Om het recreatieve gebruik van lachgas terug te dringen en het aanbod te beperken is lachgas per 1 januari 2023 geplaatst op lijst II van de Opiumwet [1]. Lachgas wordt namelijk in toenemende mate gebruikt als roesmiddel en partydrug (zie § 13.3). Dit brengt gevaren voor de volksgezondheid en de samenleving met zich mee, blijkend uit een risicobeoordeling van het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring Nieuwe Drugs (CAM) [1]. Het is vanaf 1 januari 2023 verboden lachgas te importeren of te exporteren, het te verkopen en het aanwezig te hebben (artikel 3 Opiumwet). Lachgas heeft echter ook andere toepassingen dan het recreatieve gebruik, namelijk professioneel gebruik voor medische en technische doeleinden, en als voedingsadditief. Dat blijft wel toegestaan. Wat betreft technische doeleinden of als voedingsadditief is dat geregeld onder artikel 15a van het Opiumwetbesluit. In de nota van toelichting is uiteengezet wanneer lachgas bestemd is voor technische doeleinden of als voedingsadditief. Wat betreft medische doelen geldt dat fabrikanten en groothandelaren van lachgas dat bestemd is voor gebruik in de (dier)geneeskunde een ontheffing aan moeten vragen op grond van artikel 6 en 8 van de Opiumwet. Gebruikers van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel dat op één van de lijsten bij de Opiumwet staat, zoals artsen, apothekers en ziekenhuizen, zijn op grond van artikel 5, tweede lid, Opiumwet en artikel 16, onderdeel a, van het Opiumwetbesluit al vrijgesteld van de ontheffingsplicht. Verkoop van gasflessen aan particulieren wordt verboden. Kleine ampullen met lachgas voor bereiding van voedsel mogen door de detailhandel aan particulieren verkocht worden, maar maximaal 10 ampullen, aan particulieren van 18 jaar of ouder. Ampullen die bij de detailhandel zijn gekocht, mogen niet doorverkocht worden aan derden.
- De Raad van State had afgeraden een algemeen lachgasverbod in te voeren, omdat lachgas veel legale toepassingen kent en er dus veel uitzonderingen op het verbod gemaakt moeten worden. Volgens de Raad van State zouden die uitzonderingen in nadere regelgeving moeten worden geregeld [2]. Het kabinet heeft er toch voor gekozen om het recreatief gebruik van lachgas te verbieden door het te plaatsen op lijst II van de Opiumwet. Een snelle invoering van het lachgasverbod werd belangrijk geacht vanwege de grote gezondheidsrisico’s. Het kabinet is van mening dat in de toelichting duidelijk is omschreven in welke gevallen gebruik van lachgas wel toegestaan is en in welke gevallen niet.
- Er is structureel 14 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de handhaving van het lachgasverbod door de politie uit de ondermijningsgelden [3].
- Het plaatsen van lachgas op lijst II van de Opiumwet werd nodig geacht, omdat er geen regeling meer was om het recreatieve gebruik ervan tegen te gaan. Voorheen viel recreatief gebruik van lachgas onder de Geneesmiddelenwet, maar sinds een arrest van het Europees Hof van Justitie dd. 10 juli 2014 (ECLI:EU:C:2014:2060) en een uitspraak van de Hoge Raad dd. 9 februari 2016 (ECLI:NL:HR2016:218) kon het recreatief gebruik van lachgas niet meer als onrechtmatig gebruik van een geneesmiddel aangemerkt worden, en kon er dus op die grond niet meer tegen opgetreden worden. Verkoop van lachgas voor recreatief gebruik (in ballonnen, of in patronen of gasflessen die met dat specifieke doel verkocht worden), viel sindsdien onder de Warenwet. De verkoop van lachgas voor gebruik in de voedingsindustrie (in patronen voor slagroomspuiten) valt nog steeds onder de Warenwet. Deze wet stelt dat een product geen bijzondere gevaren voor gezondheid of veiligheid mag opleveren, gezien het te verwachten gebruik dat uiteraard samenhangt met de bestemming van het product.
- Het verbod op lachgas is ook goed voor het tegengaan van lachgasgebruik in het verkeer. Een probleem is namelijk dat het gebruik van lachgas in het verkeer moeilijk kan worden aangetoond: het gebruik van lachgas is niet aantoonbaar in bloed, urine adem of speeksel van de bestuurder en het directe effect is kortdurend. Maar op basis van het verbod kan wel op het bezit van lachgas worden gehandhaafd, als bijvoorbeeld gasflessen of ampullen in de auto worden aangetroffen [4].
Er wordt verkend of het mogelijk is het vaststellen van middelengebruik in het verkeer te verbeteren. Voor lachgas wordt een onderzoek naar het vaststellen van lachgas in de ademlucht uitgevoerd door TNO, Maastricht Universitair Medisch Centrum en Leiden Universiteit Medisch Centrum. Daarnaast is er is er aandacht voor voorlichting. Zo werd de campagne «Rij Ballonvrij» in november 2020, 2021 en in 2022 uitgevoerd [5]. - Het inwerkingtreden van het nieuwe verbod in de Opiumwet heeft gevolgen voor sommige gemeentelijke bepalingen, die in afwachting van een landelijke regeling opgesteld waren. Dit omdat het gebruik van lachgas overlast in gemeenten veroorzaakte (bijvoorbeeld door het wegwerpen van lachgaspatronen en lege ballonnen, geluidsoverlast, overlast door hangjongeren, openbare ordeproblemen op straat). Met het nieuwe verbod is er namelijk geen ruimte meer voor verbods- en strafbepalingen die hetzelfde zijn als de voorschriften uit de Opiumwet. Die vervallen dan van rechtswege, of zijn onverbindend. Dit geldt bijvoorbeeld voor een gemeentelijk verbod dat zich specifiek richt op verkoop in aangewezen delen van de gemeente. Sommige bepalingen, bijvoorbeeld algemene voorschriften ter voorkoming van overlast, gevaar of schade en strafbaarstelling van gedragingen samenhangend met straathandel of het gebruik van lachgas, kunnen wel blijven gelden. Zie daarvoor de nota van toelichting [1].
- Er is voorlichtings- en preventiemateriaal opgesteld voor jongeren om hen te wijzen op de risico’s van het gebruik van lachgas [6]. Er zijn allerlei informatieproducten ontwikkeld (flyer, factsheet, video, website) gericht op speciale doelgroepen, zoals ouders en docenten, uitgaanders, professionals, maar ook op het algemene publiek. Voor gemeenten, handhavers, en preventieprofessionals heeft het Trimbos-instituut daarnaast een handreiking opgesteld. Extra aandacht is uitgegaan naar het ontwikkelen van voorlichtings- en preventiemateriaal voor twee specifieke aandachtsgebieden: lachgasgebruik onder jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en lachgasgebruik in het verkeer. Zie ook Trimbos.nl | Lachgas.
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.Stb. 2022-461. Besluit van 17 november 2022, houdende wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst . Den Haag: Rijksoverheid; 2022.
- 2.Advies Raad van State; Wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst . Den Haag: Raad van State ; 2022.
- 3.T.K. 35925 XVI-14. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2021.
- 4.T.K. 29398- 1006. Maatregelen verkeersveiligheid; Brief regering; Handhaving op lachgasgebruik in het verkeer. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
- 5.T.K.35954-3. Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst; Verslag van een schriftelijk overleg; Verslag van een schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Opiumwetbesluit en lijst II, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op deze lijst. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
- 6.T.K.24077-465. Drugbeleid: Brief regering: Lachgas voorlichting en preventie. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.