HomeWetgeving, beleid en preventie2.1.2.6. Beleid ter bestrijding van ondermijnende drugscriminaliteit

2.1.2.6. Beleid ter bestrijding van ondermijnende drugscriminaliteit

In het kort: Ondermijnende criminaliteit vormt een ernstige bedreiging voor de samenleving en rechtsstaat. De Nederlandse aanpak is sinds 2022 versterkt met strengere wetgeving, hogere straffen en betere opsporingsmogelijkheden. Gemeenten, politie, OM en Douane werken samen in de aanpak tegen ondermijnende criminaliteit, maar kampen met capaciteitsgebrek en kennistekort. Drugssmokkel en dumping van drugsafval blijven belangrijke aandachtspunten. In 2022 gaf Nederland in totaal ruim 630 miljoen euro uit aan de bestrijding van Opiumwetdelicten.

Snel naar:

Hoe wordt ondermijnende (drugs)criminaliteit aangepakt?

Wat is ondermijnende criminaliteit?

Bij ondermijnende criminaliteit gebruiken criminelen legale bedrijven en diensten voor illegale activiteiten. Soms zetten ze legale partijen onder druk of maken ze gebruik van geweld. Hierdoor raken de onderwereld en de bovenwereld met elkaar vermengd. Dit ondermijnt en bedreigt de samenleving en de rechtsstaat. De illegale activiteiten gaan verder dan alleen de productie en handel van drugs. Het betreft ook zaken zoals witwassen, vastgoedfraude, geweld en corruptie. Deze zaken zijn vaak met elkaar verbonden ​[1]​.

Landelijk beleid tegen ondermijnende criminaliteit

Het Nederlandse beleid tegen ondermijnende criminaliteit is gebaseerd op vier pijlers ​[2]​:

  • Voorkomen: het voorkomen van criminele carrières en het versterken van de weerbaarheid van de samenleving;
  • Verstoren: het verstoren van criminele netwerken en hun verdienmodellen;
  • Bestraffen: het effectief vervolgen en bestraffen van criminelen;
  • Beschermen: het beschermen van kwetsbare personen en sectoren tegen criminele invloeden.

Deze pijlers vormen samen een integrale en multidisciplinaire aanpak om ondermijning effectief aan te kunnen pakken.

De Nederlandse overheid heeft daarnaast specifieke wetgeving ontwikkeld om ondermijnende criminaliteit beter aan te kunnen pakken. Deze zogenoemde ‘ondermijnings’-wetgeving is bedoeld om juridische knelpunten op te lossen. Deze wetten richten zich niet alleen op drugscriminaliteit, maar ook op andere vormen van georganiseerde misdaad.

Enkele voorbeelden van deze wetten zijn:

  • Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit
    Deze wet is in juli 2022 in werking getreden. De wet regelt onder andere:
    • verhoging van de maximale straf voor bedreiging van 2 naar 3 jaar;
    • extra strafverhoging voor bedreiging van bestuurders en togadragers tot 4 jaar;
    • strafbaarstelling van ‘criminele binnendringers’, bijvoorbeeld in havens en luchthavens;
    • de mogelijkheid om kosten voor vernietiging van inbeslaggenomen goederen te verhalen op de veroordeelde;
    • strafbaarstelling van het importeren, exporteren en voorhanden hebben van precursoren strafbaarstellingen van het importeren, exporteren en voorhanden hebben van precursoren ​[3,4]​.
  • Wijziging van de wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit
    In november 2023 is een wetsvoorstel ingediend met de volgende aanvullingen:
    • aanpassing van straffen voor bepaalde delicten;
    • verhoging van boetecategorieën;
    • verruiming van de mogelijkheid om de ontnemingsmaatregel hoofdelijk op te leggen;
    • strafbaarstelling van het opzettelijk aanpassen van voertuigen met verborgen ruimten om opsporing te bemoeilijken;
    • beperking van mogelijkheden tot wraking van rechters;
    • bevoegdheid voor banken om verdachte financiële transacties tijdelijk te blokkeren.
      Het wetsvoorstel is in februari 2024 besproken in de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid ​[5]​. De exacte inwerkingtredingsdatum is nog niet vastgesteld.
  • Wet gegevensverstrekking douane voor uitvoering politie- of toezichtstaken
    Deze wet is in april 2025 in werking getreden ​[6]​.
    Belangrijke punten:
    • uitbreiding van de mogelijkheden voor de Douane om gegevens te delen met politie, Koninklijke Marechaussee, fiscale inlichtingen en opsporingsdienst en Financial Intelligence Unit-Nederland;
    • dit mag straks ook in de toezichtfase, dus zonder concreet vermoeden van een strafbaar feit.

