HomeCocaïne4.6.3 Incidenten

4.6.3 Incidenten

In het kort: Bij de MDI werden incidenten met cocaïne in 2022 relatief minder vaak gemeld dan in voorgaande jaren. Bij de meeste patiënten die bij de MDI worden gezien, zorgt cocaïne voor lichamelijke opwinding (o.a. ontregelde hartslag, bloeddruk en ademhaling, en hartklachten). Cocaïne is de op één na meest gebruikte drug (na cannabis) bij verkeersslachtoffers op de SEH van LIS-ziekenhuizen. Ook bij het NVIC zijn er relatief veel informatieverzoeken voor cocaïne vergeleken met andere drugs.

Snel naar:

Sinds 2009 houdt de Monitor Drugsincidenten (MDI, zie bijlage B3) ​[1]​ actuele gegevens bij over de aard en omvang van acute drugsgerelateerde gezondheidsincidenten bij patiënten die worden behandeld op de spoedeisende eerste hulp (SEH) van een ziekenhuis, door de ambulance, door forensisch artsen of op de EHBO van een grootschalig evenement. De monitor is niet landelijk dekkend, maar rapporteert vanuit peilstationregio’s in Nederland (vier regio’s in 2009; acht sinds 2011). In 2022 droegen 18 diensten actief bij aan de registratie: drie ambulancediensten, zeven SEH-afdelingen en vijf afdelingen forensische geneeskunde. De gegevens worden aangevuld met die van het Letsel Informatie Systeem (LIS), waarin de behandelingen wegens intoxicaties of letsels na drugsgebruik op 14 SEH’s zijn opgenomen.

In 2022 heeft VeiligheidNL onderzoek gedaan naar middelengebruik (alcohol, drugs en rijgevaarlijke medicijnen) onder verkeersslachtoffers in de periode 2012-2021 ​[2]​. Het Letsel Informatiesysteem (LIS) van VeiligheidNL, een registratie van SEH-bezoeken als gevolg van letsels, is als bron voor dit onderzoek gebruikt. Er zijn gegevens verzameld bij de SEH’s van 14 LIS-ziekenhuizen. Deze gegevens overlappen dus deels met de gegevens uit de Monitor Drugsincidenten. De gegevens kunnen worden gebruikt om trends te signaleren, maar zijn niet geschikt om landelijke schattingen te doen over het aantal incidenten. Daarnaast dient te worden benadrukt dat er op de SEH-afdeling niet altijd wordt gevraagd naar middelen- of medicijngebruik voorafgaand aan een ongeval. Echter, wanneer er overduidelijk sprake is van middelengebruik en/of wanneer dit relevant is voor de medische behandeling, wordt het middelengebruik wel geregistreerd. Gegevens over middelengebruik zoals in LIS geregistreerd dienen dus te worden geïnterpreteerd als een ondergrens van de daadwerkelijke problematiek. Daarnaast is uit deze gegevens niet af te leiden hoeveel verkeersslachtoffers er zijn als gevolg van een bestuurder die alcohol en/of drugs heeft gebruikt.

Daarnaast registreert het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) informatieverzoeken van artsen en hulpverleners over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen ​​[3]​. Het NVIC is onderdeel van de Divisie Vitale Functies van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en is telefonisch te raadplegen via de 24-uursinformatietelefoon. De meeste drugsgerelateerde telefonische informatieverzoeken hebben betrekking op een patiënt die in aanraking is gekomen met een middel: een blootstelling. Een blootstelling leidt niet per definitie tot vergiftigingsverschijnselen, het gaat dus om een mogelijke/potentiële vergiftiging. Naast de mogelijkheid om het NVIC telefonisch te raadplegen, kunnen hulpverleners via de website www.vergiftigingen.info toxicologische informatie opvragen voor bijvoorbeeld een risicoanalyse om de ernst van een blootstelling te berekenen, of om rechtstreeks stofmonografieën en therapieteksten te raadplegen (zonder uitvoering van een risicoanalyse). De website kan worden geraadpleegd bij een daadwerkelijke blootstelling van een patiënt, maar ook ter oriëntatie of bijscholing.

Bij alle bronnen worden intoxicaties vrijwel nooit analytisch/toxicologisch geverifieerd.

