8.6.1 Verslavingszorg
Hoeveel mensen worden behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek?
In het kort: In 2024 werden 804 mensen behandeld in de verslavingszorg voor een primaire stoornis in het gebruik van een NPS, waarbij het bij het merendeel (684 cliënten) ging om een stoornis in het gebruik van 3-MMC. Minder dan 1% van alle mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek heeft primaire NPS-problematiek. Cliënten met NPS-problematiek behoren tot de jongste groep in de verslavingszorg. De helft van de NPS-cliënten zijn nog niet eerder behandeld in de verslavingszorg. Dit aandeel nieuwkomers is hoog vergeleken met andere middelen. Het aantal cliënten in behandeling voor NPS-problematiek is tussen 2015 en 2024 sterk gestegen, vooral vanwege de toename van 3-MMC-problematiek. Het aandeel ten opzichte van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg vanwege drugs bleef minder dan 1%.
In 2024 werden ongeveer 800 mensen behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek
In 2024 werden volgens het LADIS 804 mensen behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek [1]. Dat is minder dan 1% van het totaal aantal mensen in behandeling in de verslavingszorg voor drugsproblematiek. Het gaat hierbij alleen om mensen bij wie de NPS-problematiek staat geregistreerd als de enige of de belangrijkste reden voor de behandeling. We noemen dit ook wel ‘primaire’ NPS-cliënten.
NPS vallen in de gegevens van het LADIS onder de restcategorie “overige middelen”. De registratie van de specifieke middelen in deze categorie wordt nog niet bij alle instellingen even goed uitgevoerd, maar verbetert wel over de tijd. Zo werden er in 2024 290 gevallen geregistreerd als “overige drugs”, 694 als “overige opwekkende middelen”, en 51 gevallen als “drugsverslaving”; mogelijk zaten hier ook cliënten met NPS-problematiek tussen.
Daarnaast leveren niet alle verslavingszorg instellingen gegevens aan het LADIS, het genoemde aantal is dus een onderschatting van het totaal aantal cliënten in de verslavingszorg voor NPS-problematiek. Volgens het LADIS leverden in 2024 ongeveer 85-90% van gespecialiseerde verslavingszorginstellingen data aan (zie: Meer informatie over de onderzoeken op deze pagina).
3-MMC meest voorkomende NPS in de verslavingszorg
3-MMC is het middel dat onder cliënten in de verslavingszorg voor NPS-problematiek het meeste voorkomt. In 2024 stonden in totaal 684 cliënten geregistreerd met een primaire stoornis in het gebruik van 3-MMC, dat is 85% van het totaal aantal cliënten in behandeling voor NPS-problematiek. Andere NPS die in 2024 voorkwamen waren 4-MMC (5%), ongespecificeerde arylcyclohexylaminen (ketamine-achtigen, 3%), ongespecificeerde cathinonen (3%) en enkele gevallen van andere cathinonen (zoals 2-MMC en “flakka”), fenylethylaminen (zoals 4-FA/4-FMP/4F en 2C-B), ongespecificeerde tryptaminen en fenibut.
Meer mannen dan vrouwen met NPS-problematiek
In 2024 was het grootste deel van de cliënten in behandeling in de verslavingszorg voor NPS-problematiek man (72%), en iets meer dan een kwart was vrouw (28%).
Cliënten met NPS-problematiek zijn relatief jong
In 2024 was de gemiddelde leeftijd van de cliënten in behandeling voor NPS-problematiek 26 jaar. Dit is nog jonger dan bij cannabis (31 jaar) of ecstasy (28 jaar), en vergelijkbaar met ketamine (27 jaar). Veruit de meeste cliënten met primaire NPS-problematiek vielen in de leeftijdscategorie 19-24 jaar (40%).
De helft van de NPS-cliënten zijn nog niet eerder behandeld in de verslavingszorg
In 2024 was ongeveer de helft van de primaire NPS-cliënten (53%) al eens eerder in behandeling in de verslavingszorg, de andere helft (47%) was een nieuwkomer. Vergeleken met andere middelen is het aandeel nieuwkomers hoog onder NPS-cliënten.
Is het aantal mensen dat wordt behandeld in de verslavingszorg voor NPS-problematiek veranderd?