In 2024 heeft het kabinet besloten om de aanpak van ondermijnende criminaliteit verder te versterken. In december van datzelfde jaar is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de nieuwe initiatieven ​[7]​:

  • Versterking van de maatschappelijke weerbaarheid: Er wordt ingezet op het vergroten van de weerbaarheid van burgers, bedrijven en overheden tegen criminele invloeden. Dit gebeurt onder andere door trainingen, bewustwordingscampagnes en het verbeteren van informatie-uitwisseling.
  • Aanpak van corruptie en criminele inmenging: Het kabinet heeft specifieke maatregelen aangekondigd om corruptie binnen en buiten de overheid harder aan te pakken. Dit omvat onder meer het verbeteren van toezicht en het aanscherpen van wet- en regelgeving.
  • Internationale samenwerking: Er wordt intensiever samengewerkt met andere landen om internationale criminele netwerken te verstoren. Dit omvat gezamenlijke operaties, informatie-uitwisseling en het versterken van grensoverschrijdende opsporing.
  • Wetgeving en regelgeving: Nieuwe wetten en regels zijn in voorbereiding of reeds ingevoerd om ondermijning tegen te gaan. Dit betreft onder andere het aanpassen van strafmaten en het verbeteren van gegevensdeling tussen instanties.

Sinds 2017 zijn er door de overheid extra financiële middelen beschikbaar gesteld om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Sinds dat jaar is er meer dan 1 miljard euro uitgegeven aan de aanpak van ondermijning ​[7]​.

Verschillende organisaties werken samen aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit, zoals: het Openbaar Ministerie (OM), politie, Douane, FIOD, gemeenten, de Belastingdienst, Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s) en het Landelijke informatie- en Expertise Centrum (LIEC) ​[8]​. Hierbij is het belangrijk om te vermelden dat het RIEC een samenwerkingsverband is van diverse instanties, waaronder ook het OM, politie, douane, FIOD, gemeenten en de Belastingdienst. De politie en het OM richten zich vooral op grootschalige en georganiseerde drugscriminaliteit, zoals de productie van heroïne, cocaïne, synthetische drugs en cannabis. Dit gebeurt door intensieve opsporing en vervolging. Bij deze organisaties richt het beleid zich dus met name op georganiseerde criminaliteit in de drugshandel en -productie ​[9]​.

Welke aanpakken tegen ondermijnende criminaliteit zijn er?

Breed Offensief Tegen georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit

Het ministerie van JenV startte in 2017 het Breed Offensief Tegen georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) ​[10]​. Dit plan richt zich op het verstoren van criminele activiteiten, zoals drugsproductie en -handel. Het omvat ook onder andere maatregelen voor de preventie van drugsgebruik ​[11]​.

Er zijn fondsen beschikbaar voor projecten op zowel landelijk als regionaal niveau. Deze projecten richten zich op onder andere criminele geldstromen, transportnetwerken en logistieke knooppunten zoals havens ​[12]​.

Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit

In juli 2022 werd het Nationale Samenwerkingsverband tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC) opgericht. NSOC is een samenwerking tussen de politie, het Openbaar Ministerie (OM), de Douane, de Belastingdienst en andere diensten. Het doel is om criminele structuren te ontwrichten en informatie te delen ​[13]​.

In 2023 werd NSOC geëvalueerd. De samenwerking tussen de betrokken partijen bleek sinds de start verbeterd, maar er waren op dat moment wel nog knelpunten, zoals het juridische kader voor gegevensdeling ​[14]​. In 2024 was het plan om de samenwerking te verlengen. Maar aan het einde van dat jaar is besloten om de samenwerking per direct te stoppen ​[15]​.

