In 2021 is een tweede verkennende studie uitgevoerd naar (ontwikkelingen ten aanzien van) liquidaties in Nederland van 2014 tot en met 2020 [1]. Het eerste onderzoek is in 2017 gedaan naar de periode 2000-2016 [2]. In 2023 is een (beknopte) update van de aantallen voor het jaar 2021 verschenen [3]. Deze studies zijn gebaseerd op interviews met politie- en justitiefunctionarissen en gegevens uit opsporingsdossiers van de politie. Daarnaast zijn gekraakte PGP-berichten uit cryptotelefoons (vanaf 2015) gebruikt voor inzicht in motivaties voor liquidaties [1].
Onder liquidaties worden “afrekeningen in het criminele milieu” verstaan. Het gaat om “incidenten met dodelijke slachtoffers, waarbij de modus operandi wijst op een vooraf geplande, doelgerichte moord en het doelwit en/of dader kan in verband gebracht worden met georganiseerde criminaliteit”. Per liquidatie kunnen meerdere slachtoffers vallen [4,5].
De achtergrond van liquidaties
- Liquidaties zijn meestal het gevolg van conflicten gerelateerd aan de georganiseerde drugshandel. Het gaat bijna altijd om geld en de verdeling van de drugsmarkt. In de eerste verkenning is verondersteld dat liquidaties een uiterst middel waren om een conflict op de drugsmarkt te beslechten na gebruik van minder ingrijpende middelen [2]. Dit geldt niet voor een deel van de liquidaties die het afgelopen decennium zijn uitgevoerd. Er is een verandering zichtbaar in de aard van het fenomeen naar meer excessief en opzichtig gebruik van geweld. Wraak, intimidatie en straffen binnen de interne criminele organisatie worden genoemd als hoofdredenen voor liquidaties [1].
- De ontwikkelingen in liquidaties vinden plaats in een drugsmarkt waarin de internationale cocaïnehandel blijft groeien, nieuwe groepen drugshandelaren zich in Nederland blijven vestigen en nu nog grotere geldbedragen door cocaïnehandelaren worden verdiend [1].
- De vaak grove en slordige uitvoering van liquidaties kan deels worden toegeschreven aan de onervarenheid van schutters en de grote beschikbaarheid van automatische vuurwapens. Een andere factor in de uitvoering van liquidaties is de intimiderende en verharde opstelling van opdrachtgevers. Bij sommige liquidaties worden er opzettelijk risico’s voor omstanders gecreëerd. De uitvoering is niet zozeer slordig, maar een uiting van de verbreding van excessief geweld [1].
- De verbreding van excessief geweld is ten eerste zichtbaar in een toegenomen afrekencultuur binnen de eigen geledingen. Ten tweede worden liquidaties soms bewust in het bijzijn van familie en kinderen uitgevoerd om het intimiderende effect te versterken. Ten derde worden ook personen die geen deel zijn van een criminele organisatie doelwit van liquidaties. Dit is een nieuwe ontwikkeling: waar dodelijk geweld in het verleden diende als bestraffing van verraad van personen die deel uitmaakten van de criminele organisatie, heeft het geweld zich nu uitgebreid tot de kring van niet-criminele verwanten (zoals geliefden, advocaten en andere professionals in de strafrechtketen). Dit kan ook gaan om een dreiging. Daarbij wordt geprobeerd bij partijen die bij de rechtsgang betrokken zijn de druk te verhogen [1].
- In lijn met de verkenning uit 2017 blijkt dat het criminele bedrijfsproces rondom liquidaties zich kenmerkt door een strikte taakverdeling tussen spotters en schutters. Dit lijkt enerzijds efficiënt en professioneel maar kan anderzijds resulteren in fouten in de uitvoering van de liquidatie omdat de schutters minder goed bekend zijn met het beoogde doelwit of vanwege verkeerde of gebrekkige informatieoverdracht via PGP-berichten. Dit kan leiden tot het doden van een ander persoon dan het beoogde doelwit [1].
Het aantal liquidaties
- Sinds 2017 daalde het aantal liquidaties van 31 naar 8 in 2021. Tussen 2012 en 2017 schommelde het aantal liquidaties tussen 21 in 2012 en 38 in 2014 [1,3].
- Liquidaties in het buitenland van Nederlanders die gerelateerd waren aan georganiseerde criminaliteit in Nederland, worden ook meegeteld. Voor zover bekend zijn in 2020 geen Nederlanders slachtoffer geworden van liquidaties in het buitenland. In 2019 werden drie liquidaties uitgevoerd in het buitenland; in 2017 en 2018 ging het om respectievelijk vier en vijf liquidaties in het buitenland [5].
- Uit onderzoek blijkt dat de daling in het aantal liquidaties mogelijk verklaard kan worden door het relatief grote aantal aanhoudingen van criminele kopstukken en andere sleutelfiguren. Daarnaast is in dit onderzoek naar voren gebracht dat opsporingsinstanties door gekraakte PGP-berichten vroegtijdig hebben kunnen ingrijpen om liquidaties te voorkomen. Bijgevolg zou een deel van de spelers in de drugshandel zich even gedeisd houden. Tot slot is het mogelijk dat de vrijheidsbeperkende maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie bijgedragen hebben aan het relatief lage aantal liquidaties in 2020 en 2021: door de rust op straat zou aanwezigheid op straat meer opvallen en zouden de potentiële slachtoffers minder bereikt zijn [1].
