6.6.1 Verslavingszorg
Hoeveel mensen worden behandeld in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek?
In het kort: Ecstasy komt als primaire problematiek weinig voor in de verslavingszorg. In 2024 ging het om 154 personen, dat is minder dan 1% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Ecstasycliënten zijn vaak man (72%) en relatief jong; twee vijfde is onder de 25 jaar. Ecstasycliënten zijn vaker nieuwkomers in de verslavingszorg dan cliënten met andere middelenproblematiek. Ecstasy komt vaker voor als secundaire problematiek dan als primaire problematiek: in 2024 ging het om 626 cliënten. In de periode 2015-2024 is het aantal cliënten met ecstasyproblematiek in de verslavingszorg stabiel laag. Wel nam het aantal jongeren onder de 25 jaar af met 28 procentpunten, terwijl het aandeel mannelijke cliënten toenam met 12 procentpunten.
Relatief weinig mensen in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek
In 2024 werden volgens het LADIS 154 mensen behandeld in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek [1]. Dit komt neer op minder 1% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Ecstasy (MDMA) is na cannabis de meest gebruikte drug. Gegeven het percentage gebruikers is het aantal mensen in behandeling voor ecstasyproblematiek relatief laag (Zie: Gebruik volwassenen). Het gaat hierbij alleen om mensen bij wie de ecstasyproblematiek staat geregistreerd als de enige of de belangrijkste reden voor de behandeling. We noemen dit ook wel ‘primaire’ ecstasycliënten.
Niet alle verslavingszorginstellingen leveren gegevens aan het LADIS, het genoemde aantal is dus mogelijk een onderschatting van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek. Volgens het LADIS leverden in 2024 ongeveer 85-90% van gespecialiseerde verslavingszorginstellingen data aan (zie: Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina).
Ongeveer driekwart van de ecstasycliënten is man
In 2024 was het grootste deel van de cliënten in behandeling in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek man (72%). In de algemene bevolking gebruiken mannen ook vaker ecstasy dan vrouwen, hoewel het verschil minder groot is (zie: Gebruik: Volwassenen).
Ongeveer twee vijfde van de ecstasycliënten is onder de 25 jaar
Ecstasycliënten zijn relatief jong. In 2024 was ongeveer twee vijfde (42%) van de cliënten in behandeling voor primaire ecstasyproblematiek onder 25 jaar. De gemiddelde leeftijd van de ecstasycliënten was 30 jaar.
Twee derde van de ecstasycliënten is al eerder behandeld in de verslavingszorg
In 2024 was een derde van de primaire ecstasycliënten (36%) voor het eerst in behandeling in de verslavingszorg. Het merendeel van de cliënten (64%) werd al eens eerder behandeld in de verslavingszorg. Vergeleken met veel andere middelen zijn de ecstasycliënten relatief vaak nieuwkomers in de verslavingszorg. Ter vergelijking, voor alle cliënten samengenomen betrof het in 2024 voor 25% een eerste behandeling in de verslavingszorg.
Twee derde van de ecstasycliënten heeft ook andere middelenproblematiek
In 2023 had 69% van de primaire ecstasycliënten ook nog andere verslavingsproblematiek. We noemen dit ook wel secundaire problematiek. Onder primaire ecstasycliënten is alcohol de meest voorkomende secundaire problematiek (26% van alle primaire ecstasycliënten), gevolgd door overige middelen (13%) en cannabis (12%).
Mogelijk hebben de ecstasycliënten in de verslavingszorg ook nog andere psychische problemen dan verslaving. Het LADIS verzamelt hier echter niet systematisch gegevens over.
Drie kwart van de ecstasycliënten heeft ook andere middelenproblematiek
In 2024 had 73% van de primaire ecstasycliënten ook nog andere verslavingsproblematiek. We noemen dit ook wel secundaire problematiek. Onder primaire ecstasycliënten is alcohol de meest voorkomende secundaire problematiek (25% van alle primaire ecstasycliënten), gevolgd door cannabis en cocaïne (beide 10%).
Mogelijk hebben de ecstasycliënten in de verslavingszorg ook nog andere psychische problemen dan verslaving. Het LADIS verzamelt hier echter niet systematisch gegevens over.
