HomeEcstasy (MDMA)6.6.2 Incidenten

6.6.2 Incidenten

Hoe vaak komen ecstasygerelateerde gezondheidsincidenten voor?

In het kort: Er is geen landelijk dekkende registratie van drugsgerelateerde incidenten, daardoor weten we niet hoeveel drugsgerelateerde incidenten er in Nederland zijn. Van de geregistreerde drugsgerelateerde incidenten was in 2023 bij bijna een derde ecstasy gebruikt. Van de drugsgerelateerde incidenten binnen de EHBO-diensten werd bij meer dan de helft van de gevallen ecstasy gebruikt. Bij het merendeel van de ecstasyincidenten was ecstasy als enige drug gebruikt. In 2024 stond ecstasy op de derde plek in de top 10 van drugs met de meeste informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Het exacte aantal drugsgerelateerde incidenten is niet bekend

We weten niet precies hoeveel drugsgerelateerde incidenten er landelijk zijn. We kunnen wel iets zeggen over met welke drugs er relatief vaak incidenten zijn, hoe dit over de jaren heen eventueel veranderd is, wat de aard van de incidenten is en wat de kenmerken zijn van de mensen met een incident.  

Bij bijna een derde van de drugsgerelateerde gezondheidsincidenten speelt ecstasy een rol

In 2023 werden er 2.081 ecstasygerelateerde gezondheidsincidenten geregistreerd bij de Monitor Drugsincidenten (MDI) ​[1]​. Dat is 29% van het totaal aantal geregistreerde drugsincidenten door de MDI. Ecstasy is daarmee het middel met het grootste aantal incidenten.

Uitleg over deze cijfers en meer informatie over de MDI vind je onder het kopje Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina.

Bij merendeel van de ecstasyincidenten is ecstasy als enige drug gebruikt

Bij 69% van de geregistreerde ecstasyincidenten was er sprake van mono-drugsgebruik. Dat betekent dat ecstasy als enige drug is gebruikt. Waar bekend, werd bij 23% van deze incidenten ook het gebruik van alcohol gemeld.

Bij 31% van de geregistreerde ecstasyincidenten was er sprake van polydrugsgebruik. Dat betekent dat bij eenzelfde gelegenheid naast ecstasy, één of meer andere drugs werden gebruikt. De meest gemelde combinaties waren met 3-MMC (26%), cocaïne (25%), ketamine (25%) en amfetamine (20%). Waar bekend, werd bij 34% van deze incidenten ook alcoholgebruik gemeld.

Polydrugsgebruik verhoogt de kans op ongewenste en onvoorspelbare effecten, omdat de afzonderlijke middelen elkaars effecten kunnen beïnvloeden. De middelen kunnen elkaars werking bijvoorbeeld versterken of juist tegenwerken.

Bij merendeel van de ecstasyincidenten gaat het om intoxicaties

Bij 81% van de geregistreerde ecstasyincidenten was er sprake een intoxicatie. Daarnaast liepen sommige cliënten letsel op tijdens gebruik (8%). Mogelijk gaat het hierbij om een onderrapportage; bij de behandeling van letsel is het namelijk vaak minder belangrijk of er drugs zijn gebruikt, waardoor hier niet in alle gevallen expliciet naar gevraagd wordt. Incidenten die te maken hadden met ontwenning werden vrijwel niet gemeld. In 11% van de gevallen was het type incident niet bekend.

Grootste aandeel ecstasyincidenten bij EHBO’s

Het grootste aandeel ecstasyincidenten binnen de medische diensten werd gezien door EHBO’s op (dance) feesten en festivals (56% van het totaal aantal drugsincidenten binnen deze dienst). Dit waren voornamelijk incidenten waarbij ecstasy als enige drug werd gebruikt (73%). Bij de EHBO-diensten was het aandeel van ecstasy-incidenten in 2022 en 2023 weer op het niveau van voor de pandemie. Incidenten waarbij ecstasy was gecombineerd met andere drugs kwamen in 2023 relatief vaker voor bij patiënten die terechtkwamen bij de ziekenhuizen, ambulancediensten en forensisch artsen, dan bij patiënten op de EHBO.

