HomeAmfetamine7.6.3 Incidenten

7.6.3 Incidenten

Hoe vaak komen (meth)amfetaminegerelateerde gezondheidsincidenten voor?

In het kort: Er is geen landelijk dekkende registratie van drugsgerelateerde incidenten, daardoor weten we niet hoeveel drugsgerelateerde incidenten er in Nederland zijn. Van de geregistreerde druggerelateerde incidenten werd in 2023 bij bijna een op de tien amfetamine gebruikt. Bij het merendeel van deze amfetamine-incidenten was amfetamine in combinatie met andere drugs gebruikt. Er werden weinig incidenten met methamfetamine geregistreerd. In 2024 stond amfetamine op de zevende plek in de top 10 van drugs met de meeste informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum. Methamfetamine kwam niet in de top 10 voor.

Hoe vaak komen amfetaminegerelateerde gezondheidsincidenten voor?

Het exacte aantal drugsgerelateerde incidenten is niet bekend

We weten niet precies hoeveel drugsgerelateerde incidenten er landelijk zijn. We kunnen wel iets zeggen over met welke drugs er relatief vaak incidenten zijn, hoe dit over de jaren heen eventueel veranderd is, wat de aard van de incidenten is en wat de kenmerken zijn van de mensen met een incident.

Bij bijna één op de tien drugsgerelateerde gezondheidsincidenten speelt amfetamine een rol

In 2023 werden er 636 amfetaminegerelateerde gezondheidsincidenten geregistreerd bij de Monitor Drugsincidenten (MDI) ​[1]​. Dat is 9% van het totaal aantal geregistreerde drugsincidenten door de MDI.
Uitleg over deze cijfers en meer informatie over de MDI vind je onder het kopje Meer over de onderzoeken op deze pagina.

Bij merendeel van de amfetamine-incidenten is er sprake van polydrugsgebruik

Bij 34% van de geregistreerde amfetamine-incidenten was er sprake van mono-drugsgebruik. Dat betekent dat amfetamine als enige drug is gebruikt. Waar bekend, werd bij 37% van deze incidenten ook het gebruik van alcohol gemeld.

Bij 66% van de geregistreerde amfetamine-incidenten was er sprake van polydrugsgebruik. Dat betekent dat bij eenzelfde gelegenheid naast amfetamine, één of meer andere drugs werden gebruikt. De meest gemelde combinaties waren met GHB (33%), ecstasy (31%) en cocaïne (23%). Waar bekend, werd bij 27% van deze incidenten ook alcoholgebruik gemeld.

Polydrugsgebruik verhoogt de kans op ongewenste en onvoorspelbare effecten, omdat de afzonderlijke middelen elkaars effecten kunnen beïnvloeden. De middelen kunnen elkaars werking bijvoorbeeld versterken of juist tegenwerken.

Bij merendeel van de amfetamine-incidenten gaat het om intoxicaties

Bij 63% van de geregistreerde amfetamine-incidenten was er sprake van een intoxicatie. Daarnaast liepen cliënten letsel op tijdens gebruik (9%). Bij 6% van de amfetamine-incidenten was er sprake van ontwenning. In 22% van de gevallen was het type incident niet bekend.

Grootste aandeel amfetamine-incidenten bij forensisch artsen en LIS-ziekenhuizen

Het grootste aandeel amfetamine-incidenten binnen de medische diensten werd gezien door de forensisch artsen en LIS-ziekenhuizen (beiden 11% van het totaal aantal drugsincidenten binnen deze diensten). Het aandeel amfetamine-incidenten is tussen de jaren voor en na de COVID-19 pandemie ongeveer gelijk gebleven binnen deze diensten.

Bij 60% van de amfetamine-incidenten bij de forensisch artsen en 68% van de LIS-ziekenhuizen ging het om polydrugsgebruik. Het aandeel incidenten met overwegend polydrugsgebruik is bij deze diensten in de afgelopen jaren stabiel gebleven.