- Nederland kende in de jaren zeventig gemiddeld één of twee liquidaties per jaar. Parallel aan de snelle groei van de internationaal georganiseerde smokkel van soft- en harddrugs in Nederland, steeg het aantal liquidaties vanaf de jaren tachtig. Tussen 1980 en 1987 vonden gemiddeld vijf liquidaties per jaar plaats, tussen 1988 en 1990 gemiddeld tien per jaar, tussen 1991 en 2000 per jaar vijftien tot twintig en vanaf het jaar 2000 gemiddeld twintig tot dertig per jaar [2].
Figuur 16.2.1 Aantal liquidatiesI in Nederland (inclusief liquidaties in het buitenland van Nederlandse ingezetenen/gerelateerd aan Nederlandse georganiseerde drugshandel), 2012-2021
Slachtoffers van liquidaties
- In de periode 2013-2021 zijn 196 liquidaties gepleegd [1,3,5]. In de jaren 2013-2019 ging het in totaal om 203 dodelijke slachtoffers van liquidaties. Daarbij ging het in de jaren 2013-2021 in acht gevallen om een dubbele moord en in één geval ging het om een viervoudige moord. Het aantal liquidaties waarbij meerdere mensen zijn gedood, ligt in de periode 2017-2019 hoger dan in de vier jaren daarvoor: in 2017 betrof het viermaal een dubbele moord, in 2018 werden bij één liquidatie vier mensen gedood en in 2019 was er één dubbele moord [3,5].
- Bij de liquidaties waarbij meerdere dodelijke slachtoffers zijn gevallen, is het aannemelijk dat niet alle slachtoffers het beoogde doelwit van de liquidatie waren. Een deel van de slachtoffers van meervoudige liquidaties werd vermoedelijk gedood omdat zij getuige waren van de liquidatie van het beoogde slachtoffer of in de nabijheid van het beoogde slachtoffer waren [5].
- Vanaf 2013 werd bijna elk jaar bij minimaal één liquidatie een verkeerde persoon door de schutter(s) voor het beoogde doelwit aangezien: in 2021 vond er één zogenoemde ‘vergismoord’ plaats. In 2020 is bij twee moorden op de verkeerde persoon geschoten. Voor zover bekend zijn in 2019 geen vergismoorden gepleegd. In 2018 ging het om twee ‘vergismoorden’ en in 2017 ging het om één [3,5].
- Over de gehele periode 2013-2021 was 62% van de slachtoffers in de leeftijd 21-40 jaar ten tijde van het overlijden. In deze periode was 22% van de slachtoffers 41-50 jaar ten tijde van het overlijden en 16% ouder dan 50 jaar. Het aandeel slachtoffers onder 21 jaar was in deze periode 1%. Sinds 2017 is het aandeel slachtoffers dat ouder was dan 40 jaar toegenomen en in 2019 was de meerderheid van de dodelijke slachtoffers van liquidaties ouder dan 40 jaar. In zowel 2018 als 2019 was één slachtoffer jonger dan 21 jaar. Beide slachtoffers waren niet het beoogde doelwit van de liquidatie [5]. In 2020 en 2021 is de leeftijdsverdeling van slachtoffers vrijwel niet veranderd ten opzicht van de jaren daarvoor [3].
- In 2021 werd misdaadjournalist Peter R. de Vries, die de kroongetuige in het Marengo-proces bijstond, geliquideerd. Deze en hieraan gerelateerde eerdere liquidaties toonden aan dat ook buiten het directe criminele circuit slachtoffers worden gemaakt. Naar aanleiding hiervan wordt een steeds groter aantal personen beveiligd mede vanwege de dreiging vanuit de georganiseerde criminaliteit [6].
Het RIEC Midden-Nederland heeft in 2021 onderzoek gedaan naar de achtergronden van 26 uitvoerders van aan cocaïne gerelateerde liquidaties die woonachtig waren in Midden-Nederland ten tijde van de liquidatie. Het rapport ‘Kruitsporen in de cocaïnehandel’ laat zien dat uitvoerders hun criminele carrière gemiddeld op zestienjarige leeftijd startten [7,8]. Voorafgaand aan de liquidatie pleegden de uitvoerders ongeveer 22 delicten. Kenmerken van de uitvoerders van liquidaties zijn [7]:
- man;
- geboren in Nederland, met veelal Marokkaans/Nederlandse achtergrond;
- gemiddeld 30,2 jaar oud bij de eerste liquidatie;
- eerder in beeld bij politie;
- pleegden eerder geweldsdelicten;
- periode(s) uit beeld;
- financiële- en/of psychische problemen (bijvoorbeeld door middelengebruik, verslaving van soft- en/of harddrugs, antisociaal gedrag en agressieproblemen).
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Van Gestel B, Kouwenberg RF. Tweede verkennende studie Liquidaties. Den Haag: WODC; 2021.
- 2.Van Gestel B, Verhoeven MA. Liquidaties nieuwe stijl. Verruwing en professionalisering bij liquidaties in Nederland [Contract killings in a new style. The coarsening and professionalization in contract killings in the Netherlands]. Vol. 43, Justitiële verkenningen. 2017. p. 9–28.
- 3.Van Gestel B, Meijer R. Factsheet 2023-1: Update Liquidaties 2021. 2023.
- 4.Van Gestel B, Kouwenberg RF. Update liquidaties 2019: Factsheet 2019-3. Den Haag: WODC; 2019.
- 5.Van Gestel B, Kouwenberg RF. Update liquidaties 2020: Factsheet 2020. Den Haag: WODC; 2020.
- 6.OM. Jaarbericht 2021. 2022.
- 7.RIEC. Infographic Kruitsporen in cocainehandel. 2021.
- 8.Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid. Uitvoerders van liquidaties, wat is hun profiel? [Internet]. 2021. Available from: https://ccv-secondant.nl/platform/article/uitvoerders-van-liquidaties-wat-is-hun-profiel
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.