Ecstasycliënten zijn vaak man en jonger dan 25 jaar

Waar bekend, ging het bij de meerderheid van de incidenten met mono-drugsgebruik van ecstasy om mannen. Het merendeel van de ecstasycliënten is jonger dan 25 jaar. Ecstasycliënten die bij de MDI-ziekenhuizen werden gezien hadden, waar bekend, relatief vaak ook alcohol gebruikt. Ook was ruim een kwart van deze cliënten toerist. Bij de EHBO’s lag het aandeel toeristen lager en voor andere medische diensten is het aandeel toeristen onbekend. 

Mate van intoxicatie verschilt per medische dienst 

De mate van intoxicatie verschilt per medische dienst. Waar bekend, ging het bij EHBO’s bij een kleine meerderheid (52%) om lichte intoxicaties. Het aandeel van matige – en ernstige intoxicaties waarbij ecstasy als enige drug is gebruikt was in 2023 hoger (48%) ten opzichte van de jaren daarvoor. In 2022 ging het nog om 34%, en in de periode voor de COVID-19 pandemie om ongeveer 14%.

De mate van intoxicatie is een (grove) indeling van de ernst van de vergiftiging op basis van het klinische beeld van de cliënt. Deze indeling is gebaseerd op verschillende scores, zoals de EMV en AVPU , en klinische ervaring/expert opinion. De behandelend zorgmedewerker bepaald de mate van intoxicatie, of deze wordt op een later moment vastgesteld op basis van de medische rapportage van de cliënt. De score gaat over het moment waarop de cliënt het meest last had van klachten en/ of complicaties.

Klachten en complicaties die in de periode 2019-2023 veel voorkwamen na mono-drugsgebruik van ecstasy bestonden bij lichte intoxicaties vaak uit malaise (28%), braken/misselijkheid (26%) en te snel hartritme (31%). Bij matige intoxicaties was er ook vaak sprake van desoriëntatie (20%), flauwvallen (collaps) (17%) en een verlaagd bewustzijn (41%). Bij ernstige intoxicaties was er daarnaast ook vaak sprake van epilepsie (22%), oververhitting (12%) en bewusteloosheid (43%).

Hoe vaak zoeken hulpverleners informatie op over ecstasy bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum?

Ecstasy in 2024 op derde plek in top 10 van drugs met meeste informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

In 2024 waren er relatief veel telefonische informatieverzoeken voor ecstasy (MDMA) die door hulpverleners bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) zijn gedaan (173 telefonische informatieverzoeken) ​[2]​. Dat is 9% van het totaal aantal telefonische informatieverzoeken voor (mogelijke) blootstellingen van mensen aan drugs en illegale middelen. Onder deze categorie vallen zowel klassieke drugs, als nieuwe psychoactieve stoffen (NPS). Ecstasy stond daarmee op de derde plek na cocaïne en cannabisproducten.

Op de website www.vergiftigingen.info werden daarnaast 706 ernstberekeningen uitgevoerd voor ecstasy (MDMA). Een ernstberekening is een inschatting van de ernst van de intoxicatie op basis van een aantal gegevens. Zie Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina voor meer uitleg. Dat is 22% van het totaal aantal ernstberekeningen voor (mogelijke) blootstellingen van mensen aan drugs en illegale middelen. Ecstasy staat daarmee op de eerste plek in de top 10 van drugs en illegale middelen met de meeste ernstberekeningen.

Registratie van drugsgerelateerde incidenten

De Monitor Drugsincidenten (MDI) houdt sinds 2009 jaarlijks gegevens bij over acute gezondheidsincidenten als gevolg van drugsgebruik in Nederland ​[1]​. De informatie wordt verzameld via verschillende medische diensten, waaronder SEH-afdelingen van ziekenhuizen, ambulancediensten, forensisch artsen en EHBO-posten op grootschalige evenementen. De MDI werkt met zeven peilstationregio’s: Amsterdam, Rotterdam, Brabant Zuidoost, Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid, Twente en Groningen. Daarnaast melden enkele instanties buiten deze regio’s incidenteel ernstige incidenten of sterfgevallen.

