HomeKetamine14.2.2 Gebruik onder groepen in de volwassen bevolking

14.2.2 Gebruik onder groepen in de volwassen bevolking

In het kort: Het gebruik van ketamine in de algemene bevolking komt het meest voor onder 20-24 jarigen en 25-29 jarigen.

Snel naar:

Deze paragraaf beschrijft kerngegevens over het gebruik van ketamine in de volwassen bevolking van 18 jaar en ouder op basis van de Aanvullende Module Middelen van de Leefstijlmonitor, die in 2016, 2018 en 2020 is uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het RIVM en het Trimbos-instituut. De LSM-A is een onderzoek dat parallel loopt aan de Gezondheidsenquête en dieper ingaat op het gebruik van alcohol, drugs, tabak en andere middelen (bijlage A1 en A2). In 2020 zijn er geplande en ongeplande wijzigingen in de dataverzameling van de LSM-A geweest, zie hiervoor bijlage A2.

De coronapandemie heeft mogelijk invloed gehad op het gebruik van ketamine in de algemene bevolking. Op basis van de cijfers uit de LSM-A kunnen hierover echter geen uitspraken worden gedaan. De gegevens die worden gepresenteerd zijn namelijk door het hele jaar 2020 verzameld. Omdat vaak terug wordt gevraagd naar een periode van één jaar voor het afnemen van de vragenlijst (laatste-jaar-gebruik), hebben de cijfers deels betrekking op het gedrag van de deelnemers in het jaar 2019. Meer informatie over de impact van de coronapandemie op het gebruik van ketamine leest u in § 14.1.2.

De cijfers over het gebruik van ketamine kunnen worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, migratieachtergrond en stedelijkheid. Het aantal laatste-maand-gebruikers van ketamine is in deze steekproef te laag om nader uit te splitsen naar deze demografische kenmerken.

Geslacht

Meer mannen dan vrouwen gebruiken ketamine. Dit geldt voor het gebruik ooit in het leven (3,1% tegenover 1,0%) en voor het gebruik in het afgelopen jaar (1,3% tegenover 0,5%). Voor zowel mannen als vrouwen nam het ooitgebruik toe ten opzichte van 2016, maar de stijging was sterker onder mannen. De stijging in laatste-jaar-gebruik was alleen zichtbaar voor mannen.

Leeftijd

Ketamine wordt het meest gebruikt door 20-24 jarigen en 25-29 jarigen. Gebruik in het laatste jaar komt in andere leeftijdsgroepen nauwelijks voor.

  • De stijging in het ketaminegebruik in het laatste jaar is ook het grootst in deze groepen. Zo lag het gebruik voor 25-29 jarigen in 2016 nog op 2,1%, in 2020 is dat 5,1%. Onder 20-24 jarigen steeg het laatste-jaar-gebruik van 2,0% naar 4,5%, meer dan een verdubbeling.
  • De gemiddelde leeftijd van ketaminegebruikers is 26,2 jaar.

In de LSM-A is aan ketaminegebruikers gevraagd op welke leeftijd zij dit middel voor het eerst namen.

  • De helft van de volwassen Nederlanders die in het afgelopen jaar ketamine gebruikte, nam dit middel tussen hun 22e en 25e levensjaar voor het eerst. Een kwart van de ketaminegebruikers was jonger dan 22 jaar toen ze voor het eerst gebruikten, en een kwart was ouder dan 25 jaar. De gemiddelde startleeftijd van alle gebruikers is 23,6 jaar.
  • De startleeftijd ligt gemiddeld hoger dan die van ecstasy en cannabis.

Opleidingsniveau

Het gebruik van ketamine in het laatste jaar onder hoogopgeleiden (1,8%) steekt ver uit boven het gebruik onder middelbaar- (0,4%) en laagopgeleiden (0,1%). Het gebruik onder hoogopgeleiden nam in 2020 toe (ooit, laatste jaar).

Migratieachtergrond

Het gebruik van ketamine ooit in het leven en in het laatste jaar ligt het hoogst onder mensen met een Westerse migratieachtergrond. In eerdere metingen werd geen verschil gevonden tussen mensen met verschillende migratieachtergronden. Echter, in de groep volwassenen met een Westerse migratieachtergrond vond een stijging in het gebruik plaats (ooit, laatste jaar).

Stedelijkheid

Het gebruik in (zeer) sterk stedelijke gebieden is meer dan twee keer zo hoog als in matig- en niet stedelijke gebieden. In de sterk stedelijke gebieden vond ook een stijging in het gebruik plaats (ooit, laatste jaar).

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.