Amfetaminecliënten zijn vaak man en ouder dan 25 jaar

Waar bekend, ging het bij het overgrote gedeelte van de incidenten met drugsgebruik van amfetamine om mannen. Het merendeel van de amfetaminecliënten is ouder dan 25 jaar. Amfetaminecliënten die bij de forensisch artsen en MDI-ziekenhuizen werden gezien hadden, waar bekend, relatief vaak ook alcohol gebruikt.

Mate van intoxicatie verschilt per medische dienst 

De mate van intoxicatie verschilt per medische dienst. Bij forensisch artsen en EHBO’s ging het in 2023, waar bekend, bij de meerderheid om lichte intoxicaties. Bij de ambulancediensten en MDI-ziekenhuizen ging het bij de meerderheid om ernstige intoxicaties. Bij het LIS is geen informatie beschikbaar over de ernst van intoxicaties.

De mate van intoxicatie een (grove) indeling van de ernst van de vergiftiging op basis van het klinische beeld van de cliënt. Deze indeling is gebaseerd op verschillende scores, zoals de EMV en AVPU , en klinische ervaring/expert opinion. De behandelend zorgmedewerker bepaalt de mate van intoxicatie, of deze wordt op een later moment vastgesteld op basis van de medische rapportage van de cliënt. De score gaat over het moment waarop de cliënt het meest last had van klachten en/ of complicaties.

Klachten en complicaties die in de periode 2019-2023 veel voorkwamen na mono-drugsgebruik van amfetamine bestonden bij lichte intoxicaties vaak uit angst (30%), braken/misselijkheid (22%), te snel hartritme (50%) en hoge bloeddruk (26%). Bij matige intoxicaties was er ook vaak sprake van opwinding/agressie (47%), desoriëntatie (31%) en een verlaagd bewustzijn (40%). Bij ernstige intoxicaties was er daarnaast ook vaak sprake van psychose (43%), epilepsie (26%) en bewusteloosheid (33%).

Hoe vaak komen gezondheidsincidenten gerelateerd aan methamfetamine voor?

Weinig incidenten gemeld gerelateerd aan het gebruik van methamfetamine

In 2023 werden er 38 incidenten gerelateerd aan het gebruik van methamfetamine geregistreerd bij de Monitor Drugsincidenten (MDI) ​[1]​. Dat is minder dan 1% van het totaal aantal geregistreerde drugsincidenten.

Hoe vaak zoeken hulpverleners informatie op over (meth)amfetamine bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum?

Amfetamine in 2024 op zevende plek in top 10 van drugs met meeste informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

In 2024 stond amfetamine op plek zeven qua aantal telefonische informatieverzoeken die door hulpverleners bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) zijn gedaan (88 telefonische informatieverzoeken) ​[2]​. Dat is 4% van het totaal aantal telefonische informatieverzoeken voor (mogelijke) blootstellingen van mensen aan drugs en illegale middelen. Onder deze categorie vallen zowel klassieke drugs, als nieuwe psychoactieve stoffen (NPS).

Op de website www.vergiftigingen.info werden daarnaast 265 ernstberekeningen uitgevoerd voor amfetamine. Een ernstberekening is een inschatting van de ernst van de intoxicatie op basis van een aantal gegevens. Zie Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina voor meer uitleg. Dat is 8% van het totaal aantal ernstberekeningen voor (mogelijke) blootstellingen van mensen aan drugs en illegale middelen. Amfetamine stond hier op de zesde plaats in de categorie drugs en illegale middelen.

Relatief weinig informatieverzoeken bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum voor methamfetamine

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum rapporteert in principe alleen over de top 10 van drugs en illegale middelen met de meeste telefonische informatieverzoeken. In 2024 kwam methamfetamine niet in deze top 10 voor.

Op de website www.vergiftigingen.info werden 97 ernstberekeningen uitgevoerd voor methamfetamine. Dat is 3% van het totaal aantal ernstberekeningen. Methamfetamine stond hiermee op de achtste plaats in de categorie drugs en illegale middelen.