Het aantal NPS-cliënten nam sterk toe tussen 2022 en 2024, vooral vanwege 3-MMC-problematiek
Tussen 2015 en 2024 is het aantal cliënten in behandeling voor primaire NPS-problematiek hard gestegen, van 11 naar 804 cliënten. Deze stijging deed zich voornamelijk voor tussen 2022 en 2024, waarbij het aantal cliënten toe nam van 79 naar 804 in 2024. In de loop van de jaren zijn er steeds meer instellingen bijgekomen die gegevens aanleveren aan het LADIS. Ook als we alleen kijken naar de instellingen die gedurende de gehele periode tussen 2015 en 2024 gegevens hebben aangeleverd (de constante instellingen), dan stijgt het aantal primaire NPS-cliënten tussen 2015 en 2024, van 11 naar 710. Vergeleken met andere middelenproblematiek is het aantal NPS-cliënten nog steeds erg laag. Het aandeel cliënten met primaire NPS-problematiek onder alle cliënten in de verslavingszorg vanwege drugs bleef in de periode 2015-2024 minder dan 1%. Voor deze berekeningen zijn de gegevens van alle deelnemende instellingen meegenomen.
Tussen 2015 en 2024 is de bevolking van Nederland gegroeid. Om hier rekening mee te houden is ook gekeken naar het aantal cliënten per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder nam het aantal primaire NPS-cliënten toe tussen 2015 (0,08) en 2024 (5,3).
De stijging in het aantal NPS-cliënten is voornamelijk te wijten aan de toename van 3-MMC-problematiek. In 2015 waren er in de verslavingszorg nog geen cliënten in behandeling vanwege 3-MMC. Tussen 2022 en 2024 is dit aantal meer dan vertienvoudigd, van 52 naar 684 cliënten.
Mogelijk komt deze stijgende trend deels door een verbetering in het registreren van deze specifieke middelen bij de instellingen. Maar de stijging hangt ook samen met aanwijzingen uit andere onderzoeken voor een sterke toename in het gebruik van 3-MMC (uitgaansonderzoek, gezondheidsincidenten, marktgegevens).
Hoe behandelt de verslavingszorg mensen met NPS-problematiek?
De verslavingszorg is onderdeel van de gezondheidszorg. De verslavingszorg helpt mensen die een stoornis hebben in drugs-, alcohol-, of medicatiegebruik, of een gokstoornis of een andere gedragsverslaving. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de behandeling van stoornissen in het gebruik van NPS. Om de behandeling van NPS in de klinische praktijk te verbeteren, bijvoorbeeld bij acute intoxicatie en afhankelijkheid, werd in 2015 in het Verenigd Koninkrijk de leidraad ‘NEPTUNE’ (Novel Psychoactive Treatment: UK Network) ontwikkelt [2]. De leidraad is bedoeld voor behandelaars die werkzaam zijn in diverse zorginstellingen, zoals de verslavingszorg, spoedeisende hulp, seksuele gezondheidszorg, eerstelijnszorg en geestelijke gezondheidszorg (GGZ) [3]. De klinische behandeling van NPS-problematiek, inclusief afhankelijkheid, ontwenning en acute toxiciteit, lijkt over het algemeen vergelijkbaar met die voor de andere stofgroepen van meer gevestigde (illegale) drugs, (met uitzondering van synthetische cannabinoïden) [4].
Aanvullende informatie
Bronnen
- 1.D.J. Wisselink, J.B. van der Slink, J.P. Kerssies. Kerncijfers Verslavingszorg 2015-2024. Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ); 2025 p. 1–100.
- 2.Health Foundation T. Novel psychoactive treatment: UK network (NEPTUNE) [Internet]. 2015. Available from: https://www.health.org.uk/funding-and-fellowships/projects/novel-psychoactive-treatment-uk-network-neptune
- 3.Abdulrahim D, Bowden-Jones O. Guidance on the Clinical Management of Acute and Chronic Harms of Club Drugs and Novel Psychoactive Substances. 2015. p. 335.
- 4.EUDA. New psychoactive substances: health and social responses [Internet]. European Union Drugs Agency; 2021. Available from: https://www.euda.europa.eu/publications/mini-guides/new-psychoactive-substances-health-and-social-responses_en
- 5.Van der Pol P, Liebregts N, De Graaf R, D.J. Korf, Van den Brink W, Van Laar M. Facilitators and barriers in treatment seeking for cannabis dependence. Vol. 133, Drug and Alcohol Dependence. 2013. p. 776–80.
- 6.Tuithof M. Drinking Distilled: onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Universiteit van Amsterdam; 2015.
- 7.Zorgautoriteit N. Informatiekaart Wachttijden en wachtplekken GGZ – oktober 2024 [Internet]. Nederlandse Zorgautoriteit. 2024. Available from: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_786033_22/
Hoe te verwijzen
Nationale Drug Monitor, editie 2025. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.