Preventief beleid vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid

Preventie drugsgebruik

Het voorkomen van drugsgebruik en het tegengaan van normalisering is vooral de taak van het ministerie van VWS, vanwege de risico’s voor de volksgezondheid. De minister van JenV wees in 2019 erop dat drugsgebruik de illegale drugsindustrie in stand houdt. Sindsdien wil dit ministerie ook de mentaliteit rond drugsgebruik veranderen, vooral bij uitgaansdrugs ​[16]​.

Preventie met Gezag

Het ministerie van JenV voert ook preventief beleid ten aanzien van ondermijning. Het programma Preventie met Gezag richt zich op jongeren van 8 tot 27 jaar in kwetsbare buurten. In 47 gemeenten worden extra maatregelen genomen om te voorkomen dat jongeren de criminaliteit in gaan. Denk aan de inzet van straatcoaches, extra begeleiding op scholen, gesprekken via Halt na grensoverschrijdend gedrag, en hulp aan hele gezinnen. Ook wordt samengewerkt met onder andere de jeugdreclassering en wijkagenten ​[17,18]​.

Inzet van de Douane

De Douane speelt een steeds grotere rol in het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. Waar voorheen vooral werd gekeken naar de taak van de Douane aan de grens, is de Douane inmiddels ook actief op het gebied van veiligheid en preventie los van de taak aan de grens. In samenwerking met andere diensten, zoals de politie en de Belastingdienst, zet de Douane slimme technologie in om criminaliteit vroegtijdig op te sporen. Denk hierbij aan geavanceerde scantechnologie in havens, waarmee verborgen drugs of wapens in containers kunnen worden opgespoord.

Daarnaast werkt de Douane samen met internationale partners, bijvoorbeeld douanediensten in Zuid-Amerika, om smokkelroutes en criminele netwerken in kaart te brengen. Ook wordt preventie steeds belangrijker. Via educatieve programma’s zoals ‘Sterke Luchthaven’ en ‘Coco’ worden jongeren bewust gemaakt van de risico’s van criminele verleiding in en rond logistieke knooppunten zoals luchthavens en havens. Deze programma’s van de Douane worden onder meer ingezet op scholen en in samenwerking met gemeenten. Met deze combinatie van technologie, internationale samenwerking en voorlichting levert de Douane een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en opsporen van ondermijnende criminaliteit ​[19]​.

Gemeentelijke aanpak tegen ondermijnende criminaliteit

Sinds 2016 besteden gemeenten meer aandacht aan georganiseerde criminaliteit. In 2022 gaven ze drugscriminaliteit hoge prioriteit. Daarnaast besteedden ze meer aandacht aan witwassen en mensenhandel. Gemeenten werken met integrale veiligheidsplannen en spelen een belangrijke rol in de uitvoering daarvan. De borging van continuïteit en kwaliteit in de lokale aanpak blijft echter kwetsbaar ​[8]​.

De samenwerking tussen Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s), gemeenten en andere partijen is in de afgelopen tien jaar verbeterd, maar er zijn knelpunten, zoals problemen met informatie-uitwisseling door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ​[8]​. Vanaf begin 2025 biedt de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wgs) een duidelijk juridisch kader voor het verwerken van persoonsgegevens binnen het RIEC. De wet schept helderheid over de voorwaarden voor gegevensverwerking en zou de informatie-uitwisseling binnen het RIEC moeten bevorderen.

Gemeenten werken steeds vaker samen met RIEC’s en het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) binnen hun aanpak tegen ondermijnende criminaliteit. Deze netwerken helpen bij het herkennen van signalen van criminaliteit en geven advies over hoe daarop kan worden ingegrepen. In 2024 heeft het RIEC gewerkt aan ruim 400 integrale casussen, veelal gericht op drugs, witwassen en bestuurlijke interventies. Op het gebied van het afpakken van crimineel vermogen is in totaal 38,3 miljoen euro opgelegd. Daarnaast zijn honderden Bibob-adviezen uitgebracht ter ondersteuning van de bestuurlijke weerbaarheid ​[20]​. De RIEC’s ondersteunen ook bij de toepassing van de wet Bibob, die overheden in staat stelt te onderzoeken of er een risico bestaat dat de vergunning of beschikking wordt misbruikt voor criminele doeleinden ​[21]​.

Welke uitdagingen zijn er in de regionale aanpak?

