HomeWetgeving, beleid en preventie2.1.5 Precursoren

2.1.5 Precursoren

Drugsprecursoren zijn stoffen die middels een chemische reactie in drugs omgezet kunnen worden (‘grondstoffen’). Sommige stoffen kunnen ook voor legale doelen worden gebruikt, andere worden alleen voor het vervaardigen van synthetische drugs gebruikt. De handel en de in- en uitvoer van drugsprecursoren is in Nederland geregeld in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën (Wvmc), de Opiumwet en de Wet op de economische delicten (WED).

  • Precursoren die ook voor legale doeleinden kunnen worden aangewend moeten ‘geregistreerd’ worden en zijn vergunningsplichtig. De Wvmc verwijst daarbij naar twee Europese verordeningen, waarin lijsten zijn opgenomen van geregistreerde stoffen (Verordeningen 273/2004 en 111/2005). Er worden telkens nieuwe stoffen voor de productie van synthetische drugs geïmporteerd, waartegen niet kan worden opgetreden als zij legaal zijn. Op grond van artikel 10a van de Opiumwet kan alleen worden opgetreden als er voldoende bewijs is dat de stoffen gebruikt gaan worden voor de vervaardiging van drugs, maar dat dan ook bewezen moet worden dat de persoon bij wie ze aangetroffen zijn dat ook wist.
  • Meer dan 100 precursoren die alleen voor het vervaardigen van drugs worden gebruikt, zijn per 1 april 2023 verboden. Deze stoffen zijn aangewezen in een ministeriële regeling op grond van art. 4a tweede lid van de Wvmc ​[1]​. De Wvmc is namelijk zodanig gewijzigd dat de in- en uitvoer, en het voorhanden hebben van bepaalde chemische stoffen waarvan geen legale toepassingen bekend zijn en die kunnen worden gebruikt voor de illegale productie van psychotrope stoffen en drugs sinds 1 januari 2022 strafbaar zijn. De wijziging van de Wvmc gebeurde middels de Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit die per 1 januari 2022 in werking is getreden. Het betreft stoffen die niet op grond van de Europese verordeningen zijn geregistreerd en evenmin zijn geplaatst op een lijst van niet-geregistreerde stoffen in de zin van artikel 9, tweede lid, van Verordening 273/2004 dan wel artikel 10, tweede lid, van Verordening nr. 111/2005. Dit is zo geregeld om het probleem van deze niet-geregistreerde drugsprecursoren op te lossen in afwachting van regelgeving in Europees verband.
  • Er is een Expertgroep precursoren ingesteld om de lijst drugsprecursoren bij te houden met nieuwe opkomende chemische stoffen. Deze bestaat uit deskundigen van het Openbaar Ministerie (OM), de politie, de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Douane, de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie en het Verbond van Handelaren in Chemische Producten. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is bij de Expertgroep agendalid en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) verzorgt het secretariaat. Door de lijst en het bijhouden ervan hoeft niet meer telkens bewezen te worden dat een persoon bij wie de stoffen aangetroffen worden wist dat het ging om grondstoffen voor drugs ​[2]​.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Stc. 2023-9472. Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport, houdende de aanwijzing van verboden drugsprecursoren (Aanwijzingsregeling drugsprecursoren) . Den Haag: Rijksoverheid ; 2023.
  2. 2.
    Stc. 2023-9473. Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, houdende de instelling van de Expertgroep drugsprecursoren (Instellingsbesluit Expertgroep drugsprecursoren). Den Haag: Rijksoverheid; 2023.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.