HomeAlcohol11.2.5 Speciale groepen in de algemene bevolking

11.2.5 Speciale groepen in de algemene bevolking

Nederlanders met een verschillende afkomst

Evenals uit de Gezondheidsenquête, blijkt uit een Amsterdamse studie dat volwassenen met een Nederlandse achtergrond beduidend vaker alcohol gebruiken dan volwassenen met een migratieachtergrond. De HELIUS-studie is een prospectieve cohortstudie onder 24.789 volwassenen (18-70 jaar) in Amsterdam met als doel zicht te krijgen op de oorzaken van gezondheidsverschillen tussen groepen met een verschillende afkomst: Nederlandse achtergrond, Zuid-Aziatisch Surinaamse migratieachtergrond, Afrikaans Surinaamse migratieachtergrond, Ghanese migratieachtergrond, Turkse migratieachtergrond en Marokkaanse migratieachtergrond. De baseline data werden verzameld tussen 2011 en 2015. Etniciteit werd gedefinieerd op basis van het eigen geboorteland en het geboorteland van de ouders ​[1]​.

  • Zowel het laatste-jaar-gebruik van alcohol als het regelmatig drinken van alcohol (gebruik van alcohol op minimaal twee gelegenheden in de afgelopen maand) komen het vaakst voor onder mensen met een Nederlandse achtergrond.
  • Het verschil in regelmatig drinken van alcohol is groot: van de mensen met een Nederlandse achtergrond drinkt 81,4% regelmatig. Op afstand volgen mensen met een Zuid-Aziatisch Surinaamse migratieachtergrond (31%), een Afrikaans Surinaamse migratieachtergrond (38,6%), een Ghanese migratieachtergrond (25%), een Turkse migratieachtergrond (11,8%) en mensen met een Marokkaanse migratieachtergrond (4,1%).
  • Excessief drinken (minimaal 4 keer per week drinken van minimaal 3 à 4 glazen op een dag) onder regelmatige drinkers was het hoogst onder mensen met een Nederlandse achtergrond (20%), vergeleken met de 5 andere groepen (6,8% – 11,3%).
  • Binge drinken (het maandelijks drinken van 6 of meer glazen bij één gelegenheid) en alcoholafhankelijkheid (AUDIT score hoger of gelijk aan 8) onder regelmatige drinkers waren het laagst bij een Surinaamse, Ghanese of Turkse migratieachtergrond en het hoogst bij mensen met een Marokkaanse migratieachtergrond. Onder regelmatige drinkers met een Marokkaanse achtergrond was het percentage binge drinkers (53,7%) 1,5 keer hoger en het percentage met een alcoholafhankelijkheid (48,9%) 1,6 keer hoger dan onder mensen met een Nederlandse achtergrond (respectievelijk 37% en 30,9%).
  • Het verschil in binge drinken en alcoholafhankelijkheid tussen regelmatige drinkers met een Nederlandse achtergrond en met een Marokkaanse migratieachtergrond kan worden verklaard door andere verschillen dan afkomst, namelijk de verschillen tussen de groepen in geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, opleidingsniveau en werkstatus. Als voor die verschillen wordt gecorrigeerd, is er geen verschil meer tussen mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen met een Marokkaanse migratieachtergrond in het percentage regelmatige drinkers dat alcoholafhankelijk is of binge drinkt.
  • Alcoholmisbruik (AUDIT score hoger of gelijk aan 8) hield verband met een depressieve stemming onder mensen met een Zuid-Aziatisch Surinaamse, Afrikaans Surinaamse, Turkse en Marokkaanse migratieachtergrond ​[2]​. De richting van het verband kon niet uit deze studie worden opgemaakt. Het is dus onbekend of een depressieve stemming alcoholmisbruik veroorzaakt onder de genoemde groepen.

Zwangeren

Het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap is beperkt (2,6% in 2021). In de maand vóór de zwangerschap drinkt iets meer dan vier op de tien vrouwen nog wel, vooral hoogopgeleiden. Het verder terugdringen van alcoholgebruik onder zwangere vrouwen vóór, tijdens en na de zwangerschap is één van de pijlers uit het Nationaal Preventie Akkoord (NPA; zie ook § 2.3.4). De kernindicator voor deze doelstelling is het percentage zwangere vrouwen dat alcohol drinkt.

