NPS
HomeGebruik: algemene bevolking8.2.3 Gebruikspatronen

8.2.3 Gebruikspatronen

Hoe vaak gebruiken volwassenen NPS?

In het kort: Bijna de helft volwassenen die in het laatste jaar 3-MMC gebruikten, deed dat af en toe (47,9%). Ongeveer één op de vijf gebruikte het maandelijks of vaker (19,7%). De meeste volwassenen die in het laatste jaar 2C-B gebruikten, deden dat één keer (58,4%). Iets minder dan de helft van de volwassenen die in het laatste jaar 4-MMC gebruikten, deed dat ook één keer (48,1%).

Snel naar:
3-MMC
4-MMC
2C-B

Meeste gebruikers van 3-MMC gebruiken één of een paar keer in het jaar

Van de volwassenen die in het laatste jaar 3-MMC gebruikten, deed in 2024 ongeveer één op de drie (32,4%) dit één keer. Bijna de helft (47,9%) gebruikte het een paar keer per jaar, maar niet elke maand. Ongeveer één op de vijf (19,7%) gebruikte het maandelijks of vaker.

Meeste gebruikers van 2C-B gebruiken één keer in het jaar

Van de volwassenen die in het laatste jaar 2C-B gebruikten, deed in 2024 ruim de helft (58,4%) dit één keer. Bijna twee op de vijf (36,8%) gebruikten het een paar keer per jaar, maar niet elke maand. Ongeveer één op de twintig (4,8%) gebruikte het maandelijks of vaker.

Meeste gebruikers van 4-MMC gebruiken één of een paar keer in het jaar

Van de volwassenen die in het laatste jaar 4-MMC gebruikten, deed in 2024 bijna de helft (48,1%) dit één keer. Ongeveer twee op de vijf (39,2%) gebruikten het een paar keer per jaar, maar niet elke maand. Ruim één op de tien (12,6%) gebruikte het maandelijks of vaker.

Waarschijnlijk liggen de percentages van ten minste maandelijks gebruik in werkelijkheid hoger, omdat mensen met zwaarder drugsgebruik vaak niet meedoen aan dit soort onderzoek.

Het aantal gebruikers van 6-APB, synthetische cannabinoïden, MXE en 4-FA in de steekproef is te laag om uitsplitsingen naar gebruiksfrequentie te kunnen maken.

Verdiepende gegevens over middelengebruik komen uit de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). De LSM-A Middelen is een aparte verdiepende vragenlijst die sinds 2016 om de twee jaar wordt uitgezet. De vragenlijsten worden meestal digitaal afgenomen, maar ook via een (telefonisch) interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. De LSM-A Middelen bevat naast de vragen over de middelen die in de GE worden meegenomen ook vragen over middelen zoals truffels, nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) en psychoactieve medicatie. Daarnaast worden sommige drugs, zoals cocaïne en crack, apart uitgevraagd, terwijl deze in de GE onder één categorie vallen. Ook worden aanvullende vragen gesteld over gebruiksfrequentie, aankooplocaties, gezondheidsproblemen en hulpzoekgedrag. In 2024 vulden 10.085 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de LSM-A Middelen in.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.