HomeAmfetamine7.2 Gebruik: volwassenen

7.2 Gebruik: volwassenen

7.2.1 Amfetaminegebruik onder volwassenen

Hoeveel volwassenen gebruiken amfetamine?

In het kort: In 2024 had 1,3% van de volwassenen in het laatste jaar amfetamine gebruikt. Dat zijn ongeveer 180 duizend volwassenen. Het gebruik van amfetamine komt het meest voor onder mannen, jongvolwassenen, volwassenen met een hbo- of universitaire opleiding en volwassenen die wonen in (zeer) sterk stedelijke gebieden.

Bijna één op de tachtig volwassenen gebruikte in het afgelopen jaar amfetamine

In 2024 had 1,3% van de Nederlandse volwassenen van 18 jaar en ouder in het laatste jaar amfetamine gebruikt. Dat komt neer op 180 duizend volwassenen. Ongeveer een op de twintig volwassenen gebruikte amfetamine ooit in het leven en 0,4% gebruikte in de laatste maand.

Het aantal gebruikers van amfetamine ooit in het leven en in het laatste jaar kan worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en stedelijkheid. Het aantal gebruikers van amfetamine in de laatste maand in de steekproef is te klein om verder uit te splitsen.

Meer mannen dan vrouwen gebruiken amfetamine

In 2024 was het gebruik van amfetamine in het laatste jaar hoger onder mannen (1,7%) dan onder vrouwen (0,9%). Ook het gebruik ooit in het leven was hoger onder mannen dan onder vrouwen.

Amfetaminegebruik komt het meest voor onder jongvolwassenen

In 2024 was het gebruik van amfetamine in het laatste jaar het hoogst onder 18-29-jarigen (3,4%) en het laagst onder 50-plussers (0,1%). Het gebruik onder 30-49-jarigen (2,0%) zat daar tussenin. Het gebruik ooit in het leven was hoger onder 18-29-jarigen en 30-49-jarigen dan onder 50-plussers.

Amfetaminegebruikers zijn gemiddeld 32,1 jaar oud

De gemiddelde leeftijd van de volwassenen die in het laatste jaar amfetamine hebben gebruikt was 32,1 (SD = 9,6) jaar in 2024.

In de LSM-A 2024 is aan de laatste-jaar-gebruikers van amfetamine gevraagd wanneer zij dit middel voor het eerst hebben gebruikt. De gemiddelde startleeftijd was 22,4 jaar (SD = 5,9).

Amfetaminegebruik komt het meest voor onder volwassenen met een hbo- of universitaire opleiding

In 2024 was het amfetaminegebruik in het laatste jaar het hoogst onder volwassenen met een hbo- of universitaire opleiding (2,1%) gevolgd door volwassenen met een mbo-niveau 2-4, havo of vwo-opleiding (1,0%) en volwassenen met een opleiding in het basisonderwijs, lbo, mavo, vmbo of mbo-niveau 1 (0,4%). Het gebruik ooit in het leven volgt eenzelfde patroon.

Amfetaminegebruik verschilt niet tussen herkomstgroepen

In 2024 was het amfetaminegebruik in het laatste jaar niet significant verschillend tussen volwassenen met een Nederlandse (1,4%), Europese herkomst (excl. Nederland; 1,3%) of volwassenen met een herkomst buiten Europa (0,7%). Het gebruik ooit in het leven verschilde wel en was onder volwassen met een herkomst buiten Europa lager dan onder de andere herkomstgroepen.

Amfetaminegebruik komt het meest voor onder volwassenen die wonen in (zeer) sterk stedelijke gebieden

In 2024 was het amfetaminegebruik in het laatste jaar hoger onder volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden (1,9%) dan onder volwassenen in matig stedelijke gebieden (1,0%) en weinig/niet stedelijke gebieden (0,3%). Ook het gebruik ooit in het leven was het hoogst onder volwassenen in (zeer) sterk stedelijke gebieden. Het verschil in het gebruik ooit in het leven tussen matig en weinig/niet stedelijke gebieden was niet significant.

Amfetaminegebruik verschilt per regio

Uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen die werd gehouden onder 16-25-jarigen blijkt dat er regionale verschillen zijn in het gebruik van amfetamine ​[1]​. In 2024 werden de hoogste percentages amfetaminegebruik in de laatste 12 maanden gevonden in GGD-regio Amsterdam (6,0%) en GGD-regio Utrecht (3,9%). Amfetamine werd het minst gebruikt in de GGD-regio Noord- en Oost-Gelderland (1,4%) en GGD-regio IJsselland (1,5%).

