HomeOpioïden5.4 Problematisch gebruik

5.4 Problematisch gebruik

Snel naar:

Voor het schatten van de omvang van het (illegaal) problematisch gebruik van opiaten zijn speciale methoden ontwikkeld, omdat de vaak gemarginaliseerde gebruikers onvoldoende vertegenwoordigd zijn in algemene bevolkingsonderzoeken (zie bijlage D). In 2023 heeft het Trimbos-instituut in samenwerking met Stichting Mainline het OPAAK-onderzoek uitgevoerd. OPAAK staat voor: ‘Hoog-risicogebruik van opioïden en crack: aantal, kenmerken, en zorgbehoeften’. Het doel van het onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de omvang, kenmerken, en zorgbehoeften van de groep mensen met hoog-risicogebruik van (illegale) opioïden en crack in Nederland ​[1]​. Voor het schatten van de omvang van het (illegaal) hoog-risicogebruik van opioïden in Nederland werden specifieke definities gehanteerd, gebaseerd op het EUDA ​[2,3]​ of een variant daarvan. De onderzochte groep bestond uit mensen die regelmatig illegale opioïden of methadon gebruikten en doorgaans ook andere middelen gebruikten, zoals cocaïne (crack), alcohol, en slaap- of kalmeringsmiddelen. Voor het onderzoek zijn 393 mensen geïnterviewd die opioïden gebruikten (met of zonder crack) en 127 mensen die alleen crack gebruikten (en geen opioïden).

Er zijn geen exacte gegevens bekend over het vóórkomen van het problematisch gebruik van medicinale opioïden in Nederland; wel zijn er initiatieven om het gebruik van deze verslavende middelen in te perken.

Definitie problematisch gebruik van opiaten

De term problematisch gebruik (ook wel ‘hoog-risicogebruik’ genoemd) van opioïden kent geen uniforme en algemeen gebruikte definitie (zie bijlage D en bijlage B12). In verschillende onderzoeken en in de praktijk worden er dus andere omschrijvingen gebruikt. Toch hebben ze allemaal één overeenkomst, namelijk dat mensen opioïden gebruiken op een manier die leidt tot lichamelijke, psychische of sociale problemen. Voor het schatten van de omvang van het (illegaal) hoog-risicogebruik van opioïden in Nederland werden specifieke definities gehanteerd, gebaseerd op het EUDA ​[3]​ of een variant daarvan. Hoog-risicogebruik betekent dat iemand deze middelen wekelijks of vaker gebruikt.

Medische opioïden, zowel met als zonder doktersrecept, worden vooral door de algemene bevolking gebruikt. Terwijl illegale opioïden vooral worden gebruikt door gemarginaliseerde groepen, zoals mensen die op straat leven. Een ‘gemarginaliseerde’ groep is een groep mensen die vaak aan de rand van de samenleving staan. Ze worden vaak sociaal of economisch buitengesloten, gediscrimineerd, en/of krijgen minder hulp en kansen dan anderen.

Hoeveel mensen met hoog-risicogebruik van (illegale) opioïden zijn er in Nederland?

In 2023 gebruikten naar schatting 13.300 mensen (95% CI: 12.600–14.200) uit gemarginaliseerde groepen in de straatscene opioïden (incl. gestabiliseerde opiaatgebruikers die methadon gebruiken) ​[1]​. Dat is iets minder dan in 2012 ​[4]​, toen het aantal werd geschat op 14.300 (95% CI: 13.400–16.300). Van deze groep gebruikte 89,3% ook crack-cocaïne in 2023, wat neerkomt op ongeveer 11.900 mensen die beide middelen gebruikten, en ongeveer 1.400 mensen die alleen opioïden gebruikten.

Het totale aantal mensen dat in 2023 crack gebruikte, werd geschat op 27.900 ​[1]​. Dit aantal bestaat uit de 11.900 mensen die zowel crack als opioïden gebruikten, plus ongeveer 16.000 mensen (95% CI: 11.300–25.200) die crack gebruikten maar geen opioïden. Ter vergelijking: in 2008 werd het aantal mensen dat alleen crack gebruikte geschat op 12.400 (95% CI: 10.300–15.600) ​[4]​.

Deze cijfers betekenen dat crack in 2023 voor het eerst de meest gebruikte harddrug is binnen de groep mensen met hoog-risicogebruik van harddrugs. Daarmee heeft crack de opioïden verdrongen van de eerste plaats.

Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de huidige schattingen niet één-op-één te vergelijken zijn met die uit eerdere jaren Dit komt door beperkingen in de gebruikte schattingsmethode en de werving van deelnemers in beide jaren, en mogelijke variaties in de representativiteit van de steekproeven.

Wat zijn de kenmerken van mensen die (illegale) opioïden gebruiken?

Deelnemers die opioïden gebruikten, waren vaak man (85%) en hadden een gemiddelde leeftijd van 51 jaar. Van hen was 53% geboren in Nederland, 12% in een ander EU-land en 36% buiten de EU. Slechts 61% van deze groep stond geregistreerd bij de verslavingszorg ​[1]​. In 2012 was dat nog 79% ​[4]​. Het is niet zeker of er echt minder mensen in verslavingszorg zijn, of dat andere factoren het verschil verklaren. De cijfers komen uit het LADIS, maar niet alle verslavingszorginstellingen leveren gegevens aan het LADIS (dekkingsgraad: ongeveer 85-90%).

Mensen die opioïden gebruiken behoren vaak tot een gemarginaliseerde populatie. Uit de OPAAK-studie bleek dat 38% van de deelnemers die opioïden gebruikten dakloos was en op straat of in een daklozen- of nachtopvang verbleef. Ook was 39% werkloos en 37% arbeidsongeschikt verklaard.

Uit de onderzoeksresultaten kwam naar voren dat deze groep veel behoefte heeft aan lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg. Problemen zoals depressie, angststoornissen en lichamelijke klachten kwamen vaak voor bij opioïden en crack gebruikers ​[1]​. Dit kan mogelijk mede komen doordat de groep mensen die opioïden gebruiken veroudert: de gemiddelde leeftijd steeg van 48 jaar in 2012 ​[4]​ naar 51 jaar in 2023

Van de opioïdengebruikers die deelnamen aan het onderzoek, had 12% in het afgelopen jaar drugs geïnjecteerd. Slechts één persoon had in het afgelopen jaar naalden gedeeld met een andere gebruiker. Wel deelde 63% van de mensen die opioïden gebruikten (van wie de meerderheid ook crack gebruikte) in het afgelopen jaar andere drugsattributen, zoals crackpijpen. Het delen van drugsattributen verhoogt het risico op overdracht van infectieziekten.

Veroudering van de groep heroïnegebruikers

De populatie heroïnegebruikers veroudert, zoals blijkt uit inmiddels oudere cijfers van de verslavingszorg (tot en met 2015, zie § 5.6.1), cijfers van de algemene ziekenhuizen (zie § 5.6.2) en cijfers over de sterfte onder opiaatgebruikers (zie § 5.7.3).

  • In 2009 werd het aantal heroïnegebruikers in Amsterdam geschat op 3.023 ​[5]​. Meer recente schattingen van het aantal heroïnegebruikers in Amsterdam zijn niet beschikbaar, doordat de schattingsmethode die hiervoor werd gebruikt niet meer goed kon worden toegepast. Tot en met 2018 blijkt echter het aantal methadonpatiënten bij de GGD Amsterdam te dalen. Ook blijkt het aantal arrestanten dat methadon krijgt op een Amsterdams politiebureau te dalen ​[6]​. Verder is de gemiddelde leeftijd van de methadoncliënten gestegen van 29 jaar in 1985 naar 55 jaar in 2018 ​[6]​. Dit zijn indicaties dat de populatie heroïnegebruikers kleiner wordt en veroudert.
  • De verouderende opiaatgebruikers zullen door een zwakkere lichamelijke conditie minder snel overlast veroorzaken. Daar staat echter tegenover dat de veroudering gepaard gaat met toenemende lichamelijke en psychische gezondheidsklachten ​[7]​. Verslaving aan heroïne, maar ook andere verslavingen, versnellen het verouderingsproces ​[8,9]​. Het verouderingsproces leidt onder andere tot een verminderde weerstand tegen infectieziekten, waardoor gebruikers sneller een infectie oplopen, bijvoorbeeld met het coronavirus. Bovendien hebben ze een groter risico daarvan minder goed te herstellen (zie ook § 5.7 over ziekte en sterfte). Ook is er een groter risico op botontkalking (osteoporose), waardoor verouderende opiaatgebruikers sneller botbreuken kunnen oplopen ​[10]​.
  • De veroudering van de opiaatgebruikers zal ook gevolgen hebben voor die gebruikers die, naast methadon, aanvullend worden behandeld met medicinale heroïne. Ook de deelnemers aan de medicinale heroïneverstrekking verouderen en worden steeds minder mobiel. Een rapport uit 2019 wees er daarom op dat naar verwachting binnen vijf tot tien jaar, na verschijnen van het rapport, de opzet en de uitvoering van de medicinale heroïneverstrekking dient te worden aangepast ​[11]​.

