NPS
HomeNPS8.6.2 Incidenten

8.6.2 Incidenten

In het kort: Het aandeel bij de Monitor Drugsincidenten (MDI) gemelde incidenten met 3- of 4-MMC (3%) is in 2021 opnieuw sterk gestegen. Patiënten zijn relatief jong en combineren 3-/4-MMC vaak met andere drugs. Ook het aantal informatieverzoeken over synthetische cathinonen (213 blootstellingen) bij het NVIC is in 2021 ruim verdubbeld ten opzichte van 2020 (84 blootstellingen). Het ging vooral om informatieverzoeken over 3-MMC (162 blootstellingen in 2021).

Snel naar:

Sinds 2009 houdt de Monitor Drugsincidenten (MDI, zie bijlage B3) actuele gegevens bij over de aard en omvang van acute drugsgerelateerde gezondheidsincidenten bij patiënten die worden behandeld op de spoedeisende eerste hulp (SEH) van een ziekenhuis, door de ambulance, door forensisch artsen, of op de EHBO van een grootschalig evenement. De monitor is niet landelijk dekkend, maar rapporteert vanuit peilstationregio’s in Nederland (vier regio’s in 2009; acht sinds 2011) ​​​[1]​. De gegevens worden aangevuld met die van het Letsel Informatie Systeem (LIS), waarin de behandelingen wegens intoxicaties of letsels na drugsgebruik op 14 SEH’s zijn opgenomen. Daarnaast registreert het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) informatieverzoeken van artsen en andere medisch professionals over vermoede blootstellingen aan middelen. Bij beide bronnen worden intoxicaties niet analytisch/toxicologisch geverifieerd. Tot slot verzamelt het Euro-DEN Plus project gegevens over drugsgerelateerde spoedgevallen van een netwerk van ziekenhuizen in Europa.

Monitor Drugsincidenten

3-/4-MMC

In 2021 waren de meeste meldingen van NPS gerelateerd aan 3/4-MMC (in één categorie behandeld omdat zowel dealers en gebruikers als hulpverleners moeilijk onderscheid tussen de middelen kunnen maken). In 2021 werd gebruik van 3- of 4-MMC geregistreerd bij 132 (3%) van de 3.984 geregistreerde drugsincidenten. In 42% was 3/4-MMC de enige gebruikte drug, met of zonder alcohol (mono-gebruik). Bij de rest was 3/4-MMC in combinatie met één of meer andere drugs gebruikt, meestal met GHB (45%), ecstasy (20%), cannabis (16%) en/of amfetamine (18%). De eerste incidenten met 3/4-MMC zijn geregistreerd in 2018 ​[1]​.

  • Incidenten met 3/4-MMC nemen zowel in absolute aantallen als relatief toe. Het aandeel op het totaal aan drugsincidenten is nog relatief beperkt. In 2021 was bij 3% van de geregistreerde incidenten sprake van 3/4-MMC-gebruik (al dan niet in combinatie met andere middelen), verreweg het grootste aandeel van alle geregistreerde NPS (ter vergelijking: alle andere NPS bij elkaar opgeteld waren betrokken bij 1% van de geregistreerde incidenten).  In 2020 was 3/4-MMC nog betrokken bij 2% van de meldingen, en in 2019 bij 0,4% (2018: 0,2%). Deze toename in incidenten werd gezien op EHBO-posten, bij ambulancediensten en MDI- en LIS-ziekenhuizen.
  • Waar in 2018 nog 89% van alle geregistreerde 3/4-MMC-incidenten het gevolg was van combinatiegebruik, was dit aandeel in 2021 gedaald naar 58%. Er zijn in 2021 dus relatief vaker incidenten gemeld waarbij 3/4-MMC alleen, zonder andere drugs, voor gezondheidsverstoringen heeft gezorgd. Daarnaast zijn in 2020 voor het eerst matige en ernstige intoxicaties met 3/4-MMC (als enige drug met of zonder alcohol) geregistreerd. Voorheen waren de gemelde incidenten uitsluitend licht van aard. In 2021 groeide het aandeel ernstige incidenten bij 3/4-MMC-mono-intoxicaties naar 50%, hoger dan bijvoorbeeld bij ecstasy (23%), cocaïne (26%) of amfetamine (36%). Op feesten was de intoxicatie bij het merendeel (78%) van de 3/4-MMC-mono-intoxicaties licht. Het aandeel patiënten dat 3/4-MMC (als enige drug) met alcohol had gecombineerd was 67% in 2020.
  • Patiënten met een 3/4-MMC (mono-)intoxicatie waren in 2021 relatief jong; de mediane leeftijd (23 jaar) van deze patiënten was vergelijkbaar met die van ecstasy (22 jaar) en lachgas (22 jaar) en beduidend lager dan die van de gemiddelde patiënt die werd gezien voor een drugsintoxicatie (mediaan: 31 jaar).