De Universiteit Maastricht en de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzochten een selectie van de aanpak van georganiseerde criminaliteit tussen 2019 en 2022. De aanleiding hiervoor was de wens van het ministerie van Justitie en Veiligheid om de effectiviteit van de versterkingsmaatregelen tegen ondermijnende criminaliteit te evalueren. In deze periode zijn met extra financiële middelen diverse lokale, regionale en landelijke projecten gestart om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Voor dit onderzoek zijn dertien regionale projecten geselecteerd die onderdeel zijn van deze aanpak. Het doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de succes- en faalfactoren van deze projecten en aanbevelingen doen voor een effectievere aanpak van georganiseerde criminaliteit.

Uit het onderzoek kwamen zes belangrijke knelpunten naar voren. Er is te weinig duurzame capaciteit en expertise, en het is lastig om draagvlak te vinden bij niet-overheidsorganisaties. Het gebruik van big data leidt tot juridische en ethische vragen. Publiek-private samenwerking verzwakt als de overheid te veel regie voert. Daarnaast belemmert een overmaat aan overleg de slagvaardigheid, en ontbreekt het aan sturing om lessen uit projecten breder toe te passen ​[22]​.

Als reactie op het onderzoek van de Universiteit Maastricht en de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft de minister van Justitie en Veiligheid verschillende maatregelen getroffen ​[23]​:

  • Structurele financiering voor de versterking van capaciteit en expertise.
  • Publiek-private samenwerkingen zijn versterkt door het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023-2026.
  • Er wordt geïnvesteerd in internationale samenwerking, zoals het ‘Internationaal offensief tegen georganiseerde criminaliteit’.

Hoe wordt drugssmokkel aangepakt?

Nederland probeert drugssmokkel tegen te gaan door strengere controle op vijf mainports: de havens van Rotterdam, Zeeland/West-Brabant, en het Noordzeekanaalgebied, Schiphol, en de bloemenveilingen ​[19]​.

In 2025 investeert het kabinet in de vervanging en uitbreiding van scans, drones, detectiepoorten en camera’s bij deze mainports. Deze middelen worden vernieuwd op basis van een ‘routekaart’ voor detectieapparatuur, die ook rekening houdt met de wens om apparatuur uit landen met een verhoogd spionagerisico geleidelijk af te bouwen ​[19]​.

Deze investeringen bouwen voort op eerdere stappen die in 2022 zijn gezet om ondermijnende criminaliteit effectiever aan te pakken. Toen kreeg de Douane extra middelen voor betere controle- en toezichtmaatregelen, zoals de inzet van drugshonden en cameradrones bij de mainports. Ook werd de samenwerking met ketenpartners in de havens versterkt, zowel op nationaal als internationaal niveau ​[24]​. In 2025-2026 wordt deze mainportsaanpak in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) geëvalueerd ​[19]​.

Internationale samenwerking

Landen werken op verschillende niveaus, van regeringen tot uitvoerende diensten, steeds beter samen tegen drugssmokkel ​[13,25]​. De aandacht gaat vooral uit naar de invoer van cocaïne uit Latijns-Amerika. Er zijn contactpersonen (liaison officers) geplaatst in landen waar de cocaïne vandaan komt of doorheen gaat. Ook werken de havens van Hamburg, Rotterdam en Antwerpen samen met overheidsdiensten om de smokkel aan te pakken.

In oktober 2022 spraken zes Europese landen af om samen de internationale drugshandel aan te pakken. Ze richten zich vooral op het beter beveiligen van belangrijke logistieke knooppunten, zoals havens of vliegvelden. Het gaat om de volgende landen: België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland en Spanje.

Het project TFC Fortius, dat liep van juni 2022 tot 2024, had als doel de operationele samenwerking tussen België en Nederland te versterken in de strijd tegen cocaïne-import via de haven van Antwerpen. Diverse justitiële, politie- en douanediensten uit beide landen werkten samen, evenals de rechtbank Amsterdam en de Nederlandse Belastingdienst. Men richtte zich zowel op het verbeteren van samenwerking en het wegnemen van juridische obstakels als op het aanpakken van Nederlandse criminele netwerken betrokken bij de cocaïnehandel ​[26,27]​.

