9.2.1 GHB-gebruik onder volwassenen
Hoeveel volwassenen gebruiken GHB?
In het kort: In 2023 gebruikte 1,6% van de volwassenen ooit GHB, 0,3% gebruikte GHB in het laatste jaar en 0,1% in de laatste maand. Het gebruik van GHB ooit in het leven is het hoogst onder mannen, 30-49-jarigen en volwassenen die wonen in (zeer) sterk stedelijke gebieden.
Minder dan 1% van de volwassenen gebruikte in het laatste jaar GHB
In 2023 had 1,6% van de volwassenen ooit GHB gebruikt. Dat komt neer op 230 duizend volwassenen. Door 0,3% van de volwassenen werd GHB in het laatste jaar gebruikt en 0,1% gebruikte in de laatste maand.
Meer mannen dan vrouwen hebben ervaring met GHB
In 2023 was GHB-gebruik ooit in het leven hoger onder mannen (2,0%) dan onder vrouwen (1,2%).
Gebruik van GHB komt het meest voor onder 30-49-jarigen
In 2023 was het gebruik van GHB ooit in het leven het hoogst onder 30-49-jarigen (3,6%) en het laagst onder 50-plussers (0,3%). Het gebruik onder 18-29-jarigen (1,9%) zat daar tussenin.
In de LSM-A 2022 is aan de laatste-jaar-gebruikers van GHB gevraagd hoe oud zij waren toen zij voor het eerst GHB gebruikten. De gemiddelde startleeftijd was 31,6 jaar (SD = 12,0). Deze leeftijd lag hoger dan voor de meeste andere middelen, zoals ecstasy (22,4 jaar) of amfetamine (22,0 jaar).
Gebruik van GHB komt meer voor onder hoogopgeleiden dan laagopgeleiden
In 2023 was het GHB-gebruik ooit in het leven hoger onder hoogopgeleiden (1,9%) dan onder laagopgeleiden (1,0%). Het gebruik onder middelbaar opgeleiden (1,6%) zat daartussen in maar verschilde niet statistisch significant van de andere opleidingsniveaus.
Geen verschil in het gebruik van GHB tussen herkomstgroepen
In 2023 was er geen verschil tussen de herkomstgroepen in het percentage volwassenen dat ervaring heeft met GHB.
Gebruik van GHB komt het meest voor onder volwassenen die wonen in (zeer) sterk stedelijke gebieden
In 2023 was het GHB-gebruik ooit in het leven hoger onder volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden (2,1%) dan onder volwassenen in matig stedelijke gebieden (0,7%) en weinig/niet stedelijke gebieden (1,0%).
Aanvullende informatie
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.