Registratie van drugsgerelateerde incidenten

De Monitor Drugsincidenten (MDI) houdt sinds 2009 jaarlijks gegevens bij over acute gezondheidsincidenten als gevolg van drugsgebruik in Nederland ​[1]​​. De informatie wordt verzameld via verschillende medische diensten, waaronder SEH-afdelingen van ziekenhuizen, ambulancediensten, forensisch artsen en EHBO-posten op grootschalige evenementen. De MDI werkt met zeven peilstationregio’s: Amsterdam, Rotterdam, Brabant Zuidoost, Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid, Twente en Groningen. Daarnaast melden enkele instanties buiten deze regio’s incidenteel ernstige incidenten of sterfgevallen.

Hoewel de MDI waardevolle inzichten biedt in de aard en ernst van acute drugsincidenten, is de monitor niet landelijk dekkend. Hierdoor is zij minder geschikt om een volledig beeld te geven van het totale aantal incidenten in Nederland. De gekozen regio’s zijn informatief om trends in drugsgebruik te signaleren. Het aantal deelnemende instellingen is in de loop der jaren gegroeid, al zijn enkelen (tijdelijk) wegens omstandigheden niet in staat geweest om gegevens aan te leveren wegens verandering in hun registratiesysteem of personele onderbezetting. Dit leidt tot fluctuaties in het absolute aantal gemelde incidenten. Om die reden rapporteert de MDI bij voorkeur in percentages in plaats van absolute aantallen.

Een belangrijk aandachtspunt bij de interpretatie van de cijfers is dat het bij het merendeel van de meldingen gaat om zelfrapportage of vermoedens van gebruik. Dit betekent dat de gebruikte drug vaak wordt aangegeven door de betrokkene zelf, door omstanders, of wordt afgeleid uit het klinische beeld of aangetroffen parafernalia. Drugsincidenten worden bijna nooit toxicologisch onderzocht. Dit betekent dat er geen laboratoriumtests zijn uitgevoerd om de aanwezigheid van specifieke stoffen te bevestigen. Hierdoor blijft het onzeker welke stof het incident heeft veroorzaakt.

Tot slot verschilt de volledigheid van de gegevens per casus, afhankelijk van hoe gedetailleerd de variabelen in de medische dossiers zijn vastgelegd. Ondanks deze beperkingen biedt de MDI een verdiepend beeld van de acute gezondheidsproblemen die kunnen optreden na het gebruik van verschillende soorten drugs.

Informatieverzoeken van hulpverleners bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) registreert informatieverzoeken van artsen en hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen ​[2]​. Het NVIC is onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. De meeste drugsgerelateerde telefonische informatieverzoeken gaan over cliënten die in aanraking zijn gekomen met een middel: een blootstelling. Een blootstelling leidt niet altijd tot vergiftigingsverschijnselen, het gaat dus om een mogelijke/potentiële vergiftiging.

Hulpverleners kunnen ook via de website www.vergiftigingen.info toxicologische informatie van een stof of product opzoeken. Er kan a) een ernstberekening worden uitgevoerd voor een individuele patiënt, b) een stofmonografie worden ingezien of c) therapieteksten en behandelprotocollen worden geraadpleegd. Bij het uitvoeren van een ernstberekening vult de hulpverlener een aantal gegevens in op de site. Op basis van de ingevoerde gegevens wordt teruggekoppeld of er vermoedelijk sprake is van een lichte intoxicatie (tekst: behandeling meestal niet nodig), een matige intoxicatie (tekst: ziekenhuisobservatie, behandeling vaak nodig) of een ernstige intoxicatie (tekst: mogelijk levensbedreigend).

Het aantal telefonische informatieverzoeken en ernstberekeningen geven geen informatie over het daadwerkelijke aantal blootstellingen of vergiftigingen. Ook de mate waarin de hulpverleners kennis hebben (opgebouwd) over het middel zal van invloed zijn op het aantal informatieverzoeken. De website kan bovendien niet alleen worden gebruikt bij daadwerkelijke blootstellingen, maar ook voor oriëntatie of bijscholing. Daarnaast bestaat in Nederland geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Meijer-Sellies A, Hutten N, Schürmann L, Valkenberg H, Croes E, Smit-Rigter L. Monitor Drugsincidenten: Jaarraportage 2023. Utrecht: Trimbos-instituut; 2025.
  2. 2.
    Visser CC, Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, De Lange DW, van Riel AJHP. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2024: NVIC Rapport 01/2025. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2025.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.