderbezetting. Dit leidt tot fluctuaties in het absolute aantal gemelde incidenten. Om die reden rapporteert de MDI bij voorkeur in percentages in plaats van absolute aantallen.

Een belangrijk aandachtspunt bij de interpretatie van de cijfers is dat het bij het merendeel van de meldingen gaat om zelfrapportage of vermoedens van gebruik. Dit betekent dat de gebruikte drug vaak wordt aangegeven door de betrokkene zelf, door omstanders, of wordt afgeleid uit het klinische beeld of aangetroffen parafernalia. Drugsincidenten worden bijna nooit toxicologisch onderzocht. Dit betekent dat er geen laboratoriumtests zijn uitgevoerd om de aanwezigheid van specifieke stoffen te bevestigen. Hierdoor blijft het onzeker welke stof het incident heeft veroorzaakt.

Tot slot verschilt de volledigheid van de gegevens per casus, afhankelijk van hoe gedetailleerd de variabelen in de medische dossiers zijn vastgelegd. Ondanks deze beperkingen biedt de MDI een verdiepend beeld van de acute gezondheidsproblemen die kunnen optreden na het gebruik van verschillende soorten drugs.

Informatieverzoeken van hulpverleners bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) registreert informatieverzoeken van artsen en hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen. Het NVIC is onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. De meeste drugsgerelateerde telefonische informatieverzoeken gaan over cliënten die in aanraking zijn gekomen met een middel: een blootstelling. Een blootstelling leidt niet altijd tot vergiftigingsverschijnselen, het gaat dus om een mogelijke/potentiële vergiftiging.

Hulpverleners kunnen ook via de website www.vergiftigingen.info toxicologische informatie van een stof of product opzoeken. Er kan a) een ernstberekening worden uitgevoerd voor een individuele patiënt, b) een stofmonografie worden ingezien of c) therapieteksten en behandelprotocollen worden geraadpleegd. Bij het uitvoeren van een ernstberekening vult de hulpverlener een aantal gegevens in op de site. Op basis van de ingevoerde gegevens wordt teruggekoppeld of er vermoedelijk sprake is van een lichte intoxicatie (tekst: behandeling meestal niet nodig), een matige intoxicatie (tekst: ziekenhuisobservatie, behandeling vaak nodig) of een ernstige intoxicatie (tekst: mogelijk levensbedreigend).

Het aantal telefonische informatieverzoeken en ernstberekeningen geven geen informatie over het daadwerkelijke aantal blootstellingen of vergiftigingen. Ook de mate waarin de hulpverleners kennis hebben (opgebouwd) over het middel zal van invloed zijn op het aantal informatieverzoeken. De website kan bovendien niet alleen worden gebruikt bij daadwerkelijke blootstellingen, maar ook voor oriëntatie of bijscholing. Daarnaast bestaat in Nederland geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Meijer-Sellies A, Hutten N, Schürmann L, Valkenberg H, Croes E, Smit-Rigter L. Monitor Drugsincidenten: Jaarraportage 2023. Utrecht: Trimbos-instituut; 2025.
  2. 2.
    Visser CC, Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, De Lange DW, van Riel AJHP. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2024: NVIC Rapport 01/2025. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2025.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.