HomeOpioïden5.6.3 Incidenten

5.6.3 Incidenten

In het kort: In 2022 speelde heroïne/methadon/buprenorfine een rol in 7% van de geregistreerde drugsincidenten. De patiënten waren relatief ouder en vaak ging het om arrestanten met een complexe verslavingsproblematiek. Bij synthetische opioïden (pijnstillers) gaat het vaak om een suïcidepoging, of om het per ongeluk innemen van te veel medicatie.

Snel naar:

Sinds 2009 houdt de Monitor Drugsincidenten (MDI, zie bijlage B3) ​[1]​ actuele gegevens bij over de aard en omvang van acute drugsgerelateerde gezondheidsincidenten bij patiënten die worden behandeld op de spoedeisende eerste hulp (SEH) van een ziekenhuis, door de ambulance, door forensisch artsen, of op de EHBO van een grootschalig evenement. De monitor is niet landelijk dekkend, maar rapporteert vanuit peilstationregio’s in Nederland (vier regio’s in 2009; acht sinds 2011). In 2022 droegen 18 diensten actief bij aan de registratie: drie ambulancediensten, zeven SEH-afdelingen en vijf afdelingen forensische geneeskunde. De gegevens worden aangevuld met die van het Letsel Informatie Systeem (LIS), waarin de behandelingen wegens intoxicaties of letsels na drugsgebruik op 14 SEH’s zijn opgenomen.

Daarnaast registreert het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) informatieverzoeken van artsen en hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen ​[2]​. Het NVIC is onderdeel van de Divisie Vitale Functies van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en is telefonisch te raadplegen via de 24-uursinformatietelefoon. De meeste drugsgerelateerde telefonische informatieverzoeken hebben betrekking op een patiënt die in aanraking is gekomen met een middel: een blootstelling. Een blootstelling leidt niet per definitie tot vergiftigingsverschijnselen, het gaat dus om een mogelijke/potentiële vergiftiging. Naast de mogelijkheid om het NVIC telefonisch te raadplegen, kunnen hulpverleners via de website www.vergiftigingen.info toxicologische informatie opvragen voor bijvoorbeeld een risicoanalyse om de ernst van een blootstelling te berekenen, of om rechtstreeks stofmonografieën en therapieteksten te raadplegen (zonder uitvoering van een risicoanalyse). De website kan worden geraadpleegd bij een daadwerkelijke blootstelling van een patiënt, maar ook ter oriëntatie of bijscholing.

Bij alle bronnen worden intoxicaties niet analytisch/toxicologisch geverifieerd.

Drugsgerelateerde incidenten

In 2022 werden in totaal 6.411 drugsincidenten geregistreerd ​[1]​. Het gebruik van heroïne/methadon/buprenorfine werd bij 434 (7%) van de incidenten gemeld, waarvan 67% als enige gebruikte drug, met of zonder alcohol (monogebruik). Bij de overige incidenten was heroïne/methadon/buprenorfine in combinatie met één of meer andere drugs gebruikt. Bij deze andere drugs ging het voornamelijk om cocaïne (15%) en GHB (6%). Daarnaast waren er 217 incidenten gemeld in 2022 met synthetische opioïden (3% van het totaal). Het ging hier voornamelijk om de zware pijnstillers oxycodon (57%), tramadol (33%) en fentanyl (8%). In 80% van deze gevallen waren de synthetische opioïden de enige drug.

Heroïne, methadon, of buprenorfine.

  • In 2022 werd 6% van de 289 geregistreerde incidenten met heroïne/methadon/buprenorfine als enige gebruikte drug (met of zonder alcohol) gemeld door ambulancediensten, 7% door SEH-MDI-ziekenhuizen, 5% door SEH-LIS-ziekenhuizen, 81% door forensisch artsen en minder dan 1% door EHBO’s.
  • In 2022 was de mediane leeftijd van patiënten bij incidenten met heroïne/methadon/buprenorfine 43 jaar en 83% van hen was man.
  • Drie op de vier geregistreerde incidenten werden gemeld door forensisch artsen. Vaak gaat het hier om patiënten met complexe verslavingsproblematiek die vanwege overlast zijn ingesloten, 70% had te maken met ontwenningsverschijnselen.
  • Incidenten waarbij er geen sprake was van ontwenning maar van intoxicatie, waren in 2022 overwegend ernstig van aard (79%). Bij matige en ernstige intoxicatie (zowel bij klassieke als bij synthetische opioïden) is er, naast de dempende effecten, vaak ook sprake van een hoge bloeddruk en hartslag. Mogelijk is dit te verklaren door de politiesetting of door comorbiditeit bij deze groep gebruikers.