Hoewel de MDI waardevolle inzichten biedt in de aard en ernst van acute drugsincidenten, is de monitor niet landelijk dekkend. Hierdoor is zij minder geschikt om een volledig beeld te geven van het totale aantal incidenten in Nederland. De gekozen regio’s zijn informatief om trends in drugsgebruik te signaleren. Het aantal deelnemende instellingen is in de loop der jaren gegroeid, al zijn enkelen (tijdelijk) wegens omstandigheden niet in staat geweest om gegevens aan te leveren wegens verandering in hun registratiesysteem of personele onderbezetting. Dit leidt tot fluctuaties in het absolute aantal gemelde incidenten. Om die reden rapporteert de MDI bij voorkeur in percentages in plaats van absolute aantallen.

Een belangrijk aandachtspunt bij de interpretatie van de cijfers is dat het bij het merendeel van de meldingen gaat om zelfrapportage of vermoedens van gebruik. Dit betekent dat de gebruikte drug vaak wordt aangegeven door de betrokkene zelf, door omstanders, of wordt afgeleid uit het klinische beeld of aangetroffen parafernalia. Drugsincidenten worden bijna nooit toxicologisch onderzocht. Dit betekent dat er geen laboratoriumtests zijn uitgevoerd om de aanwezigheid van specifieke stoffen te bevestigen. Hierdoor blijft het onzeker welke stof het incident heeft veroorzaakt.

Tot slot verschilt de volledigheid van de gegevens per casus, afhankelijk van hoe gedetailleerd de variabelen in de medische dossiers zijn vastgelegd. Ondanks deze beperkingen biedt de MDI een verdiepend beeld van de acute gezondheidsproblemen die kunnen optreden na het gebruik van verschillende soorten drugs.

Informatieverzoeken van hulpverleners bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) registreert informatieverzoeken van artsen en hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen ​[2]​. Het NVIC is onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. De meeste drugsgerelateerde telefonische informatieverzoeken gaan over cliënten die in aanraking zijn gekomen met een middel: een blootstelling. Een blootstelling leidt niet altijd tot vergiftigingsverschijnselen, het gaat dus om een mogelijke/potentiële vergiftiging.

Hulpverleners kunnen ook via de website www.vergiftigingen.info toxicologische informatie van een stof of product opzoeken. Er kan a) een ernstberekening worden uitgevoerd voor een individuele patiënt, b) een stofmonografie worden ingezien of c) therapieteksten en behandelprotocollen worden geraadpleegd. Bij het uitvoeren van een ernstberekening vult de hulpverlener een aantal gegevens in op de site. Op basis van de ingevoerde gegevens wordt teruggekoppeld of er vermoedelijk sprake is van een lichte intoxicatie (tekst: behandeling meestal niet nodig), een matige intoxicatie (tekst: ziekenhuisobservatie, behandeling vaak nodig) of een ernstige intoxicatie (tekst: mogelijk levensbedreigend).

Het aantal telefonische informatieverzoeken en ernstberekeningen geven geen informatie over het daadwerkelijke aantal blootstellingen of vergiftigingen. Ook de mate waarin de hulpverleners kennis hebben (opgebouwd) over het middel zal van invloed zijn op het aantal informatieverzoeken. De website kan bovendien niet alleen worden gebruikt bij daadwerkelijke blootstellingen, maar ook voor oriëntatie of bijscholing. Daarnaast bestaat in Nederland geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Meijer-Sellies A, Hutten N, Schürmann L, Valkenberg H, Croes E, Smit-Rigter L. Monitor Drugsincidenten: Jaarraportage 2023. Utrecht: Trimbos-instituut; 2025.
  2. 2.
    Visser CC, Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, De Lange DW, van Riel AJHP. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2024: NVIC Rapport 01/2025. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2025.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.