Maatregelen van de Douane

In 2025 zet de Douane de lijn van voorgaande jaren voort door het toezicht op drugssmokkel verder te versterken. De focus ligt op betere samenwerking met haventerminals, onder meer in Rotterdam, zodat ze hoogrisico-containers beter kunnen volgen tussen aankomst en verder transport. Ook wordt het cameratoezicht uitgebreid in kwetsbare gebieden zoals het Noordzeekanaalgebied en de haven van Vlissingen. Daarnaast werkt de Douane met andere diensten aan nieuwe wetgeving om informatie-uitwisseling te verbeteren, wat moet bijdragen aan snellere en effectievere opsporing van ondermijnende criminaliteit ​[19]​.

Deze inzet bouwt voort op maatregelen uit 2024, toen de Douane zich richtte op het opwerpen van barrières in bron- en transitlanden en het versterken van het toezicht op belangrijke havens (mainports). Zo werd in de haven van Rotterdam gestart met het plaatsen van hoogrisico-containers in aparte compartimenten om risico’s beter te beheersen. Ook werd onderzocht of het verkorten van de aanzegtermijn (de tijd tussen aankondiging en uitvoering van een controle) kan helpen om criminele netwerken minder ruimte te geven om zich aan controles te onttrekken ​[28]​.

Drugsbestellingen via internet en post

Drugs worden steeds vaker via internet besteld en in postpakketten naar het buitenland verstuurd ​[29]​. De politie pakt dit aan via het Post Interventie Team (PIT), dat zich richt op illegale handel via internet, het dark web en postzendingen. Om de samenwerking met de Douane te versterken, is begin 2024 een aanvullend team opgericht: het Hit and Run Postteam (HARP).

Zie voor meer informatie ook: Drugscriminaliteit – Handel, inbeslagnames en ontmanteling: drugshandel via internet.

Post Interventie Team

Het Post Interventie Team (PIT) van de politie richt zich op illegale handel via internet, het dark web en postpakketten. De politie werkt samen met post- en pakketdiensten, en ook met de douane- en politiediensten van de Verenigde Staten en Australië. De Douane werkt nauw samen met de douane van landen die drugs via postpakketten ontvangen, zoals de Verenigde Staten en Australië. Er zijn gesprekken met de VS om een contactpersoon van de douane (liaison) in de VS te plaatsen.  De politie heeft ook sterke samenwerkingen met andere buitenlandse politiediensten ​[30]​.

Hit and Run Postteam

Om de bestrijding van drugsbestellingen via post te verbeteren is begin 2024 het Hit and Run Postteam (HARP) opgericht. Dit team is een samenwerking tussen de Douane, de politie en het Openbaar Ministerie. In de eerste helft van 2024 zijn er minder drugs in uitgaande post gevonden dan in dezelfde periode in 2023. De Douane denkt dat criminelen mogelijk naar andere landen uitwijken door de intensieve controles van het HARP. Het PIT van de politie blijft bestaan en werkt samen met het HARP. Het verschil tussen deze teams zit onder andere in de doorlooptijd. Het PIT richt zich namelijk op grotere langlopende opsporingszaken, met een doorlooptijd van zes tot acht maanden. Het HARP daarentegen is een onderzoeksmethode die in een korte tijd zoveel mogelijk effect moet opleveren. De onderzoeken van dit team hebben gemiddeld een doorlooptijd van zes tot acht weken ​[31]​.

Controle op post binnen de EU

Binnen de EU was er tot 2021 geen structurele controle door de Douane op interne poststromen vanwege het vrije verkeer van goederen. Toch heeft de Douane in 2021 het toezicht op poststromen verhoogd. Nederland, België, Duitsland en Luxemburg hebben samengewerkt aan een project om een barrièremodel te ontwikkelen voor de distributie van drugs via post- en koeriersdiensten. Dit project helpt bij het identificeren van criminele activiteiten. Eind 2023 is het Europese barrièremodel voor het vervoeren van synthetische drugs via post verschenen. Diverse private en publieke partijen uit Nederland, België, Luxemburg en Duitsland hebben in een gezamenlijk overleg elkaar geïnformeerd over belangrijke trends en ontwikkelingen met betrekking tot het vervoer van synthetische drugs via post- en koeriersdiensten ​[30,32]​.