Drugsgerelateerde incidenten

In 2022 werden in totaal 6.411 drugsincidenten geregistreerd ​[1]​. Het gebruik van cocaïne werd bij 984 (16%) van de incidenten gemeld, waarvan 475 (48%) als enige gebruikte drug (monogebruik) met of zonder alcohol. Incidenten met cocaïne werden in 2022 relatief minder vaak gemeld dan in voorgaande jaren. De gegevens hieronder hebben uitsluitend betrekking op incidenten waarbij cocaïne-HCl (cocaïnepoeder of snuifcoke) was gebruikt (tenzij anders aangegeven). In 2022 werden weinig incidenten gemeld met alléén cocaïnebase (basecoke, crack) (71 incidenten, 1% van het totaal), dit aantal is te klein om als aparte groep te bespreken.

  • In 2022 werd 16% van de 475 geregistreerde incidenten met cocaïne als enige gebruikte drug (met of zonder alcohol) gemeld door ambulancediensten, 17% door SEH-MDI-ziekenhuizen, 28% door SEH-LIS-ziekenhuizen, 17% door forensisch artsen en 21% door EHBO’s.
  • De meest voorkomende klachten bij patiënten die onder invloed zijn van cocaïne (zonder andere drugs) zijn: pijn op de post (36%), geagiteerd of agressief (31%) gedrag en/of angst (29%). Daarnaast kwamen hart- en vaatklachten veel voor na cocaïnegebruik: hartkloppingen (20%), versnelde hartslag (47%) en/of verhoogde bloeddruk (35%). Eén op de zes cocaïnepatiënten viel flauw en 7% vertoonde trekkingen die passen bij een epileptisch insult.
  • Patiënten met een cocaïne-intoxicatie zijn relatief oud. De mediane leeftijd van patiënten met een cocaïne-intoxicatie bedroeg in 2022 32 jaar. Ter vergelijking: de mediane leeftijd van de gemiddelde patiënt die werd gezien voor een drugsintoxicatie bedroeg 28 jaar in 2022. Ook gebruikers van cocaïnebase hebben vaak een relatief oudere leeftijd (mediane leeftijd: 40 jaar).
  • Incidenten die worden geregistreerd bij de MDI worden ingedeeld naar de mate van intoxicatie (licht, matig of ernstig). In het LIS wordt de mate van intoxicatie niet bijgehouden. Op EHBO’s waren intoxicaties met cocaïne voornamelijk licht van aard (58%), maar het aandeel ernstige intoxicaties steeg van 2% in 2018 naar 24% in 2022. Bij ziekenhuizen en ambulancediensten waren patiënten vaak ernstig onder invloed van cocaïne (respectievelijk 65% en 51%).
  • Cocaïne wordt relatief vaak gecombineerd met andere drugs en alcohol.
    • Bij 52% van de incidenten met cocaïne werden in 2022 ook één of meer andere drugs gebruikt, meestal ecstasy, cannabis en GHB. Het risico op een ernstige intoxicatie neemt toe wanneer cocaïne wordt gecombineerd met andere middelen (30% versus 14% bij intoxicaties met cocaïne als enige drug op de EHBO).
    • Basecoke (62%) en cocaïne (58%) werden vaak gecombineerd met alcohol, dat is eveneens een relatief hoog percentage vergeleken met andere drugs. Ook dit brengt extra risico’s met zich mee, zie lees daarover meer op deze pagina.
  • Ongeveer een kwart (24%) van de cocaïnepatiënten werd in 2022 behandeld voor een onder invloed opgelopen trauma (andere drugs: 11%). Het ging vaak om hoofdletsel en/of botbreuken. Daarnaast had 12% van de cocaïnepatiënten last van onttrekkingsverschijnselen, dit betroffen uitsluitend arrestanten die medische hulp van een forensisch arts inriepen.

Verkeersongevallen

In 2022 heeft VeiligheidNL onderzoek gedaan naar middelengebruik (alcohol, drugs en rijgevaarlijke medicijnen) onder verkeersslachtoffers in de periode 2012-2021. Er zijn gegevens verzameld bij de SEH’s van 14 LIS-ziekenhuizen ​[2]​. De hieronder genoemde cijfers zijn een ondergrens van het werkelijke aantal verkeerslachtoffers dat cocaïne heeft gebruikt, omdat er op de SEH-afdeling niet altijd wordt gevraagd naar middelen- of medicijngebruik voorafgaand aan een ongeval. Sommige percentages zijn gebaseerd op kleine aantallen en moeten daarom voorzicht worden geïnterpreteerd.

