HomeBijlagenB11. Toelichting gegevensverzameling bij Middelengebruik en strafbaar gedrag

B11. Toelichting gegevensverzameling bij Middelengebruik en strafbaar gedrag

De gegevens gepresenteerd in het hoofdstuk ‘Criminaliteit en overlast’ zijn afkomstig uit registratiesystemen van verschillende organisaties zoals de politie, de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), het Centraal Bureau voor de uitgifte van Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Verder wordt geput uit de Veiligheidsmonitor (uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)), onderzoek en jaarverslagen. Het beeld is fragmentarisch omdat de informatie belangrijke lacunes kent:

  • De politie screent verdachten niet systematisch op middelengebruik. Onbekend is dus niet hoeveel (problematische) gebruikers in totaal bij de politie binnenkomen en welke delicten ze plegen.
  • In het oude registratiesysteem van de politie (genaamd het Herkenningsdienssyteem: HKS) kon aangegeven worden of een verdachte ‘alcoholgebruiker‘ of ‘drugsgebruiker’ was. Sinds 2015 wordt dit registratiesysteem echter niet meer gebruikt door de politie. In het registratiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) kunnen handmatig, op basis van de inschatting van de verbalisant, gevarenclassificaties zoals ‘alcoholist’ en ‘harddrugsgebruiker’ toegekend worden. Deze registraties zijn over de jaren 2016-2023 opgevraagd. Deze gegevens zijn door de wijziging in de registratie niet vergelijkbaar met de informatie over de jaren daarvoor.
  • In het datasysteem van het Openbaar Ministerie (OM) is geen informatie te vinden over middelengebruik bij justitiabelen.
  • Binnen de forensische zorg kunnen gedetineerden een behandeling van verslavingsproblematiek ondergaan. Voor het bijhouden van gegevens over de instroom, doorstroom en uitstroom in de forensische zorg bestaat het Informatiesysteem Forensische Zorg (IFZO). Hierin worden echter (nog) niet alle gegevens volledig en betrouwbaar bijgehouden​.
  • Er wordt geen periodiek onderzoek gedaan naar (problematisch) middelengebruik in het strafrechtelijk systeem.

Politiegegevens

In het politiesysteem BVH kan door een politiefunctionaris een gevarenclassificatie aan personen (zowel verdachten als slachtoffers van delicten) toegevoegd worden, zoals ‘alcoholist’ en ‘harddrugsgebruiker’. Een gevarenclassificatie dient in BVH als een signaal voor politieagenten, zodat zij bij de benadering van een persoon rekening houden met eventueel alcohol- en/of harddrugsgebruik. In BVH wordt een gevarenclassificatie zoals ‘alcoholist’ en ‘harddrugsgebruiker’ aangeduid met de code E35. De politieregistraties van deze gevarenclassificaties in BVH zijn opgevraagd voor de periode 2016-2023.

  • Criteria voor het toevoegen van de gevarenclassificatie ‘alcoholist’: persoon die verslaafd is aan alcoholhoudende drank en waarvan de door hem gepleegde strafbare feiten rechtstreeks verband houden met zijn alcoholgebruik, en/of als de persoon een gevaar oplevert voor de openbare orde/veiligheid.
  • Criteria voor het toevoegen van de gevarenclassificatie ‘harddrugsgebruiker’: persoon die verslaafd is aan verdovende middelen en waarvan de door hem gepleegde strafbare feiten rechtstreeks verband houden met zijn verdovende middelengebruik, of een persoon die als gevolg van zijn verslaving een gevaar oplevert voor de openbare orde of veiligheid.
  • De criteria voor het toevoegen van de gevarenclassificatie ‘alcohol- en harddrugsgebruiker’ zijn gelijk aan de combinatie van de criteria voor de afzonderlijke gevarenclassificaties ‘alcoholist’ en ‘harddrugsgebruiker’.

Toelichting bij figuren over gevarenclassificaties

Bij de figuren: ‘Type delict waarvan als ‘alcoholist’ geclassificeerde personen bij de politie worden verdacht, 2016-2022, in %’ en ‘Type delict waarvan als ‘harddrugsgebruiker’ geclassificeerde personen bij de politie worden verdacht, 2016-2022, in %’.

De delictscategorie ‘overige’ is buiten beschouwing gelaten in de tekstuele weergave. Als het delict niet toegewezen wordt aan één van de andere zes (specifieke) feitcategorieën, dan valt het onder de feitcategorie ‘overig’. De delicten in deze delictscategorie betreffen voornamelijk bedreiging, vernielingen/beschadigingen, openbare orde en milieudelicten. Bij alle drie de groepen met geclassificeerde verdachten vormt de delictscategorie ‘overige’ in 2022 een aanzienlijk aandeel: 32% van de ‘alcoholisten’, 21% van de ‘harddrugsgebruikers’ en 31% van de ‘alcohol- en drugsgebruikers’.

Duidingssessies

In aanvulling op de bovenstaande informatiebronnen zijn voor het opstellen van dit hoofdstuk in 2023, 2022 en 2021 duidingssessies (en aanvullende interviews) met inhoudelijke experts georganiseerd. Daarin is gezamenlijk de context van gesignaleerde cijfermatige ontwikkelingen in de verzamelde data over 2022, 2021 en 2020 verkend en zijn mogelijke verklaringen besproken om de ontwikkelingen te duiden.

  • In 2023 hebben deskundige medewerkers van de SVG, DJI en het CBR tijdens (uitsluitend) individuele interviews input geleverd ​[1]​.
  • In 2022 hebben ter zake deskundige medewerkers van de SVG, DJI, de politie, het CBR en een wetenschapper van Avans Hogeschool input geleverd ​[2]​.
  • Aan het groepsgesprek in 2021 hebben ter zake deskundige medewerkers van de SVG, DJI, het CBR en een wetenschapper van Avans Hogeschool deelgenomen ​[3]​.

De gespreksverslagen van deze groepsgesprekken zijn opgenomen in notities over deze duidingssessies ​[1–3]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken NDM. 2023.
  2. 2.
    Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2022.
  3. 3.
    Regioplan. Notitie opbrengsten groepsgesprekken. 2021.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.