Veranderingen in wetgeving rondom post

Het briefgeheim is een uitdaging bij het opsporen van drugs via post. Pakketten mogen alleen worden geopend met toestemming van een rechter-commissaris. De modernisering van het Wetboek van Strafvordering maakt het echter mogelijk voor opsporingsambtenaren om pakketten zonder rechterlijke toestemming te openen. Voor brieven blijft toestemming nodig ​[30]​.

Aanpak van drugsafvaldumpingen

Problemen en aanpak van drugsafvaldumpingen

Het dumpen van drugsafval leidt tot twee grote problemen: milieuverontreiniging en overtredingen van de Opiumwet. Hoewel de Opiumwet zelf geen expliciete bepalingen bevat over het dumpen van drugsafval, wordt bij vervolging vaak verwezen naar de Wet milieubeheer, eventueel in combinatie met de Wet economische delicten (WED). Rechters verwijzen echter geregeld ook naar de Opiumwet wanneer duidelijk is dat het om afval uit illegale drugsproductie gaat. Om deze problemen te bestrijden zijn er toezicht- en controlemaatregelen door het bestuurlijk bevoegd gezag (zoals provincies, gemeenten en waterschappen) en opsporing door politie, bijzondere opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie (OM).

Opruimen van drugsafval

Drugsafval moet snel worden opgeruimd om schade aan de volksgezondheid en het milieu te beperken. De verantwoordelijkheid voor het opruimen ligt bij de provincies, gemeenten of terreineigenaren als het op particuliere grond wordt gedumpt. Er is geen landelijke aanpak, aangezien de problematiek per regio verschilt en verschillende lokale ketenpartners betrokken zijn. Daders van drugsafvaldumpingen blijven vaak onzichtbaar, ontlopen hun verantwoordelijkheid en kunnen, zelfs als ze gepakt worden, de schade vaak niet vergoeden door hun betrokkenheid bij illegale activiteiten en het ontbreken van financiële middelen. Dit maakt het moeilijk om hen aansprakelijk te stellen.

Subsidieregeling voor opruimkosten

Gedupeerden van een drugsafvaldumping kunnen tot eind 2025 bij BIJ12 een subsidie aanvragen voor de opruimkosten van het drugsafval. BIJ12 is onderdeel van de vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt provincies bij de uitvoering van gemeenschappelijke opgaven, voornamelijk in het domein van de transitie natuur en stikstof. BIJ12 verleent deze subsidies namens de provincies en het ministerie van JenV verstrekt hiervoor sinds 2021 jaarlijks financiële middelen ​[33]​. Per 1 januari 2025 zou deze regeling worden vervangen door een nieuwe Rijksregeling ​[34]​, maar deze vervanging is met één jaar uitgesteld. Over de inwerkingtreding van deze regeling is nog geen verdere informatie.

Verantwoordelijkheid voor opruimen

De Rijksoverheid heeft strikt juridisch gezien geen verantwoordelijkheid voor het opruimen van drugsafval. Er is echter geen andere partij of bestuurslaag die de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke en milieuschade van anonieme drugsdumpingen volledig kan dragen.

Uitgaven aan Opiumwetdelicten

De meest recente informatie over uitgaven aan Opiumwetdelicten gaat over het jaar 2022. Cijfers over meer recente jaren zijn nog niet beschikbaar.

Uitgaven aan de bestrijding van Opiumwetdelicten

In 2022 werd er 630,4 miljoen euro uitgegeven aan de bestrijding van Opiumwetdelicten ​[35]​. Dit bedrag omvat alle uitgaven voor activiteiten gericht op het bestrijden van ondermijnende criminaliteit, overlast én verloedering die verband houden met de Opiumwet, zoals smokkel, handel, productie en bezit van drugs. De uitgaven zijn verdeeld over verschillende domeinen:

  • Preventie: dit betreft uitgaven voor de preventie van Opiumwetdelicten, hoewel de preventie van drugsgebruik onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) valt en niet is meegenomen in deze cijfers.
  • Opsporing: de politie en bijzondere opsporingsdiensten dragen bij aan de opsporing van deze misdrijven.
  • Vervolging: het Openbaar Ministerie (OM) en reclasseringsorganisaties zijn verantwoordelijk voor de vervolging.
  • Berechting: de kosten voor berechting worden gedragen door de rechtbanken en gerechtshoven.
  • Tenuitvoerlegging van straffen: de meeste uitgaven op dit gebied gaan naar de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die verantwoordelijk is voor de uitvoering van vrijheidsstraffen.