Het gebruik van methamfetamine is in Nederland beperkt

Het gebruik van methamfetamine (ook wel crystal meth, Tina of Ice genoemd) komt in Nederland niet veel voor. In 2024 had 0,1% van de volwassenen van 18 jaar en ouder in het laatste jaar methamfetamine gebruikt en 0,4% gebruikte ooit in het leven. Dit blijkt uit de LSM-A Middelen 2024.

Analyses van rioolwater in drie grote Nederlandse steden wijzen erop dat de consumptie van methamfetamine in Nederland aanzienlijk lager ligt dan in andere Europese steden. Uit het Grote Uitgaansonderzoek blijkt dat een klein deel (1,2%) van de uitgaande jongeren (16 t/m 35 jaar) in Nederland in 2023 ervaring had met methamfetamine, 0,3% gebruikte in het afgelopen jaar ​[2]​.

De Antenne Regiomonitor Nederland monitort het middelengebruik onder groepen van risicojongeren in diverse regio’s van Nederland. In 2022-2023 werden 29 groepen onderzocht uit dorpen en steden verspreid over heel Nederland. In totaal ging het om 1000 jongeren tussen de 15 en 27 jaar. Het bleek dat in 2 van deze 29 groepen door sommige leden wel eens methamfetamine werd gebruikt ​[3]​.

Landelijke cijfers over middelengebruik onder volwassenen

Landelijke prevalentiecijfers over middelengebruik onder volwassenen worden verzameld in de Leefstijlmonitor. De Leefstijlmonitor bestaat uit meerdere bronnen. Voor drugs gaat het om de Gezondheidsenquête (GE) en de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen) Beide onderzoeken zijn representatief voor de volwassen Nederlandse bevolking. Zie voor meer informatie: Bijlage A.

De hoofdbron voor middelengebruik onder volwassenen van 18 jaar en ouder is de Gezondheidsenquête (GE). De GE wordt elk jaar uitgevoerd door het CBS. De gegevens over onder andere middelengebruik worden verzameld met een online vragenlijst of persoonlijk interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. Het gebruik van amfetamine wordt sinds 2015 op vergelijkbare wijze uitgevraagd in de vragenlijst van de GE. In 2024 vulden 7.740 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de GE in.

Verdiepende gegevens over middelengebruik komen uit de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen). De LSM-A Middelen is een aparte verdiepende vragenlijst die sinds 2016 om de twee jaar wordt uitgezet. De vragenlijsten worden meestal digitaal afgenomen, maar ook via een (telefonisch) interview. Bij het persoonlijke interview vullen deelnemers gevoelige vragen over bijvoorbeeld drugsgebruik zelf in via een computer. De LSM-A Middelen bevat naast de vragen over de middelen die in de GE worden meegenomen ook vragen over middelen zoals truffels, nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) en psychoactieve medicatie. Daarnaast worden sommige drugs, zoals cocaïne en crack, apart uitgevraagd, terwijl deze in de GE onder één categorie vallen. Ook worden aanvullende vragen gesteld over gebruiksfrequentie, aankooplocaties, gezondheidsproblemen en hulpzoekgedrag. In 2024 vulden 10.085 volwassenen van 18 jaar en ouder de vragenlijst van de LSM-A Middelen in.

Regionale cijfers

Naast de landelijke cijfers uit de Leefstijlmonitor zijn er ook regionale cijfers beschikbaar over drugsgebruik uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen. De meest recente gegevens komen uit 2024 ​[1]​, toen meer dan 135.000 jongvolwassenen tussen de 16 en 25 jaar de vragenlijst invulden. In tegenstelling tot 2022 werd er in 2024 geen steekproef getrokken; de vragenlijst was via een open link beschikbaar en respondenten werden vooral geworven via sociale media. De resultaten zijn gestandaardiseerd naar GGD-regio, leeftijd en gender om representativiteit te verbeteren, maar de wervingsmethode kan mogelijk leiden tot een oververtegenwoordiging van jongvolwassenen met een slechtere (mentale) gezondheid. Deze cijfers zijn door verschillen in de vraagstelling en leeftijdsgroep niet direct vergelijkbaar met de cijfers uit de GE of de LSM-A Middelen, maar bieden wel inzicht in regionale verschillen in middelengebruik onder 16-25-jarigen.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    GGD’en, RIVM. Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024. https://www.monitorgezondheid.nl/gezondheidsmonitor-jongvolwassenen/2024. 2025.
  2. 2.
    Van Beek RJJ, Monshouwer K, Schutten F, Den Hollander W, Andree R, Van Laar M. Het Grote Uitgaansonderzoek 2023: Uitgaanspatronen, middelengebruik, gezondheid en intentie tot stoppen of minderen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Trimbos-instituut; 2024.
  3. 3.
    Nabben T, Boekholt M, Benschop A. Antenne Nederland: Regiomonitor drugs en risicojongeren 2022-2023. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; 2024 p. 126.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.