HomeDrugscriminaliteit16.4.2 Verdachten van Opiumwetdelicten bij de politie

16.4.2 Verdachten van Opiumwetdelicten bij de politie

Snel naar:

Verdachten van drugsgerelateerde opsporingsonderzoeken bij de politie

In het registratiesysteem Summ-IT registreert de politie drugsgerelateerde opsporingsonderzoeken en kenmerken van verdachten in deze opsporingsonderzoeken. Hieronder zijn de meest recente gegevens, over de jaren tot 2020, opgenomen. Over 2021 en 2022 is nog geen informatie beschikbaar.

  • In de periode 2017-2020 zijn in totaal 4.089 drugsgerelateerde opsporingsonderzoeken van de politie geregistreerd in Summ-IT. Het jaarlijks aantal drugsgerelateerde opsporingsonderzoeken is in deze periode relatief stabiel rond de 1.000 onderzoeken ​[1]​.
  • In 2019 en 2020 was het deel drugsgerelateerde opsporingsonderzoeken naar cocaïne het grootst, gevolgd door synthetische drugs, cannabis en heroïne. In één opsporingsonderzoek kunnen meerdere typen drugs voorkomen ​[1]​.
  • In 2020 zijn, in vergelijking met 2019, minder verdachten geregistreerd in opsporingsonderzoeken naar hennep, hasj, synthetische drugs, cocaïne en heroïne ​[1]​.
  • Voor hennepgerelateerde opsporingsonderzoeken: in 2020 waren er 700 verdachten en in 2019 ging het om 1.137 verdachten. Het overgrote merendeel van de verdachten was man. Het grootste deel van de verdachten was tussen de 20 en 39 jaar ​[1]​.
  • Voor hasjgerelateerde opsporingsonderzoeken: er waren 404 verdachten in 2020 en 457 verdachten in 2019. Mannen zijn eveneens in deze groep verdachten sterk oververtegenwoordigd. Het grootste deel van de verdachten was tussen de 20 en 29 ​[1]​.
  • Voor synthetische drugs: 1.129 verdachten in 2020 en 1.265 verdachten in 2019. Het overgrote merendeel van de verdachten was man en tussen de 20 en 39 jaar ​[1]​.
  • Voor cocaïnegerelateerde opsporingsonderzoeken: in 2020 betrof het 1.428 verdachten en in 2019 waren dit 1.528 verdachten. Het overgrote merendeel van de verdachten in cocaïnegerelateerd politieonderzoek was man. Meer dan de helft van deze verdachten was in 2019 en 2020 ouder dan 30 jaar ​[1]​.
  • Voor heroïnegerelateerde opsporingsonderzoeken: er waren 354 verdachten in 2020 en 441 verdachten in 2019. Het overgrote merendeel van de verdachten in onderzoeken naar heroïne was man en tussen de 20 en 30 jaar oud ​[1]​.