Tabel 8.6.1     Incidenten met 3/-4MMC als enige drug geregistreerd door de Monitor Drug Incidenten (MDI) en het Letsel Informatie Systeem (LIS), Peiljaar 2020.

4-FA en overige NPS

Aan NPS gerelateerde incidenten hadden in de afgelopen jaren vooral betrekking op 4-FA. In 2012 werden voor het eerst enkele 4-FA-incidenten geregistreerd. In 2021 was bij 16 meldingen van het totaal van 3.984 door de deelnemers geregistreerde drugsincidenten 4-FA betrokken (<1%). Bij 7 incidenten was 4-FA de enige gebruikte drug. De stof werd wegens ernstige gezondheidsverstoringen op 25 mei 2017 op lijst I van de Opiumwet geplaatst. Sindsdien is er een afname zichtbaar in het aantal door DIMS geteste 4-FA monsters (lees hierover meer op deze pagina), alsook in het aandeel drugsincidenten na gebruik van 4-FA. De gegevens over de gebruikte drugs zijn grotendeels afkomstig van zelfrapportage.

  • Op EHBO-posten steeg het aandeel incidenten na gebruik van 4-FA (als enige drug of in combinatie met andere drugs) van 2012 (< 1%) tot en met 2016 (15%). Na het verbod op 4-FA in mei 2017 daalde het aandeel incidenten met 4-FA van 17% in het eerste half jaar van 2017 naar 9% in het tweede half jaar. Daarna zette deze trend door en kwam het aandeel incidenten op de EHBO’s van grootschalige evenementen dat samenhing met het gebruik van 4-FA (als enige drug of in combinatie met één of meerdere andere drugs) in 2021 uit op 2%.
  • De overige diensten zien weinig incidenten gerelateerd aan 4-FA; in 2021 meldden ambulancediensten 2 (<1%), MDI-ziekenhuizen 5 (<1%) en LIS-ziekenhuizen 1 incident (<1%) waarbij (onder andere) 4-FA was gebruikt. Forensisch artsen meldden geen incidenten met 4-FA.

Incidenten gerelateerd aan andere NPS worden veel minder vaak geregistreerd. Daarbij moet wel worden aangetekend dat het niet mogelijk is om zonder toxicologische analyses een goed beeld van deze incidenten te verkrijgen.

  • In 2021 registreerde de MDI incidenten gerelateerd aan de volgende overige NPS: 2C-B (18 keer in 2021; 14 keer in 2020; 30 in 2019; 30 in 2018), synthetische cannabinoïden (9 keer in 2021; 10 keer in 2020), designer benzodiazepinen (7 keer in 2021; 5 keer in 2020), PCP (3 keer in 2021; 4 keer in 2020).

Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) voorziet artsen en andere hulpverleners van informatie over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen ​[2]​. Er bestaat geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen. Daarom is de daadwerkelijke omvang van het NPS-gebruik in Nederland dat resulteert in gezondheidsincidenten waarschijnlijk groter.