Verdeling van de uitgaven

De uitgaven aan Opiumwetdelicten vormden 4% van de totale uitgaven aan veiligheid in 2022. Ter vergelijking 37% van de totale uitgaven aan veiligheid ging naar vermogensmisdrijven, 17% naar vernieling en misdrijven tegen de openbare orde, voor gewelds- en seksuele misdrijven was dat 23% en voor verkeersmisdrijven 8%. Er werd in 2022 meer geld besteed aan de bestrijding van harddrugsmisdrijven (86%) dan aan softdrugsmisdrijven (14%).

Trends in de uitgaven

De uitgaven voor Opiumwetdelicten zijn in de periode 2012-2022 als volgt veranderd:

  • De uitgaven voor softdrugsmisdrijven daalden in de periode 2016-2022.
  • In de periode 2017-2021 stegen de uitgaven voor zowel Opiumwetdelicten als harddrugsmisdrijven.
  • In 2022 was er een daling in de uitgaven voor zowel Opiumwetdelicten als harddrugsmisdrijven ten opzichte van 2021.

Uitgaven aan tenuitvoerlegging van straffen

De meeste uitgaven voor Opiumwetdelicten gingen in de periode 2012-2022 naar de tenuitvoerlegging van straffen voor harddrugsmisdrijven. Dit aandeel is in de jaren voor 2022 steeds groter geworden. De uitgaven aan preventie bleven in de periode 2012-2022 achter. Deze uitgaven vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS.

Opiumwetdelicten worden vaak gezien als ‘slachtofferloze delicten’, omdat er meestal geen aangiften worden gedaan, zoals van kopers tegen dealers. Daardoor zijn er weinig kosten voor slachtofferhulp.

Kostenverdeling tenuitvoerlegging van straffen

  • Opiumwetdelicten maken 12% uit van de totale kosten voor de tenuitvoerlegging van straffen. Dit plaatst ze op de derde plaats, na gewelds- en seksuele misdrijven (40%) en vermogensmisdrijven (28%).

Ontvangsten

Tegenover de uitgaven aan veiligheidszorg staan ook ontvangsten, zoals door boetes, transacties, strafbeschikkingen, ontnemingsmaatregelen en overige ontvangsten (zoals kosten voor aanvragen bij Justis en buitenlandse boetes).