De meest recente Nederlandse cijfers voor deze kernindicator komen uit de Monitor Middelengebruik en Zwangerschap, die in het najaar van 2021 voor de derde keer in Nederland is uitgevoerd. Voor dit onderzoek heeft een representatieve steekproef van 992 vrouwen met jonge kinderen (< 2 jaar) op het consultatiebureau een korte vragenlijst ingevuld over hun middelengebruik vóór, tijdens en na de zwangerschap ​[3]​.

  • Van alle vrouwen heeft 43% in de vier weken vóór de zwangerschap alcohol gedronken. Als vrouwen dronken, dronken ze op een dag meestal: minder dan één glas (19%), één glas (26%), twee glazen (31%) en bijna een kwart (24%) dronk drie glazen of meer.
  • Vanaf het moment dat vrouwen wisten dat ze zwanger waren, heeft 2,6% van hen alcohol gedronken. De meesten (63%) dronken één à twee keer gedurende de hele zwangerschap en ruim een kwart (28%) dronk minimaal maandelijks alcohol. In de meeste gevallen ging het om een paar slokjes (76%).
  • Bijna een kwart (24%) van alle vrouwen heeft alcohol gedronken in de periode dat ze zwanger waren maar dit nog niet wisten. Voor de meesten van hen (65%) ging het om minder dan één keer per week.
  • Ten opzichte van 2016 en 2018 is het alcoholgebruik van vrouwen in de maand vóór de zwangerschap vrijwel gelijk gebleven. Het percentage dat alcohol dronk terwijl ze wisten dat ze zwanger waren is in 2021 (2,6%) lager dan in 2016 (4,7%) en 2018 (4,2%), maar de verschillen zijn niet significant.
  • Vrouwen met een hoog opleidingsniveau dronken vaker alcohol (50%) in de vier weken vóór de zwangerschap dan vrouwen met een laag/middelbaar opleidingsniveau (33%).
  • Het percentage vrouwen dat in de vier weken vóór de zwangerschap alcohol dronk was onder vrouwen met een westerse achtergrond (49%) hoger dan onder niet-westerse moeders (19%).
  • Vrouwen die met een partner samenwoonden dronken vaker alcohol in de vier weken vóór de zwangerschap (44%) dan vrouwen die niet met een partner samenwoonden (27%).
  • Er is geen verschil in alcoholgebruik gevonden tussen moeders die wonen in een stad of op het platteland.
  • Van de vrouwen die vóór de zwangerschap alcohol hadden gedronken, besprak 38% het alcoholgebruik met een zorgverlener tijdens de zwangerschap. Dit betrof in de meeste gevallen de verloskundige (93%).
  • Van de vrouwen die borstvoeding gaven, rapporteerde 19% dat ze gedurende die periode alcohol hadden gedronken. Dit betrof bij de meesten (97%) één glas per keer en bij twee derde (67%) van hen zat er drie uur of meer tussen het drinken van alcohol en het geven van borstvoeding.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Van Amsterdam JGC, Benschop A, Van Binnendijk S, Snijder MB, Lok A, Schene AH, et al. A Comparison of Excessive Drinking, Binge Drinking and Alcohol Dependence in Ethnic Minority Groups in the Netherlands: The HELIUS Study. Vol. 26, European Addiction Research. 2020. p. 66–76.
  2. 2.
    van Binnendijk S, van Amsterdam JGC, Snijder MB, Schene AH, Derks EM, van den Brink W. Contribution of Alcohol and Nicotine Dependence to the Prevalence of Depressed Mood in Different Ethnic Groups in The Netherlands: The HELIUS Study [Internet]. Vol. 16, Journal of Dual Diagnosis. 2020. p. 271–284. Available from: https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/15504263.2020.1772526
  3. 3.
    Scheffers-van Schayck T, Thissen V, Errami F, Tuithof M. Monitor Middelengebruik en Zwangerschap [Internet]. 2022. p. 1–24. Available from: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af1990-monitor-middelengebruik-en-zwangerschap-2021/

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.