HomeCocaïne4.7.2 Sterfte

4.7.2 Sterfte

In het kort: Het gebruik van cocaïne kan leiden tot sterfte door de in § 4.7.1 genoemde lichamelijke ziekten en psychische stoornissen en gedragsstoornissen. Ook kan het gebruik van cocaïne leiden tot sterfte door een overdosis of door een opwindingsdelier ​[1,2]​. De hieronder gerapporteerde cijfers hebben voor het overgrote deel betrekking op sterfte door een overdosis. Tussen 2021 en 2022 is de geregistreerde sterfte door een overdosis cocaïne gedaald van 72 naar 64 gevallen.

Snel naar:

Volgens de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS sterven er in Nederland naar verhouding maar weinig mensen aan de directe acute gevolgen van cocaïnegebruik. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS niet specifiek is toegerust op het registreren van drugsgerelateerde sterfte (zie bijlage B4). Tal van factoren, waaronder wijzigingen in de registratie (zoals het elektronisch gaan aanleveren van de doodsoorzakenformulieren) en het detecteren van aan middelen geregistreerde sterfte (zoals een toename van kwantitatief of kwalitatief toxicologisch onderzoek door forensisch artsen) kunnen van invloed zijn geweest op de aantallen en de trends (zie bijlage B4). De cijfers moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd. Aanvullende informatie zal op termijn beschikbaar komen uit een Speciaal Register met forensische gegevens ​[3]​.

Doodsoorzakenstatistiek CBS

In onderstaande figuur is het aantal geregistreerde sterfgevallen per jaar te zien waarbij onder andere cocaïnegebruik is aangewezen als de onderliggende doodsoorzaak. Deze cijfers omvatten geen sterfgevallen van ‘mengintoxicaties’ waarbij cocaïne samen met andere middelen tot het overlijden heeft geleid. Het komt namelijk voor dat cocaïne, in combinatie met andere middelen, zoals bijvoorbeeld opiaten en alcohol, wordt gecodeerd onder een andere (niet gespecificeerde of overige) code, als niet kan worden vastgesteld welk middel de doodsoorzaak was, of als een combinatie van middelen heeft geleid tot het overlijden. Bij de sterfte gerelateerd aan cocaïne kan geen onderscheid worden gemaakt tussen gebruikers van crack en snuifcocaïne.

  • Tussen 2021 en 2022 is de sterfte gerelateerd aan cocaïne gedaald van 72 naar 64 gevallen. Tussen 2013 en 2021 was het aantal gevallen gestegen van 24 naar 72. In hoeverre het hier om daadwerkelijke stijgingen ging, is niet bekend. Mogelijk waren cocaïnegerelateerde sterfgevallen die voorheen in de bredere niet gespecificeerde categorie ‘overig’ vielen, in deze jaren als cocaïnegerelateerde sterfgevallen herkend.
  • In 2020, 2021 en 2022 samengenomen waren er in totaal 197 gevallen van aan cocaïne gerelateerde drugssterfte. In 77% van de gevallen ging het hierbij om accidentele vergiftiging, in 7% van de gevallen ging het om suïcide, en in 2% van de gevallen was de oorzaak van de vergiftiging onbekend. In de overige 15% van de gevallen werd de sterfte geregistreerd onder de diagnose “psychische stoornissen en gedragsstoornissen”. Ook deze categorie valt onder de directe drugsgerelateerde sterfte.
  • Tussen 2013 en 2022 schommelde het percentage mannen onder de cocaïnegerelateerde sterfte rond een gemiddelde van 84%.
  • Onderstaande figuur geeft de verdeling naar leeftijdsgroep van de sterfgevallen gerelateerd aan cocaïne in de periodes van 2013 tot en met 2022. Hierbij zijn steeds twee jaren samengenomen, omdat over te kleine aantallen geen percentages worden gerapporteerd. Het aandeel van de oudere leeftijdsgroep van 50 jaar en ouder is gestegen van 21% in de periode van 2013/2014 naar 43% in de periode van 2021/2022.  Het aandeel van de jongere leeftijdsgroep van 15 tot en met 39 jaar is gedaald van 50% naar 29%.

Andere landen in Europa

Van de 20 Europese landen die bij het EMCDDA gegevens aanleverden over drugsgerelateerde sterfte, speelde cocaïne, meestal in aanwezigheid van opioïden, een rol bij 420 (16,5%) sterfgevallen door overdoses in 2021 (tegenover 378 of 13,5% in 2020) ​[5]​. Het momenteel beschikbare aantal sterfgevallen met cocaïne in 2021 is een onderschatting. Een voorlopige analyse van deze gegevens voor 2021 uit Duitsland suggereert dat cocaïne betrokken zou kunnen zijn bij ten minste een op de vijf drugsgerelateerde sterfgevallen, wat het totale aantal op 720 cocaïnegerelateerde sterfgevallen zou brengen. Vanwege een aantal methodologische beperkingen moeten deze gegevens echter met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Daarnaast ontbreken recente gegevens voor sommige landen, waaronder Spanje (461 gevallen gemeld in 2020) en Frankrijk (130 gevallen gemeld in 2020). Hierdoor zijn inzichten in recente ontwikkelingen op Europees niveau beperkt.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Jothee S, Shafie MS, Nor FM. Excited delirium syndrome from psychostimulant abuse can mimic a violent scene of death. Vol. 9, Egyptian Journal of Forensic Sciences. Egyptian Journal of Forensic Sciences; 2019. p. 64.
  2. 2.
    Śliwicka O, Szatner K, Borowska – Solonynko A. Three postmortem case reports of the excited delirium syndrome – A short comparison [Internet]. Vol. 66, Journal of Forensic and Legal Medicine. Elsevier; 2019. p. 134–137. Available from: https://doi.org/10.1016/j.jflm.2019.06.013
  3. 3.
    Vercoulen E, Ceelen M, Dorn T, Buster M, Croes E, Van Laar M. Drugsgerelateerde sterfte in beeld: Onderzoek naar de praktijk van de detectie en registratie van drugsgerelateerde sterfte en ontwikkeling van een blauwdruk voor een speciaal register. Utrecht/Amsterdam: Trimbos-instituut/GGD Amsterdam; 2021.
  4. 4.
    Schürmann L, Valkenberg H, Croes E. Monitor drugsincidenten: Jaarrapportage 2022. Utrecht: Trimbos-insituut; 2024.
  5. 5.
    EMCDDA. European Drug Report 2023: Trends and Developments. Luxembourg: Publications Office of the European Union; 2023.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.