Zie voor meer informatie ook § 17.2.
Het beleid ten aanzien van problematische gebruikers in het strafrechtssysteem gaat uit van het principe dat problematische gebruikers niet alleen bestraft moeten worden, maar ook en vooral zorg nodig hebben, wil criminele recidive voorkomen worden.
- In de 25 veiligheidsregio’s zijn er Zorg- en Veiligheidshuizen waar verschillende organisaties, waaronder de politie, het Openbaar Ministerie (OM), de reclassering, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en soms nog andere organisaties zoals de verslavingszorg, bijeenkomen om tot een integrale aanpak te komen van criminele of ernstige overlast veroorzakende personen. Dit zijn vaak personen met een complexe problematiek – vaak (ook) verslavingsproblematiek.
- Forensische zorg is zorg die beschikbaar is voor justitiabelen in het strafrechtelijk systeem die psychische problemen, verslavingsproblemen of een licht verstandelijke beperking hebben. Er zijn zorgvormen met een hoger niveau van beveiliging (tbs-klinieken) en zorgvormen met een lager beveiligingsniveau, zoals beschermd wonen, of ambulante zorg. Het beleidsuitgangspunt is ‘GGZ tenzij’: de problematische justitiabelen moeten naar zorginstellingen buiten detentie worden doorgeleid, tenzij er contra-indicaties zijn. Hun herstel en re-integratie wordt daardoor namelijk gestimuleerd en op die manier wordt hun criminele recidive teruggedrongen[1]. De verslavingsreclassering kan worden ingeschakeld voor voorlichtende, ondersteunende en toezichthoudende taken. In de penitentiaire inrichtingen is (geestelijke) gezondheidszorg en op verslaving gerichte zorg beschikbaar.
Wet forensische zorg
Voor verbetering van de forensische zorg is de Wet forensische zorg vastgesteld (Stb. 38, 2018). Deze is per 1 januari 2019 in werking getreden [2] (zie ook het NDM Jaarbericht 2016 [3] . De wet regelt de brede stelselherziening van de forensische zorg, die al in 2007 was ingezet en heeft mede als doel bij te dragen aan doorverwijzingen vanuit justitie naar zorg.
- Er is één uniforme plaatsingsprocedure waarbij de indicatiestelling en de justitiële titel de basis vormen voor het plaatsingsbesluit en het bepalen van het type forensische zorg dat een persoon zal ontvangen. De aansluiting tussen het strafsysteem (bijvoorbeeld gevangenisstraf) en de GGZ- zorg wordt daardoor verbeterd.
- Door de stelselherziening werd het Ministerie van J&V verantwoordelijk voor de inkoop van de zorg voor verslaafden met een strafrechtelijke titel (dat was voorheen het Ministerie van VWS). Voor verslavingszorginstellingen die van oudsher al zorg aan cliënten verlenen die met politie en justitie te maken hebben kwam de nadruk te liggen op het terugdringen van strafrechtelijke recidive in plaats van op de traditionele doelen van de verslavingszorg (o.a. het werken aan abstinentie of gecontroleerd middelengebruik). Bovendien werden er andere eisen gesteld ten aanzien van beveiliging, registratie van zorg en risicotaxatie.
Wet straffen en beschermen
Op grond van de Wet straffen en beschermen [4] die op 1 juli 2021 gedeeltelijk in werking is getreden, wordt de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) niet meer automatisch verleend na twee derde van de straf, maar gaat gedrag tijdens detentie zwaarder meewegen, ook bij het geven van verlof. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het binnenbrengen en het bezit van smokkelwaar, zoals drugs [5].
- De persoonsgerichte aanpak, waarbij meer nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerde voor zijn gedrag, is in de wet vastgelegd. Een gedetineerde is zelf verantwoordelijk voor zijn leven en moet, rekening houdend met zijn mogelijkheden, werken aan verandering van zijn gedrag om herhaling te voorkomen [6] [7]. Door middel van screening en intake worden mogelijkheden, beperkingen, behoeften en eventuele problematiek in kaart gebracht en wordt een programma opgesteld dat toegesneden is op de problematiek van de individuele gedetineerde, bijvoorbeeld op de verslavingsproblematiek [8]. Er wordt vanaf het begin van de detentieperiode gestart met het re-integratietraject en de koppeling van verloven aan re-integratiedoelen [9].
