HomeAlcohol11.3.4 Opvattingen en rol van ouders

11.3.4 Opvattingen en rol van ouders

Ouders hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van het alcoholgebruik van hun kinderen, waarbij vooral het hanteren van normen en het stellen van regels (geen alcohol drinken) beginnend alcoholgebruik uit kan stellen en de kans op problematisch drinken verlaagt. Jongeren drinken minder vaak als zij een groter besef hebben van de schadelijkheid van drinken, als ouders strenge regels hanteren over alcoholgebruik en er veel toezicht en veel steun van ouders wordt ervaren.

In de oudermodule van het HBSC-onderzoek 2021 zijn de opvattingen en het opvoedgedrag van de ouders van de jongeren met betrekking tot middelengebruik onderzocht ​​[1]​​​​.

  • In 2021 gaf de meerderheid van de ouders (76%) aan het schadelijk te vinden om ieder weekend één of twee drankjes te drinken voor jongeren onder de 18 jaar.
  • De meeste ouders geven aan dat hun kind geen alcohol mag drinken. Zeven op de tien (70%) ouders staan in 2021 hun kind niet toe om thuis, in het bijzijn van de ouders, een glas alcohol te drinken. Ruim 8 op de tien (85%) geeft aan dat hun kind zeker niet meerdere glazen mag drinken. Driekwart van de ouders (74%) staat het hun kind niet toe om op een feestje te drinken en 8 op de tien (79%) geeft aan dat hun kind niet in het weekend mag drinken.
  • Van twee op de 5 ouders (39%) mogen de kinderen zeker geen alcoholvrije dranken drinken.
  • Vergeleken met 2019 zijn ouders minder streng geworden over het drinken van meerdere glazen (in 2019 stond 87% het zeker niet toe, tegenover 85% in 2021) en het drinken op een feestje (in 2019 stond 77% het zeker niet toe, tegenover 74% in 2021).
  • In 2021 hebben minder ouders (33%) een ‘niet drinken tot 18 jaar’-afspraak met hun kind dan in 2019 (38%),  31% heeft niet alleen een afspraak over niet-drinken maar ook over niet-roken (NIX18-afspraak).
  • In 2021 dacht 66% van de ouders dat maatregelen die zij nemen of zouden nemen om ervoor te zorgen dat hun kind geen alcohol gaat drinken, effectief zijn. Dit was hetzelfde in 2019 (66%), maar lager dan in 2015 (73%).
  • Ouders van kinderen van 12 t/m 14 jaar stellen strengere regels op rond alcoholgebruik dan ouders van 15 t/m 16-jarigen.
  • Ouders van vmbo-b-leerlingen stellen minder strenge regels op rond alcoholgebruik dan ouders van vwo-leerlingen.
  • Ouders die niet drinken stellen strengere regels op rond alcoholgebruik dan ouders die (dagelijks of niet-dagelijks) drinken.

Ook de jongeren zelf werd gevraagd naar de regels rondom alcoholgebruik die hun ouders stelden ​[2]​. Jongeren ervaren minder strenge regels over hun alcoholgebruik dan dat de ouders aangaven ​[1]​.

  • Bijna de helft van de scholieren geeft aan dat zij thuis niet één glas alcohol mogen drinken (45,8%). Meer scholieren geven aan dat zij thuis zeker niet meerdere glazen alcohol mogen drinken (68%). Ongeveer de helft mag op een feestje niets drinken (52,8%).
  • De regels versoepelen met de leeftijd; slechts 1 op de 5 jongeren van 16 jaar geeft aan dat ouders het thuis drinken van één glas alcohol (18,5%) of op een feestje met vrienden (19,8%) niet toestaan. Onder 12-jarigen is dat respectievelijk 70,4% en 78,5%.
  • Jongens (47,5%) zeggen iets vaker dan meisjes (44,0%) dat ze thuis geen alcohol mogen drinken.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Rombouts M, Monshouwer K, Van Dorsselaer S. Ouders over middelengebruik, sociale mediagebruik en gamen door jongeren: Cijfers uit het HBSC-onderzoek 2021 onder ouders. Utrecht: Trimbos-instituut; 2022.
  2. 2.
    Boer M, Van Dorsselaer S, De Looze M, De Roos S, Brons H, Van den Eijnden R, et al. HBSC 2021: Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Utrecht: Universiteit Utrecht; 2022.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.