Synthetische opioïden

  • In 2022 werd 65% van de 173 geregistreerde incidenten met synthetische opioïden als enige gebruikte drug (met of zonder alcohol) gemeld door ambulancediensten, 9% door SEH-MDI-ziekenhuizen, 0% door SEH-LIS-ziekenhuizen, 25% door forensisch artsen en 1% door EHBO’s.
  • Opvallend is dat het in bijna de helft (43%) van de incidenten gaat om patiënten die deze middelen hadden ingenomen in het kader van een suïcidepoging. Het is meestal niet te achterhalen of de middelen op voorschrift van een arts of uit het illegale circuit zijn verkregen. De patiënten hadden een mediane leeftijd van 45 jaar en 64% was vrouw.
  • Bij 51% van de incidenten met synthetische opioïden is de intentie van de inname niet vast te stellen. Bij 6% ging het om voornamelijk ouderen (mediane leeftijd: 67 jaar) die per abuis hadden over gedoseerd, bijvoorbeeld door recent verhoogde doseringen of het per ongeluk innemen van te veel van de voorgeschreven medicatie. Deze patiënten hadden een mediane leeftijd van 49 jaar en twee derde was man.

Informatieverzoeken over acute vergiftigingen

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) voorziet artsen en andere hulpverleners van informatie over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftiging ​[2]​. De hieronder genoemde gegevens betreffen enkel informatieverzoeken, dit geeft geen informatie over het daadwerkelijke aantal opioïdenblootstellingen of -vergiftigingen. Ook de mate waarin de hulpverleners kennis hebben (opgebouwd) over het middel zal van invloed zijn op het aantal informatieverzoeken. Bij het interpreteren van trendgegevens moet hier rekening mee worden gehouden. Daarnaast bestaat in Nederland geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen.

  • Het aantal online risicoanalyses via www.vergiftigingen.info voor heroïne schommelde tussen 67 (2020), 105 (2021) en 89 (2022) ​[2]​.
  • Voor 2021 en 2022 heeft het NVIC niet meer specifiek gerapporteerd over opioïde pijnstillers ​[2,6]​. Aanvankelijk signaleerde het NVIC tussen 2017 en 2018 een stijging in het aantal informatieverzoeken voor opioïde pijnstillers (van 280 naar 424 informatieverzoeken) ​[3]​, maar deze stijging heeft zich in 2019 (343 informatieverzoeken) en in 2020 (328 informatieverzoeken) niet verder voortgezet ​[4,5]​. Het aantal telefonische informatieverzoeken voor fentanyl schommelde tussen 33 in 2017, 18 in 2018, en 29 in 2019. “Veel meldingen aan het NVIC betroffen medicatiefouten bij therapeutische gebruikers” ​[7]​. Het ging hier voornamelijk om verkeerd gebruik van fentanyl pleisters.

Informatie over incidenten met nieuwe synthetische opioïden is te vinden op deze pagina.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Schürmann L, Valkenberg H, Croes E. Monitor Drugsincidenten: Jaarrapportage 2022. Trimbos-insituut en VeiligheidNL; 2024.
  2. 2.
    Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, Visser CC, Dijkman MA, De Lange DW, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2022: NVIC Rapport 01/2023. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2023.
  3. 3.
    Kan AA, Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, De Lange DW, Van Riel AJHP, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2018: NVIC Rapport 07/2019 [Internet]. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2019. Available from: https://www.umcutrecht.nl/getmedia/7f6543a2-6609-46f2-a043-a554bef36475/NVIC-Jaaroverzicht-2016.pdf.aspx?ext=.pdf
  4. 4.
    Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Van Velzen AG, Mulder-Spijkerboer HN, Visser CC, Dijkman MA, Kan AA, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2020: NVIC Rapport 01/2021. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2021.
  5. 5.
    Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Kan AA, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, Visser CC, De Lange DW, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2019: NVIC Rapport 06/2020. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2020.
  6. 6.
    Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Van Velzen AG, Mulder-Spijkerboer HN, Visser CC, Dijkman MA, De Lange DW, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2021: NVIC Rapport 01/2022. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2022.
  7. 7.
    Nugteren–van Lonkhuyzen JJ, de Lange DW, van Riel AJHP, Vrolijk RQ, Ohana D, Hondebrink L. The Clinical Toxicology of 4-Bromo-2,5-dimethoxyphenethylamine (2C-B): The Severity of Poisoning After Exposure to Low to Moderate and High Doses [Internet]. Vol. 76, Annals of Emergency Medicine. American College of Emergency Physicians; 2020. p. 303–317. Available from: https://doi.org/10.1016/j.annemergmed.2020.04.022

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.