Ontwikkeling van verdachten van Opiumwetdelicten

  • Gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (gebaseerd op registraties van de politie) laten zien dat het (voorlopige) aantal geregistreerde verdachten van Opiumwetdelicten in 2022 opnieuw is afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Het gaat om ruwweg 16.000 verdachten van Opiumwetdelicten in 2022. In 2020 waren er ruwweg 19.000 verdachten, in 2021 daalde dit aantal naar ongeveer 17.000 verdachten. Het totaal aantal verdachten van misdrijven – dus niet alleen Opiumwetdelicten – steeg daarentegen in 2022 ten opzichte van 2021. In 2021 waren er ongeveer 245.000 verdachten van misdrijven tegenover 257.000 in 2022 ​[2,3]​.
  • Het aandeel geregistreerde verdachten van een Opiumwetdelict in alle geregistreerde verdachten van misdrijven lag in 2022 op ruim 6%. Dat is enigszins lager dan in de vijf voorgaande jaren toen het deel rond 7% schommelde ​[3]​. Mogelijk wordt de trend van de afgelopen jaren vertekend door gewijzigde registratievoorschriften bij de politie, waardoor vanaf juli 2018 meerdere delicten niet meer in één registratie – van het zwaarste feit – mogen worden vastgelegd. Deze delicten worden nu apart van elkaar geregistreerd ​[2]​.
  • In 2021 zijn de effecten van de coronapandemie op de strafrechtketen in de periode maart 2020-juni 2021 onderzocht door politiegegevens te analyseren. Uit de statistische analyse bleek dat de coronapandemie nauwelijks invloed heeft gehad op het aantal geregistreerde verdachten in deze periode: het aantal verdachten van Opiumwetdelicten in de periode maart 2020-juni 2021 week niet veel af van de prognose van de situatie zonder coronapandemie ​[4]​. Dit wijst erop dat de ontwikkelingen van het aantal verdachten van Opiumwetdelicten sinds de de start van de coronapandemie in maart 2020 tot medio 2021 niet verklaard kan worden door (maatregelen ter bestrijding van) de coronapandemie.
  • De gegevens van het CBS zijn door definitieverschillen niet vergelijkbaar met de gegevens uit de OMDATA/RACmin over Opiumwetdelicten die in de volgende paragrafen worden gepresenteerd (zie ook bijlage B10).

Verdachten van Opiumwetdelicten ten aanzien van het totaal aantal verdachten, 2013-2022, in absolute aantallen en %I [Tabel 16.4.2]

  • Het aantal geregistreerde Opiumwetmisdrijven bleef in 2022 gelijk ten opzichte van 2021. In beide jaren zijn ruwweg 12.000 Opiumwetmisdrijven geregistreerd. Het totaal aantal geregistreerde misdrijven steeg in 2022 ten opzichte van 2021 (zie tabel hieronder) ​[3]​.
  • Ook het aandeel Opiumwetdelicten in het totaal aantal misdrijven was in 2022 ruwweg vergelijkbaar met het voorgaande jaar.
  • De daling van het totaal aantal geregistreerde misdrijven in 2020 (ten opzichte van 2019) lijkt verband te houden met de coronamaatregelen, waaronder met name in de periode maart-mei 2020. De daling werd namelijk pas bij het ingaan van de maatregelen in maart ingezet en vanaf mei, toen de maatregelen werden versoepeld, steeg de geregistreerde criminaliteit weer ​[5]​.
  • Op basis van registraties van de politie bleek dat het aantal geregistreerde Opiumwetdelicten aan het begin van de tweede lockdown, voordat de avondklok werd ingevoerd (19 december 2020 tot 23 januari 2021), significant was toegenomen. Desalniettemin bleek dat, wanneer de hele periode maart 2020-juni 2021 wordt bezien, de coronamaatregelen geen effect hebben gehad op het aantal geregistreerde Opiumwetdelicten ​[2]​.
  • De toename van het totaal aantal geregistreerde misdrijven in 2019 (ten opzichte van 2018) is mogelijk (mede) veroorzaakt doordat het eenvoudiger is geworden om aangifte via internet te doen ​[6]​. Dit kan geen verklaring zijn voor de toename van het aantal geregistreerde Opiumwetmisdrijven in 2019, aangezien Opiumwetdelicten doorgaans niet via aangiften ter kennis van de politie komen.

Opiumwetmisdrijven op totaal aantal misdrijven, 2013-2022, in absolute aantallen en %I [Tabel 16.4.3]