Ecstasy komt vaker voor als secundaire dan als primaire problematiek
Ecstasy kan ook voorkomen als secundaire problematiek bij cliënten die voor andere verslavingsproblematiek in behandeling zijn. In totaal ging het in 2024 om 626 secundaire ecstasycliënten. Voor cliënten met ecstasy als secundaire problematiek was het meest voorkomende primaire middel alcohol (36%), daarna volgden cannabis (21%), en cocaïne (14%).
Is het aantal mensen dat wordt behandeld in de verslavingszorg voor ecstasyproblematiek veranderd?
Aantal ecstasycliënten stabiel laag tussen 2015 en 2024
Tussen 2015 en 2024 nam het aantal cliënten in behandeling voor primaire ecstasyproblematiek toe van 141 naar 154 cliënten, wat nog steeds relatief laag is. Om het effect van toetredende instellingen uit te sluiten, is ook gekeken naar verslavingsinstellingen die gedurende de hele periode (2015-2024) gegevens aanleveren (de zogenoemde constante instellingen). In deze groep bleef het aantal ecstasycliënten ook laag gedurende de gehele periode.
Tussen 2015 en 2024 is de bevolking van Nederland gegroeid. Om hier rekening mee te houden is ook gekeken naar het aantal cliënten per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder bleef het aantal primaire ecstasycliënten ongeveer gelijk tussen 2015 (1,0) en 2024 (1,0). Bij de constante instellingen werd een vergelijkbare trend waargenomen: van 1,0 in 2015 naar 0,8 in 2024. Ook het aandeel ecstasycliënten binnen de verslavingszorg bleef stabiel onder de 1%.
Ook het aandeel ecstasycliënten binnen de verslavingszorg bleef stabiel onder de 1%.
Het aantal secundaire ecstasycliënten bleef ongeveer gelijk tussen 2015 en 2024
Het aantal cliënten bij wie ecstasyproblematiek speelde als secundaire problematiek is in de periode 2015-2024 ongeveer gelijk gebleven en lag steeds ongeveer rond de 500. Gekeken naar alleen de constante instellingen is een vergelijkbaar patroon te zien.
Aandeel jonge ecstasycliënten tussen 2015 en 2024 sterk afgenomen
Tussen 2015 en 2024 is het aandeel jonge cliënten met primaire ecstasyproblematiek sterk afgenomen. In 2015 was 70% van de cliënten in behandeling voor ecstasyproblematiek onder de 25 (99 cliënten). In 2024 was dit percentage afgenomen naar 42% (63 cliënten). Ook nam de gemiddelde leeftijd toe van 24 jaar naar 30 jaar.
Aandeel mannen met ecstasyproblematiek toegenomen tussen 2015 en 2024
Het aandeel mannen onder cliënten met primaire ecstasyproblematiek nam toe tussen 2015 en 2024, van 60% naar 72%.
Hoe behandelt de verslavingszorg mensen met ecstasyproblematiek?
De verslavingszorg is onderdeel van de gezondheidszorg. De verslavingszorg helpt mensen die een stoornis hebben in drugs-, alcohol-, of medicatiegebruik, of een gokstoornis of een andere gedragsverslaving. De behandeling van stoornissen in het gebruik van ecstasy is gebaseerd op de ‘Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines’ [2].
Vanuit de richtlijn komt naar voren dat er wegens gebrek aan wetenschappelijke, professionele en ervaringskennis geen aanbevelingen gedaan kunnen worden voor een psychologische of medicinale behandeling van (frequente) ecstasygebruikers of van patiënten met een stoornis in het gebruik van ecstasy.
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.D.J. Wisselink, J.B. van der Slink, J.P. Kerssies. Kerncijfers Verslavingszorg 2015-2024. Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ); 2025 p. 1–100.
- 2.Hendriks V, Blanken P, Croes E, Schippers G, Schellekens A, Stollenga M, et al. Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines. Utrecht: Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz; 2018.
- 3.Van der Pol P, Liebregts N, De Graaf R, D.J. Korf, Van den Brink W, Van Laar M. Facilitators and barriers in treatment seeking for cannabis dependence. Vol. 133, Drug and Alcohol Dependence. 2013. p. 776–80.
- 4.Tuithof M. Drinking Distilled: onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Universiteit van Amsterdam; 2015.
- 5.Zorgautoriteit N. Informatiekaart Wachttijden en wachtplekken GGZ – oktober 2024 [Internet]. Nederlandse Zorgautoriteit. 2024. Available from: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_786033_22/
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.