- Eerder ingezette trajecten, zoals verslavingszorg of schuldaanpak, tijdens detentie en na detentie worden zo veel mogelijk voortgezet [10]. De rol van de reclassering en van gemeenten bij de veilige terugkeer in de maatschappij wordt beter vastgelegd, en het wordt eenvoudiger om onderling informatie uit te wisselen. De integrale intake is inmiddels geïntroduceerd bij alle penitentiaire inrichtingen [3,7,11][7].
Inrichting voor stelselmatige daders (ISD; zie ook § 17.2.5)
De maatregel plaatsing in een Inrichting voor stelselmatige daders (ISD) is bedoeld voor veelplegers, oftewel plegers van veel delicten, die vaak complexe, meervoudige problematiek hebben zoals verslaving en andere psychische ziektebeelden. Het doel is de recidive terug te dringen door hen gedurende een langere periode in te sluiten (maximaal twee jaar), en hen behandeling en interventies te geven gericht op gedragsverandering.
- De capaciteit voor het uitvoeren van de ISD-maatregel in de penitentiaire inrichtingen is in de loop van 2020 uitgebreid met 56 extra plaatsen in PI Alphen aan den Rijn. In totaal zijn er dan tien inrichtingen die de ISD ten uitvoer leggen met een totale capaciteit van 467 ISD-plaatsen. Daarna is de capaciteit verminderd tot 455 plaatsen. gezien de lage bezetting op de ISD.
- De capaciteit werd mede uitgebreid omdat uit een effectmeting van het WODC [12] opnieuw gebleken is dat de ISD-maatregel recidive effectiever vermindert dan een reguliere sanctie, zoals een kortdurende gevangenisstraf. ISD’ers die forensische zorg hebben gehad recidiveren significant minder dan ISD’ers die geen forensische zorg hebben gehad (waaronder verslavingszorg). Nader onderzoek zou nodig zijn om te weten te komen of het reduceren van recidive van ISD’ers daadwerkelijk toe te schrijven is aan het geven van forensische zorg.
- DJI gaat voor jong volwassen veelplegers verder investeren in een specifiek programma tijdens detentie [13].
Drugontmoedigingsbeleid in Penitentiaire inrichtingen
In de Nederlandse penitentiaire inrichtingen wordt een drugsontmoedigingsbeleid gevoerd. Om te voorkomen dat drugs de inrichting binnenkomen, omvat het drugsontmoedigingsbeleid zowel preventieve als repressieve maatregelen, daarbij rekening houdend met het leefklimaat in de inrichtingen. Het uitgangspunt is dat bij een geconstateerd strafbaar feit altijd aangifte wordt gedaan. Het binnenbrengen van drugs in de inrichting is strafbaar. Er wordt ook ingezet op gedragsverandering. Het beleid omvat maatregelen zoals toegangscontrole bij iedereen die een inrichting binnenkomt, cel-inspecties, fouillering, visitatie en de inzet van drugshonden, urinecontroles en een zodanige inrichting van bezoekersruimten van gesloten inrichtingen dat er goed toezicht is op de justitiabele en het bezoek. Het drugsontmoedigingsbeleid is onderdeel van het veiligheidsbeleid in gevangenissen.
- Het veiligheidsbeleid is niet alleen gericht op het tegen gaan van het binnensmokkelen van drugs maar ook van andere voorwerpen, die in de samenleving legaal zijn maar waarvan het bezit of gebruik de orde en de veiligheid van de inrichting in gevaar brengen en die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor wat genoemd wordt ‘voortgezet crimineel handelen tijdens detentie’ (bv het leiden van een criminele organisatie die in drugs handelt). Om dit tegen te gaan is per 1 november 2019 een wet in werking getreden waarmee het binnenbrengen van verboden voorwerpen in justitiële inrichtingen strafbaar wordt gesteld [14] .
- In 2019 is het veiligheidsbeleid aangescherpt. Zo wordt er extra geïnvesteerd in hekwerken en camera’s. Om drugs en telefoons op te sporen wordt het aantal speurhonden verdubbeld van 10 begeleiders met 20 honden naar 20 begeleiders met 40 honden. Er worden nieuwe methoden gebruikt om drugs te ontdekken bij binnenkomst in een gevangenis, zoals apparatuur om drugssporen op kleding en voorwerpen te herkennen.
