HomeKetamine14.2 Gebruik: volwassenen

14.2 Gebruik: volwassenen

14.2.1 Ketaminegebruik onder volwassenen

Hoeveel volwassenen gebruiken ketamine?

In het kort: In 2024 had 1,2% van de Nederlandse volwassenen van 18 jaar en ouder in het laatste jaar ketamine gebruikt. Dat zijn ongeveer 170 duizend volwassenen. Vooral mannen, jongvolwassenen, volwassenen met een hbo- of universitair opleidingsniveau en volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden gebruiken ketamine.

Ongeveer één op de tachtig volwassenen gebruikte in het laatste jaar ketamine

In 2024 had 1,2% van de Nederlandse volwassenen van 18 jaar en ouder in het laatste jaar ketamine gebruikt. Dat zijn ongeveer 170 duizend volwassenen. Daarnaast gebruikte 3,9% ketamine ooit in het leven en 0,4% deed dit in de laatste maand.

Het aantal gebruikers van ketamine ooit in het leven en in het laatste jaar kan worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en stedelijkheid. Het aantal gebruikers van ketamine in de laatste maand in de steekproef is te klein om verder uit te splitsen.

Meer mannen dan vrouwen gebruiken ketamine

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar ketamine heeft gebruikt is hoger onder mannen (1,8%) dan onder vrouwen (0,6%). Dit geldt ook voor het gebruik ooit in het leven.

Ketaminegebruik komt het meest voor onder jongvolwassenen

Het gebruik van ketamine is het hoogst onder jongvolwassenen, daarna neemt het gebruik af met de leeftijd. Dat geldt voor zowel het gebruik ooit in het leven als het gebruik in het laatste jaar. Ter illustratie: onder 18-29-jarigen heeft 3,6% in het laatste jaar ketamine gebruikt, tegenover 1,5% van de 30-49-jarigen en 0,1% van de 50-plussers.

Ketaminegebruikers zijn gemiddeld 31 jaar oud

In 2024 was de gemiddelde leeftijd van de volwassenen die in het laatste jaar ketamine hadden gebruikt 31,2 jaar (SD=11,7).

In de LSM-A Middelen 2024 is aan de laatste-jaar-gebruikers gevraagd hoe oud zij waren toen zij voor het eerst ketamine gebruikten. De gemiddelde startleeftijd was 24,9 jaar (SD=7,1).  

Ketaminegebruik komt het meest voor onder volwassenen met een hbo- of universitaire opleiding

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar ketamine heeft gebruikt is hoger onder volwassenen met een hbo- of universitaire opleiding (2,0%), dan onder volwassenen met een mbo niveau 2-4, havo en vwo opleiding (0,9%) en volwassenen met een opleiding op basisonderwijs, lbo, mavo, vmbo of mbo niveau 1 (0,3%). Het gebruik ooit in het leven is het hoogst onder volwassenen met een opleiding op hbo of universiteit en het laagst onder volwassenen met een opleiding op basisonderwijs, lbo, mavo, vmbo of mbo niveau 1. Volwassenen met een opleiding op het mbo niveau 2-4, havo of vwo zitten daartussenin.   

Weinig verschillen in ketaminegebruik tussen herkomstgroepen

In 2024 was het gebruik percentage volwassenen dat in het laatste jaar ketamine heeft gebruikt het hoogst onder volwassenen met een Europese herkomst (excl. NL) (1,9%). Maar alleen het verschil met volwassenen met een niet-Europese herkomst (0,7%) was statistisch significant. Het gebruik van ketamine ooit in het leven verschilde niet tussen de herkomstgroepen.

Ketaminegebruik is het hoogst in (zeer) sterk stedelijke gebieden

Het percentage volwassenen dat in het laatste jaar ketamine heeft gebruikt is hoger onder volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden (1,7%) dan onder volwassenen in matig (0,6%) en weinig/niet stedelijke gebieden (0,4%). Voor het gebruik ooit in het leven zien we een vergelijkbaar patroon. 

Ketaminegebruik verschilt per regio

Uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen die werd gehouden onder 16-25-jarigen blijkt dat er regionale verschillen zijn in het gebruik van ketamine ​[1]​. In 2024 werden de hoogste percentages ketaminegebruik in de laatste 12 maanden gevonden in GGD-regio Amsterdam (9,2%) en GGD-regio Haaglanden (6,0%). Ketamine werd het minst gebruikt in de GGD-regio Drenthe (1,8%) en GGD-regio Flevoland (2,3%).

Landelijke cijfers over middelengebruik onder volwassenen

Landelijke prevalentiecijfers over middelengebruik onder volwassenen worden verzameld in de Leefstijlmonitor. De Leefstijlmonitor bestaat uit meerdere bronnen. Voor drugs gaat het om de Gezondheidsenquête (GE) en de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). Beide onderzoeken zijn representatief voor de volwassen Nederlandse bevolking. Zie voor meer informatie: Bijlage A.

De hoofdbron voor middelengebruik onder volwassenen van 18 jaar en ouder is de Gezondheidsenquête (GE). De GE wordt elk jaar uitgevoerd door het CBS. De gegevens over onder andere middelengebruik worden verzameld met een online vragenlijst of persoonlijk interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. Het gebruik van ketamine wordt sinds 2015 op vergelijkbare wijze uitgevraagd in de vragenlijst van de GE. In 2024 vulden 7.740 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de GE in.

Verdiepende gegevens over middelengebruik komen uit de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). De LSM-A Middelen is een aparte verdiepende vragenlijst die sinds 2016 om de twee jaar wordt uitgezet. De vragenlijsten worden meestal digitaal afgenomen, maar ook via een (telefonisch) interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. De LSM-A Middelen bevat naast de vragen over de middelen die in de GE worden meegenomen ook vragen over middelen zoals truffels, nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) en psychoactieve medicatie. Daarnaast worden sommige drugs, zoals cocaïne en crack, apart uitgevraagd, terwijl deze in de GE onder één categorie vallen. Ook worden aanvullende vragen gesteld over gebruiksfrequentie, aankooplocaties, gezondheidsproblemen en hulpzoekgedrag. In 2024 vulden 10.085 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de LSM-A Middelen in.

Regionale cijfers

Naast de landelijke cijfers uit de Leefstijlmonitor zijn er ook regionale cijfers beschikbaar over drugsgebruik uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen. De meest recente gegevens komen uit 2024 ​[1]​, toen meer dan 135.000 jongvolwassenen tussen de 16 en 25 jaar de vragenlijst invulden. In tegenstelling tot 2022 werd er in 2024 geen steekproef getrokken; de vragenlijst was via een open link beschikbaar en respondenten werden vooral geworven via sociale media. De resultaten zijn gestandaardiseerd naar GGD-regio, leeftijd en gender om representativiteit te verbeteren, maar de wervingsmethode kan mogelijk leiden tot een oververtegenwoordiging van jongvolwassenen met een slechtere (mentale) gezondheid. Deze cijfers zijn door verschillen in de vraagstelling en leeftijdsgroep niet direct vergelijkbaar met de cijfers uit de GE of de LSM-A Middelen, maar bieden wel inzicht in regionale verschillen in middelengebruik onder 16-25-jarigen.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    GGD’en, RIVM. Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024. https://www.monitorgezondheid.nl/gezondheidsmonitor-jongvolwassenen/2024. 2025.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.