HomeLachgas13.3.2 Demografische kenmerken scholieren regulier onderwijs

13.3.2 Demografische kenmerken scholieren regulier onderwijs

In het kort: Er zijn geen verschillen in lachgasgebruik tussen jongens en meisjes van het voortgezet onderwijs. Lachgasgebruik hangt wel samen met leeftijd, schoolniveau, migratieachtergrond, gezinswelvaart en gezinsvorm.

Snel naar:

Kerncijfers over het gebruik van middelen onder scholieren (12-16 jaar) worden om de twee jaar alternerend gemeten in het Peilstationsonderzoek scholieren en de Health Behaviour in School-aged Children (HBSC)-studie. Sinds de meting van 2017 is de HBSC-studie wat betreft de steekproef vergelijkbaar met het Peilstationsonderzoek (zie bijlage B1). In 2021 werd de HBSC-studie uitgevoerd in het voortgezet onderwijs in 288 klassen en konden de gegevens worden geanalyseerd van 5.733 leerlingen, waaronder 5.243 scholieren van 12 tot en met 16 jaar ​[1]​. In de HBSC-studie wordt het laatste-jaar-gebruik niet gerapporteerd, voor de NDM is het-laatste-jaar-gebruik op hoofdniveau geanalyseerd. Bij de uitsplitsingen naar schoolniveau, migratieachtergrond, gezinsvorm en gezinswelvaart rapporteert de NDM net zoals de HBSC-studie uitsluitend het ooitgebruik en het laatste-maand-gebruik. De HBSC-studie bevat minder vragen over middelengebruik dan het Peilstationsonderzoek scholieren. Daarom kan maar een deel van de gegevens geüpdatet worden naar 2021 en hebben de overige gegevens nog betrekking op 2019.

Geslacht

Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes in het gebruik van lachgas.

Leeftijd

Het gebruik van lachgas stijgt geleidelijk met de leeftijd ​[1]​.

  • Onder 12- tot 15-jarigen lag het lachgasgebruik relatief laag, het gebruik schiet echter omhoog bij 16 jaar (zie figuur hieronder). Van de 12-jarigen heeft 4,8% ervaring met lachgas, vergeleken met 8,9% van de 16-jarigen.
  • De gemiddelde leeftijd waarop de scholieren voor het eerst lachgas hadden gebruikt was in 2019 13,6 jaar ​[2]​. De startleeftijd was vergelijkbaar voor jongens en meisjes (respectievelijk 13,5 en 13,7 jaar). Er zijn geen gegevens over 2021 beschikbaar.

Figuur 13.3.2       Gebruik van lachgas onder scholieren van 12-16 jaar van het voortgezet onderwijs naar leeftijd. Peiljaar 2019

Schoolniveau

Scholieren van het VWO hadden in 2021 minder vaak ervaring met lachgas dan scholieren van andere schoolniveaus ​[1]​.

  • Het percentage dat ervaring had met lachgas was onder scholieren van het vwo lager dan onder de andere schoolniveaus. De andere schoolniveaus verschilden niet statistisch significant van elkaar (zie tabel hieronder).
  • In de bevolking van 18 jaar en ouder ligt het gebruik van lachgas juist hoger onder hoogopgeleiden.

Tabel 13.3.2        Gebruik van lachgas onder scholieren van het voortgezet onderwijs van 12-16 jaar naar schoolniveau. Peiljaar 2019.

Migratieachtergrond

Scholieren met een migratieachtergrond hadden in 2021 vaker ervaring met lachgas dan scholieren zonder migratieachtergrond.

  • Hetzelfde geldt voor het gebruik in de afgelopen maand (zie tabel hieronder). 
  • Onderzoek laat zien dat jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond een speciale risicogroep vormen voor problematisch en/of riskant lachgasgebruik (zie ook paragraaf ‘kwetsbare groepen’ § 13.3.5) ​​[3]​.

Tabel 13.3.3 Gebruik van lachgas onder scholieren van het voortgezet onderwijs van 12-16 jaar naar migratieachtergrond. Peiljaar 2019.

Gezinswelvaart

Lachgasgebruik hangt samen met gezinswelvaart.

  • Ervaring met lachgas kwam in 2021 vaker voor onder jongeren met een lage gezinswelvaart, dan onder jongeren met een midden of hoge gezinswelvaart (zie tabel hieronder).

Gezinsvorm

Lachgasgebruik hangt ook samen met gezinsvorm.

  • Ervaring met lachgas kwam in 2021 vaker voor onder jongeren die niet bij beide ouders wonen, dan onder jongeren die wel bij beide ouders wonen (zie tabel hieronder).

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Boer M, Van Dorsselaer S, De Looze M, De Roos S, Brons H, Van den Eijnden R, et al. HBSC 2021: Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Utrecht: Universiteit Utrecht; 2022.
  2. 2.
    Rombouts M, Van Dorsselaer S, Scheffers-van Schayck T, Tuithof M, Kleinjan M, Monshouwer K. Jeugd en riskant gedrag 2019: Kerngegevens uit het Peilstationsonderzoek Scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
  3. 3.
    Spronk D, Nijkamp L, Nabben T, De Jonge M. Lachgasgebruik bij jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond: Een verkennend onderzoek. Utrecht: Trimbos-insituut; 2020.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.