NPS
HomeNPS8.3 Gebruik: jongeren en jongvolwassenen

8.3 Gebruik: jongeren en jongvolwassenen

8.3.1 Kerncijfers en trends scholieren regulier onderwijs

In het kort: Het gebruik van NPS komt onder Nederlandse scholieren (15-16 jaar) relatief gezien weinig voor. In 2019 had 1,1% van hen in het laatste jaar enige NPS gebruikt, dit percentage is onveranderd ten opzichte van de eerste meting uit 2015.

Snel naar:

Het gebruik van NPS wordt onder jongeren nog niet systematisch in kaart gebracht. In 2019 zijn voor de tweede keer vragen over het gebruik van NPS meegenomen in het European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs (ESPAD, zie ook § 8.5 of bijlage B1). Aan 15- en 16-jarige scholieren is in dit onderzoek gevraagd of ze ooit NPS hebben gebruikt. Hierbij moet worden opgemerkt dat het definiëren van NPS erg lastig is in surveys. NPS is in de ESPAD als volgt beschreven: “Je kunt tegenwoordig soms ook ‘nieuwe middelen’ kopen die een zelfde soort effect hebben als wiet, hasj of ecstasy. Ze worden ook wel ‘nieuwe psychoactieve stoffen’, ‘legal highs’ of ‘research chemicals’ genoemd. Ze zijn er in verschillende soorten, zoals kruidenmengsel, drankjes, poeders, pillen of kristallen” ​[1]​.

Kerncijfers 2019

In 2019 rapporteerde van de Nederlandse scholieren van 15 en 16 jaar 1,5% ooit een NPS gebruikt te hebben. Het ooitgebruik lag hiermee op het niveau van dat van cocaïne (1,7%) en amfetamine (1,4%), maar lager dan voor ecstasy (3,5%). Het laatste-jaar-gebruik van enige NPS was 1,1%.

Tabel 8.3.1     Gebruik van NPS onder scholieren van het voortgezet onderwijs van 15-16 jaar. Peiljaar 2019

Geslacht

In 2019 was het ooitgebruik van NPS onder 15-16-jarige scholieren niet verschillend voor jongens (2,2%) en meisjes (0,8%). Dit gold ook voor het laatste-jaar-gebruik van NPS (1,7% voor jongens en 0,6% voor meisjes).

Trends in gebruik van NPS

In 2019 had een vergelijkbaar percentage van de Nederlandse 15- en 16-jarige scholieren ervaring met NPS als in 2015. Ook het laatste-jaar-gebruik van enige NPS is op hetzelfde niveau gebleven als in 2015.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.