Internationale rechtshulpverzoeken

  • Landen kunnen elkaar, onder bepaalde voorwaarden, om rechtshulp vragen met een rechtshulpverzoek. Rechtshulpverzoeken kunnen bijvoorbeeld gaan over het verhoren van een verdachte, het bieden van hulp bij het uitvoering geven aan een geldstraf of uitleveren van een persoon. Informatie over internationale rechtshulpverzoeken kan inzicht geven in de inzet op en de opbrengst van strafrechtelijke interventies en inspanningen van opsporingsdiensten in internationaal verband.
  • De gegevens over inkomende en uitgaande rechtshulpverzoeken komen uit het Landelijk Uniform Registratiesysteem voor Internationale Rechtshulpverzoeken (LURIS). In dit systeem worden alle rechtshulpverzoeken geregistreerd. Onderstaande cijfers over aantallen rechtshulpverzoeken zijn gebaseerd op het aantal registratienummers. Rechtshulpverzoeken krijgen wanneer ze binnenkomen een registratienummer. Binnen een rechtshulpverzoek kunnen echter meerdere berichten worden verzonden, die dan hetzelfde registratienummer krijgen. De rechtshulpverzoeken met meerdere berichten zijn alle meegeteld als één rechtshulpverzoek. De meest recente gegevens over rechtshulpverzoeken gaan over het jaar 2020 ​[1]​.
  • In de gehele periode 2017-2020 zijn 103.482 rechtshulpverzoeken geregistreerd. Van deze rechtshulpverzoeken waren er 15.447 drugsgerelateerd, ongeveer 15% van het totaal. Van het totaal aantal rechtshulpverzoeken is 73% inkomend (uit het buitenland) en 27% uitgaand (naar het buitenland) ​[1]​.
  • In 2020 werden 3.358 drugsgerelateerde rechtshulpverzoeken geregistreerd. Dit is een afname ten opzichte van 2019; toen werden er 3.897 drugsgerelateerde rechtshulpverzoeken ingediend. Deze dalende trend zien we ook terug in het totaal aantal rechtshulpverzoeken ​[1]​.
  • In het systeem LURIS worden de rechtshulpverzoeken per type drugs geregistreerd. Deze cijfers geven echter geen goed inzicht in het aantal rechtshulpverzoeken per type drugs. Veruit het grootste deel van de drugsgerelateerde rechtshulpverzoeken wordt onder een algemene categorie geschaard. Een reden hiervoor is mogelijk dat uit het rechtshulpverzoek niet blijkt om welk type drugs het gaat. Daarnaast hebben sommige verzoeken zowel een algemeen label als een specifiek label gekregen. Dit rechtshulpverzoek wordt dan dubbel meegeteld ​[1]​.
  • In de periode 2017-2020 werd 63% van de drugsgerelateerde rechtshulpverzoeken uitgewisseld met buurlanden België en Duitsland; dit gaat om respectievelijk 5.023 en 4.685 geregistreerde drugsgerelateerde rechtshulpverzoeken. Na België en Duitsland wisselt Nederland het meest drugsgerelateerde rechtshulpverzoeken ​uit met andere buurlanden: Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De top tien van landen waarmee Nederland het meeste rechtshulpverzoeken uitwisselt, bestaat uit landen binnen Europa en Turkije ​[1]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Chessa T, van Mantgem J, Vermeulen I. Fenomeenbeeld drugs 2021: “De narcostand van Nederland.” Zoetermeer: ; 2022 p. 1–327.
  2. 2.
    CBS. Geregistreerde criminaliteit; soort misdrijf, regio . 2022.
  3. 3.
    CBS . Geregistreerde criminaliteit; soort, misdrijf, regio. ; 2023 p.
  4. 4.
    Moolenaar D, Choenni S. Effect van COVID-19 op de strafrechtketen. Memorandum 2021-3 [Internet]. Den Haag; 2021. Available from: www.wodc.nl.
  5. 5.
    Meijer RF, Moolenaar DEG, Choenni R, Van den Braak SW. Criminaliteit en rechtshandhaving 2020. Ontwikkelen en samenhangen. Den Haag: WODC; 2021 p. 1–190. (Cahier 2021-22).
  6. 6.
    Meijer RF, Van den Braak SW, Choenni R. Criminaliteit en rechtshandhaving 2019: Ontwikkelingen en samenhangen. Den Haag: WODC; 2020 p. (Cahier 2020-16).

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.