  • Cocaïne is, na cannabis, de op één na meest gebruikte drug bij verkeersslachtoffers op de SEH van LIS-ziekenhuizen.
  • Van alle 7.179 verkeersslachtoffers op de SEH tussen 2012 en 2021 die alcohol en/of drugs hadden gebruikt (inclusief passagiers en voetgangers), had 1,1% (n=76) cocaïne gebruikt al dan niet in combinatie met alcohol of andere drugs, 0,3% (n=19) gebruikte uitsluitend cocaïne.
  • Van alle verkeersslachtoffers op de SEH die voorafgaand aan het ongeval alcohol en/of drugs hadden gebruikt (2012-2021), was 20,0% (n=1.434) bestuurder van een gemotoriseerd voertuig. Van hen had 3,1% (n=44) cocaïne gebruikt al dan niet in combinatie met alcohol of andere drugs, 0,9% (n=13) had uitsluitend cocaïne gebruikt.
  • Van alle verkeersslachtoffers op de SEH die voorafgaand aan het ongeval alcohol en/of drugs hadden gebruikt (2021-2021) was 72,8% fietser (inclusief elektrische fietsers) (n=5.224). Van hen had 0,5% (n=27) cocaïne gebruikt al dan niet in combinatie met alcohol of andere drugs, 0,1% (n=5) had uitsluitend cocaïne gebruikt.

Informatieverzoeken over acute vergiftigingen

Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) voorziet artsen en andere hulpverleners van informatie over de mogelijke gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftiging ​[3]​. De hieronder genoemde gegevens betreffen enkel informatieverzoeken, dit geeft geen informatie over het daadwerkelijke aantal cocaïneblootstellingen of -vergiftigingen. Ook de mate waarin de hulpverleners kennis hebben (opgebouwd) over het middel zal van invloed zijn op het aantal informatieverzoeken. Bij het interpreteren van trendgegevens moet hier rekening mee worden gehouden. Daarnaast bestaat in Nederland geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen.

  • Er zijn relatief veel informatieverzoeken over cocaïne. Cocaïne staat al jarenlang in de top 3 van drugs met de meeste telefonische informatieverzoeken.
  • Het aantal telefonische informatieverzoeken voor cocaïne bij personen van 13 jaar en ouder was 189 in 2022. In de categorie drugs (exclusief NPS) was het aantal telefonische informatieverzoeken voor cannabisproducten (275) en MDMA (203) hoger.
  • Op de website www.vergiftigingen.info waren in 2022 voor cocaïne 768 online raadplegingen. In de categorie drugs (exclusief NPS) was alleen het aantal online raadplegingen voor MDMA (1.032) hoger.
  • In 2022 was er een (lichte) stijging in het aantal telefonisch gemelde blootstellingen en online risicoanalyses voor cocaïne vergeleken met 2020 en 2021. Het is niet duidelijk wat deze stijging betekent. Gegevens uit andere monitors (zoals de Gezondheidsenquête, MDI en LADIS) wijzen niet op een duidelijke toename in cocaïnegebruik of daaraan gerelateerde hulpvraag.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Schürmann L, Valkenberg H, Croes E. Monitor Drugsincidenten: Jaarrapportage 2022. Trimbos-insituut en VeiligheidNL; 2024.
  2. 2.
    Valkenberg H, Nijman S. Middelengebruik in het verkeer: een analyse van data verzameld op SEH-afdelingen [Internet]. Amsterdam: VeiligheidNL; 2022. Available from: https://www.veiligheid.nl/sites/default/files/2022-11/Rapportage middelengebruik in het verkeer 2012-2021.pdf
  3. 3.
    Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, Mulder-Spijkerboer HN, Van Velzen AG, Visser CC, Dijkman MA, De Lange DW, et al. Acute vergiftigingen bij mens en dier: NVIC Jaaroverzicht 2022: NVIC Rapport 01/2023. Utrecht: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), Divisie Vitale Functies, Universitair Medisch Centrum Utrecht; 2023.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.