- Alle gevangenissen hebben een analyse uitgevoerd van risico’s op de aanwezigheid van smokkelwaar en de maatregelen die kunnen worden getroffen. Door de Dienst Justitiële Inrichtingen wordt sinds begin 2019 een registratie van vondsten van contrabande bijgehouden. De registratie wordt nog verbeterd [5]. Zie voor gegevens op basis van deze registratie § 17.2.2.
- Disciplinaire straffen binnen de inrichting wegens contrabande moeten persoonsgerichter worden en er komen zwaardere straffen op te staan. Dat past in het beleid om binnen inrichtingen persoonsgerichter te straffen binnen de kaders die de wet biedt [5].
- Om te voorkomen dat gedetineerden uit de hogere risicocategorie vanuit de gevangenis doorgaan met hun criminele activiteiten en georganiseerde criminaliteitsnetwerken actief kunnen zijn vanuit de gevangenis, voert de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in 2020 en 2021 een proef uit met kleinschalige afdelingen onder intensief toezicht. Op 1 maart 2020 is begonnen met een zwaarbeveiligde kleinschalige aparte afgesloten afdeling bij één inrichting: daar kunnen het toezicht en de afzondering worden verhoogd ten opzichte van de rest van de organisatie. Bovendien zal het net opgerichte Bureau Inlichtingen en Veiligheid (BIV) informatie over gedetineerden uit de georganiseerde ondermijnende criminaliteit analyseren en indien nodig, maatregelen treffen [15].
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.T.K.32398-3. Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in andere wetten (Wet forensische zorg): Memorie van toelichting. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2010.
- 2.Stb.2018-498. Besluit van 11 december 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet forensische zorg. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2018.
- 3.Van Laar MW, Van Ooyen-Houben MMJ, Cruts AAN, Meijer RF, Croes EA, Ketelaars APM, et al. Nationale Drug Monitor: Jaarbericht 2016. Utrecht/Den Haag: Trimbos-instituut/WODC; 2016.
- 4.Stb.2020-224. Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen). Den Haag: Rijksoverheid; 2020.
- 5.T.K.24587-748. Justitiële Inrichtingen: Brief regering: Maatregelen tegen contrabande en voortgezet crimineel handelen tijdens detentie (VCHD) in het gevangeniswezen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2019.
- 6.T.K.29279-439. Rechtsstaat en Rechtsorde: Brief regering: Visie op gevangenisstraffen: ‘Recht doen, kansen bieden. Naar effectievere gevangenisstraffen‘, 17 juni 2018. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2018.
- 7.T.K.29279-603. Rechtsstaat en Rechtsorde: Brief regering: Voortgang Visie “Recht doen, kansen bieden”, 29 juni 2020. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.
- 8.T.K.Handelingen-2019-96. Plenaire verslagen: 96e vergadering, donderdag 20 juni 2019: Wet straffen en beschermen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2019.
- 9.T.K.35122-C. Brief van de minister voor Rechtsbescherming van 5 november 2019 aan de Tweede Kamer met de beleidsreactie op het WODC-rapport “Zucht naar vrijheid” . Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2020.
- 10.T.K.29270-144. Reclasseringsbeleid; Brief regering; Rapport ‘Monitor nazorg ex-gedetineerden – meting 6: Problemen op de basisvoorwaarden voor re-integratie en de relatie met recidive. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2021.
- 11.E.K.35122-G. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten; Brief van de minister voor Rechtsbescherming. Den Haag: Eerste Kamer der Staten-Generaal; 2020.
- 12.Tollenaar N, Beerthuizen MGC, Drieschner JKH, Van der Laan AM. Effectiviteit van de ISD-maatregel. 2de replicatie. Den Haag: WODC ; 2019.
- 13.T.K.31110-20. Justitieel Verslavingsbeleid: Brief regering: Maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD), 13 januari 2020. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.
- 14.Stb, 2019-358. Besluit van 11 oktober 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 22 mei 2019 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het in justitiële inrichtingen binnenbrengen van verboden voorwerpen (Stb. 2019, 200). Den Haag: Rjksoverheid; 2019.
- 15.T.K.29911-281. Bestrijding georganiseerde criminaliteit: Brief regering: Uitwerking breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit, 18 juni 2020. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2020.
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.