Gebruik van medicinale opioïden

Niet alleen het gebruik van illegale opiaten, zoals heroïne, kan leiden tot problematisch gebruik, maar ook het gebruik van medicinale opioïden, zoals oxycodon, omdat deze middelen een hoog verslavingsrisico hebben. Cijfers over de omvang van problematisch gebruik van medicinale opioïden in Nederland zijn niet beschikbaar. Eveneens is niet bekend in hoeverre deze middelen illegaal (niet op recept) worden gebruikt.

  • In 2020 verstrekten de apotheken aan ongeveer een miljoen mensen een pijnstiller uit de groep zwakwerkende of sterkwerkende opioïden ​[12]​. Hierbij is niet bekend in hoeverre er sprake is van problematisch gebruik. Wel was tussen 2010 en 2017 het aantal gebruikers van sterke en minder sterke opioïden fors gestegen van 650.864 naar 1.010.474 gebruikers ​[12]​.
  • In Nederland is begin 2019 de “actie-agenda verantwoord gebruik opioïden” opgesteld “om de zorgelijke groei van het onnodig en problematisch gebruik van opioïden te stoppen” ​[13]​. Waarschijnlijk heeft deze actie-agenda bijgedragen aan een daling van het aantal gebruikers met 4,9% tussen 2018 en 2019, en een verdere daling met 4,8% tussen 2019 en 2020. De actie-agenda wordt ondersteund door het onderzoeksproject “Tackling And Preventing The Opioid Epidemic (TAPTOE)”, waarin wordt onderzocht hoe het gebruik van opioïde pijnstillers zoveel mogelijk beperkt kan worden ​[14]​. Ervaringsdeskundigen hebben de Stichting Opiaten Afbouwen opgericht die zich inzet “voor de belangen van mensen die stoppen met opioïde pijnstillers zoals Oxycodon, Fentanyl, Morfine of Tramadol” ​[15]​.
  • In Zweden werd geconstateerd dat, tussen 2006 en 2018, de stijging in het aantal recepten voor oxycodon samenhing met een stijging in de sterfte gerelateerd aan oxycodon, voornamelijk onder oudere patiënten die oxycodon kregen voorgeschreven als pijnstiller ​[16]​​. Het is onbekend in hoeverre dit ook voor Nederland geldt. In Nederland zijn geen specifieke gegevens bekend over het aandeel van de medicinale opioïden in de opiatengerelateerde sterfte (zie § 5.7.3). Verder werd in Zweden gevonden dat de kans op problematisch (medisch) opioïdengebruik groter was voor mensen die eerder andere middelen problematisch hadden gebruikt, mensen met psychische of psychiatrische problemen, mensen met pijnklachten, alleenstaanden, en mensen met een lage sociaal-economische status ​[17]​.
  • Vergeleken met de Verenigde Staten is het problematisch gebruik van medicinale opioïden in Europa beperkter gebleven ​[17–19]​. Dit komt waarschijnlijk doordat in Europa het voorschrijven van opioïden beter is gereguleerd, illegale fentanylen minder worden gebruikt, geen op de gebruiker gerichte reclame mag worden gemaakt voor medicinale opioïden, pijn meer wordt bestreden met psychologische interventies, het bezit van pijnstillers voor persoonlijk gebruik niet strafbaar is, in het drugsbeleid de nadruk ligt op harm reduction, het uitschrijven van recepten wordt gemonitord, en er een betere toegang is tot de verslavingszorg ​[18]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    L Strada, T Martinelli, D Van der Gouwe, S Korteling, G Cruts, M Groothuizen, et al. Population size estimate of people with high-risk opioid use and an exploration of people with high-risk use of crack cocaine and other drugs in the Netherlands. OPAAK project. Final report. . Trimbos-instituut; 2025.
  2. 2.