Deze ontvangsten worden niet gespecificeerd per type delict.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    T.K.29911-79. Bestrijding georganiseerde criminaliteit: Brief regering: Nationaal Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit 2012 en Vierde rapportage op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2013.
  2. 2.
    Rijksoverheid. Halfjaarbrief georganiseerde ondermijnende criminaliteit – juni 2024 [Internet]. Ministerie van Justitie en Veiligheid ; 2024. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/06/25/tk-halfjaarbrief-aanpak-georganiseerde-ondermijnende-criminaliteit
  3. 3.
    T.K.35564-2. Voorstel van wet: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit , 10 september 2020. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.
  4. 4.
    Stb. 2021-544. Wet van 4 november 2021 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit). Den Haag: Rijksoverheid; 2021.
  5. 5.
    T.K. 36463-2. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II). Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
  6. 6.
    Rijksoverheid. Nieuwsbericht: Douane moet gegevens kunnen delen in strijd tegen ondermijnende criminaliteit [Internet]. 2024. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/03/28/douane-moet-gegevens-kunnen-delen-in-strijd-tegen-ondermijnende-criminaliteit
  7. 7.
    Rijksoverheid. Halfjaarbrief georganiseerde ondermijnende criminaliteit december 2024. 2024.
  8. 8.
    Smits J, Struiksma N, Diekema M, Venrooij B. Monitor bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit: De stand van zaken in 2022. Den Haag: WODC; 2022.
  9. 9.
    T.K. 29911-433. Beleidsreactie op rapport ‘Onbedoeld Ondermijnen.’’.’ Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2024.
  10. 10.
    T.K.29911-180. Bestrijding georganiseerde criminaliteit: Brief Regering: Actie-agenda aanpak ondermijning. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2017.
  11. 11.
    T.K.29911-281. Bestrijding georganiseerde criminaliteit: Brief regering: Uitwerking breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit, 18 juni 2020. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.
  12. 12.
    T.K. 29911-375. Bestrijding georganiseerde criminaliteit; Brief regering; Onderzoeksdrieluik naar ingroei- en rekruterings-mechanismen van jongeren in de georganiseerde criminaliteit. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
  13. 13.
    T.K. 29911-379. Bestrijding georganiseerde criminaliteit; Brief regering; Najaarsbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
  14. 14.
    Bastiaansen C, Kuin M, Bleeker Y. Evaluatie Actieplan NSOC. Amsterdam: Regioplan; 2023.
  15. 15.
    Veiligheid M van J en. Kamerbrief: Evaluatie Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit. Kenmerk 5218167 [Internet]. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-justitie-en-veiligheid/nieuws/2024/03/15/samenwerkingsverband-nsoc-in-aanpak-georganiseerde-misdaad-gecontinueerd
  16. 16.
    T.K.24077-427. Brede aanpak synthetische drugs: Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid, 9 juli 2019. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2019.
  17. 17.
    Rijksoverheid. Rapportage aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. 2024.
  18. 18.
    Rijksoverheid. 20 gemeenten extra gesteund in aanpak van jeugdcriminaliteit. 2024.
  19. 19.
    Jaarplan Douane 2025. Douane Nederland; 2025 p. 3–5.
  20. 20.
    Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal: Jaarverslag RIEC-LIEC 2024. Ministerie van Justitie en Veiligheid ; 2025.
  21. 21.
    Jaarverslag 2023. RIEC-LIEC; 2024.
  22. 22.
    Nelen H, van Wingerde K, Bisschop L, Moerland R. Koers bepalen. Over de lessen van de versterking aanpak georganiseerde drugscriminaliteit; eindrapportage . Den Haag: Boom criminologie; 2023.
  23. 23.
    T.K. 29911-417. Bestrijding georganiseerde criminaliteit; Brief regering; Halfjaarbrief aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
  24. 24.
    Douane. Jaarrapportage Douane 2022. Den Haag: Ministerie van Financiën; 2023.
  25. 25.
    T.K. 29911-355. Bestrijding georganiseerde criminaliteit; Brief regering; Toekomstagenda internationaal offensief tegen georganiseerde criminaliteit. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
  26. 26.
    Rijksoverheid. Toespraak staatssecretaris de Vries bij presentatie drugscijfers Antwerpen [Internet]. 2023. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2023/01/10/toespraak-staatssecretaris-aukje-de-vries-bij-presentatie-drugscijfers-antwerpen-op-10-januari-2023
  27. 27.
    A Spapens, I Blatter, M Mouris, E Jaspaert, C Colman, S Van Nimwegen. Grensoverschrijdende samenwerking tegen ondermijnende criminaliteit in het Belgisch-Nederlandse grensgebied: 2018-2023. Tilburg University/Universiteit Gent/Nationale Politie; 2024.
  28. 28.
    Douane. Jaarplan 2024. Den Haag: Ministerie van Financiën; 2024.
  29. 29.
    Douane. Douane – Drugsvangsten 1e helft 2022. 2022.
  30. 30.
    T.K. Aanhangsel-3913. Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over het bericht “Drugs per post neemt vlucht: ‘Overal ter wereld meer dancefeesten.’” Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
  31. 31.
    Douane. Douane, politie en OM bundelen krachten in strijd tegen drugszendingen per post [Internet]. 2024. Available from: https://www.overdedouane.nl/actueel/nieuws/2024/02/14/douane-politie-en-om-bundelen-krachten-in-strijd-tegen-drugszendingen-per-post
  32. 32.
    Veiligheid C voor C en. Drugsvervoer via post en koeriers tegengaan met Europees barrièremodel. 2023.
  33. 33.
    T.K. 24077-503. Drugbeleid; Brief regering; opvolging toezeggingen en moties drugsbeleid. Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
  34. 34.
    E.K.35564-C. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit); Memorie van antwoord. Den Haag: Eerste Kamer der Staten-Generaal; 2021.
  35. 35.
    Moolenaar DEG. Criminaliteit en Rechtshandhaving 2023. Ontwikkelingen en samenhangen. ed. Den Haag: WODC/CBS/RvdR; 2024.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.