In 2021 ontving het NVIC 496 telefonische meldingen over NPS (32% van het totale aantal drugsmeldingen). Dat is een ruime verdubbeling ten opzichte van 2020 (212 telefonisch gemelde blootstellingen; 16% van het totaal). Deze stijging is met name te wijten aan de toename aan informatieverzoeken over synthetische cathinonen (van 84 in 2020 naar 213 in 2021) en designer en niet-geregistreerde benzodiazepines (van 65 in 2020 naar 167 in 2021). Dit komt overeen met signalen uit ander onderzoek dat het gebruik van synthetische cathinonen (met name 3-MMC) is toegenomen in Nederland en Europa. De toename van designer en niet-geregistreerde benzodiazepinen is ook in lijn met de trend die sinds de afgelopen jaren in heel Europa te zien is ​[3,4]​

  • Het NVIC ontving de meeste meldingen over het synthetische cathinon 3-MMC (162 blootstellingen), een ruime verdubbeling ten opzichte van 2020 (64 blootstellingen). Door de relatief korte werkingsduur worden tijdens een sessie vaak meerdere doses ingenomen. Dit vergroot de kans op een overdosis. De meeste patiënten hadden cardiovasculaire klachten (versnelde hartslag en verhoogde bloeddruk). Enkele keren had een patiënt last van een ernstig verhoogde bloeddruk en een hartinfarct. Vooralsnog zijn geen analytische bevestigde overlijdensgevallen met 3-MMC gemeld bij het NVIC. Zie ook § 8.7.3 voor meer informatie over ziekte en sterfte gerelateerd aan synthetische cathinonen.
  • Voor 2015 ontving het NVIC slechts incidenteel meldingen met designer en niet-geregistreerde benzodiazepinen. Tot 2020 schommelde het jaarlijkse aantal rond de 20 blootstellingen. Vanaf 2020 is het aantal vergiftigingen met designer en niet-geregistreerde benzodiazepinen fors gestegen (167 blootstellingen in 2021). Dit is zorgelijk omdat de meeste patiënten (86%) matige tot ernstige symptomen ontwikkelden (zoals coma, vertraagde hartslag of ernstige ademhalingsdepressie), waarbij opname en behandeling in het ziekenhuis meestal noodzakelijk was. Zie ook deze pagina voor meer informatie over ziekte en sterfte gerelateerd aan designer en niet-geregistreerde benzodiazepinen.
  • Het aantal informatie verzoeken aan 2C-B schommelt door de jaren heen en lijkt in 2021 te zijn gestabiliseerd. Het aantal gemelde informatieverzoeken aan 4-FA is, na een daling, sinds 2020 gestabiliseerd. Naast de telefonische raadplegingen kunnen ook risicoanalyses via de website www.vergiftigingen.info uitgevoerd worden. Deze website is vrij toegankelijk. Vanaf 2020 is op deze website informatie beschikbaar over 2C-B en 4-FA. In 2021 zijn 33 risicoanalyses uitgevoerd voor 4-FA en 88 voor 2C-B. Daarmee staat 2C-B op plek 10 van de tien drugs met het hoogste aantal risicoanalyses.
  • Meldingen over synthetische tryptaminen fluctueerden de afgelopen jaren. Tussen 2020 en 2021 was er een toename in het aantal informatieverzoeken.
  • Voor synthetische cannabinoïden en overige NPS zijn het aantal informatieverzoeken continu laag. In 2021 werd geen blootstelling aan synthetische opioïden gemeld.

Tabel 8.6.2             Aantal telefonisch gemelde blootstellingen van personen van 13 jaar en ouder aan NPS.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Schürmann L, Valkenberg H, Croes E. Monitor drugsincidenten: Factsheet 2021. Utrecht: Trimbos-instituut; 2022.
  2. 2.
    Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Van Velzen AG, Mulder-Spijkerboer HN, Visser CC, Dijkman MA, De Lange DW, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2021: NVIC Rapport 01/2022. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2022.
  3. 3.
    EMCDDA. European Drug Report 2021: Trends and Developments. Luxembourg: Publications Office of the European Union; 2021.
  4. 4.
    EMCDDA. European Drug Report 2022: Trends and Developments. Lisbon: Publications Office of the European Union; 2022.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.