    EMCDDA. Statistical Bulletin 2021 — methods and definitions for problem drug use [Internet]. 2021. Available from: https://www.emcdda.europa.eu/data/stats2021/methods/pdu
  3. 3.
    EMCDDA. PDU (Problem drug use) revision summary. Publications office of the European Union; 2013.
  4. 4.
    Cruts G, Van Laar MW, Buster M. Aantal en kenmerken van problematische opiatengebruikers in Nederland. Utrecht/Amsterdam: Trimbos-instituut/GGD Amsterdam; 2013.
  5. 5.
    Buster M, Van Brussel G. De GGD Amsterdam en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg: OGGZ-monitor 2010. Amsterdam: GGD Amsterdam; 2011.
  6. 6.
    Wijffels C, Buster M, Steenkamer I, Schaap A, Uitenbroek D, Verhagen C. Genotmiddelenmonitor Amsterdam 2020. Amsterdam: GGD Amsterdam, Afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Zorginnovatie (EGZ) / Jeugdgezondheidszorg (JGZ); 2020.
  7. 7.
    Carpentier PJ. Verslaving in ontwikkelingsperspectief: de rol van antisociale gedragsstoornis en ADHD in de ontwikkeling van problematisch middelengebruik. Vol. 56, Tijdschrift voor Psychiatrie. 2014. p. 95–105.
  8. 8.
    Bachi K, Sierra S, Volkow ND, Goldstein RZ, Alia-Klein N. Is biological aging accelerated in drug addiction? Vol. 13, Current Opinion in Behavioral Sciences. 2017. p. 34–39.
  9. 9.
    Cheng GLF, Zeng H, Leung MK, Zhang HJ, Lau BWM, Liu YP, et al. Heroin abuse accelerates biological aging: a novel insight from telomerase and brain imaging interaction. Vol. 3, Translational Psychiatry. 2013. p. 1–10.
  10. 10.
    Groysman A, Neril R, Rubinova R. Spontaneous rib fractures in a 35 year old man: Prolonged cocaine and heroin addiction in association with osteoporosis. Vol. 25, Endocrine Practice. 2019. p. 76.
  11. 11.
    Van Wamel A, Planije M, Lempens A. Verkenning toekomstscenario’s medische heroïnebehandeling Nijmegen. Utrecht: Trimbos-instituut; 2019.
  12. 12.
    Opiaten.nl. Gebruik [Internet]. 2022. Available from: https://opiaten.nl/cijfers-onderzoek/epidemiologie
  13. 13.
    T.K.29477-739. Geneesmiddelenbeleid: Voortgang van de uitvoering van de actie-agenda verantwoord gebruik van opioïden, 13 december 2021. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2021.
  14. 14.
    Beerda E. Joining forces to prevent an opioid epidemic in the Netherlands: 3 August 2021 [Internet]. 2021. Available from: https://www.nwo.nl/en/cases/joining-forces-prevent-opioid-epidemic-netherlands
  15. 15.
    Opiatenafbouwen.nl. Opiaten Afbouwen: Over ons [Internet]. 2022. Available from: https://www.opiatenafbouwen.nl/over-ons
  16. 16.
    Fugelstad A, Agren G, Ramstedt M, Thiblin I, Hjelmstrom P. Oxycodone-related deaths in Sweden 2006–2018. Vol. 234, Drug and Alcohol Dependence. 2022. p. 109402.
  17. 17.
    Kendler KS, Lönn SL, Sundquist J, Sundquist K. Predicting the Onset of Opioid Use Disorder in the Swedish General Population. Vol. 83, Journal of Studies on Alcohol and Drugs. 2022. p. 332–341.
  18. 18.
    Van den Brink W, Pierce M, Van Amsterdam J. What lessons from Europe’s experience could be applied in the United States in response to the opioid addiction and overdose crisis? Vol. 117, Addiction. 2022. p. 1197–1198.
  19. 19.
    Kalkman GA, Van den Brink W, Pierce M, Atsma F, Vissers KCP, Schers HJ, et al. Monitoring Opioids in Europe: The Need for Shared Definitions and Measuring Drivers of Opioid Use and Related Harms. Vol. 28, European Addiction Research. 2022. p. 231–239.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.