HomeLachgas13.4 Problematisch gebruik

13.4 Problematisch gebruik

Snel naar:

Gegevens over het vóórkomen van het problematisch gebruik van lachgas in Nederland zijn niet beschikbaar. Dat komt onder andere omdat het aantal frequent gebruikers van lachgas in algemene bevolkingsonderzoeken, zoals de LSM of NEMESIS, te klein is om betrouwbare schattingen te kunnen maken. Een aantal Nederlandse studies onder specifieke doelgroepen (zoals de Antenne-monitor onder wisselende populaties van jongeren en jongvolwassenen en Het Grote Uitgaansonderzoek (HGU) onder uitgaande jongvolwassenen) geeft echter wel informatie over indicatoren voor problematisch gebruik, zoals screeningsinstrumenten voor problematisch gebruik, de mate waarin mensen zelf vinden dat zij te veel of vaak gebruiken, of willen stoppen en minderen.

Definitie van problematisch gebruik

De term problematisch middelengebruik kent geen uniforme en overeengekomen definitie (zie bijlage D en bijlage B12). Bij de verschillende definities die in onderzoek en praktijk worden gehanteerd staat echter het volgende aspect centraal, namelijk een gebruikspatroon dat leidt tot lichamelijke, psychische of sociale problemen.

Risico op afhankelijkheid (‘verslaving’)

Volgens de risicobeoordeling van het CAM uit 2019 is het niet duidelijk in welke mate gebruikers afhankelijk kunnen worden van het gebruiken van lachgas ​[1]​. Het risico op lichamelijke afhankelijkheid wordt geschat op gering en het risico op geestelijke afhankelijkheid gering tot matig. Toch rapporteren frequente gebruikers symptomen van craving en gewenning. Er zijn steeds meer signalen dat een deel van de gebruikers tekenen van verslaving vertoont. Ook zijn er aanwijzingen dat het aantal mensen dat hulp zoekt in de verslavingszorg voor problematisch lachgasgebruik toeneemt, al ontbreken landelijke cijfers hierover. Een deel van de problematisch lachgasgebruikers lijkt geen of pas laat professionele hulp te zoeken.

  • Het is bekend dat hoe vaker en hoe meer lachgas wordt gebruikt, hoe vaker craving (een sterke hunkering/zucht om het middel (opnieuw) te gebruiken) en gewenning worden ervaren ​[2]​. In Het Grote Uitgaansonderzoek (HGU) uit 2020 rapporteerde 7% van de laatste-jaar-gebruikers van lachgas craving te ervaren en ruim één op de tien (12%) gaf aan gewenning te ervaren ​[3]​.
  • Voor het rapport ‘roes met een luchtje’ uit 2017 werd onder zwaardere gebruikers van lachgas (gedefinieerd als ooit in hun leven maandelijks of vaker en/of meer dan 10 ballonnen gebruikt) een screeningsvragenlijst afgenomen voor afhankelijkheid, de Severity of Dependence Scale ​[4]​. Dit instrument is niet gevalideerd voor lachgasgebruik, maar geeft mogelijk toch een indicatie van problematisch lachgasgebruik. Eén op de tien gebruikers had een score van 2 of hoger, een waarde die bij andere middelen als afkappunt wordt gehanteerd voor problematisch gebruik. Daarnaast gaf 17% van de zwaardere gebruikers aan zich in ieder geval in enige mate zorgen te maken over het eigen lachgasgebruik en 20% gaf aan wel eens het verlangen te hebben gehad om te stoppen met het gebruiken van lachgas ​[4]​.
  • In het rapport worden ook de uitkomsten van een veldonderzoek uit 2017 beschreven, waarin onder andere aan jongeren in de leeftijdscategorie 12-24 jaar werd gevraagd in hoeverre zij denken dat lachgas verslavend is. Het merendeel van de jongeren denkt op basis van hun eigen ervaring dat lachgas niet verslavend is. Een aantal jongeren beschrijft echter dat zij gebruikers kennen die geen maat meer kunnen houden met lachgas ​[4]​. In 2019 werden dezelfde signalen waargenomen in groepen kwetsbare jeugd in Amsterdam ​[5]​.
  • In een studie onder jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond signaleerden professionals die met deze jongeren werken, zoals jongerenwerkers en preventiewerkers, kenmerken van verslaving ​[6]​. Het gaat dan om een zucht naar gebruik, het gebruik van grote hoeveelheden en het uitgeven van veel geld aan lachgas. Het blijkt dat er weinig hulp wordt gezocht, of dat soms niet erkend wordt dat er hulp nodig is ​[6]​.
  • In 2021 zijn 13 Marokkaans-Nederlandse overmatig lachgasgebruikers uit Amsterdam Nieuw-West geïnterviewd. Zeven van hen waren in behandeling voor hun lachgasgebruik, zes van hen waren niet in behandeling maar gebruikten minstens wekelijks. Uit de interviews blijkt dat lachgas door hen met name wordt gebruikt uit verveling, om stress tegen te gaan en om negatieve gedachten te onderdrukken. Uit de interviews blijkt ook dat door het taboe dat binnen de Marokkaanse cultuur rust op middelengebruik en door wantrouwen en schaamte de hulpverlening pas laat deze groep problematisch lachgasgebruikers bereikt ​[7,8]​.
  • Uit onderzoek uit 2021 onder jongeren- en preventiewerkers die in contact staan met kwetsbare groepen jongeren verspreid onder 12 dorpen en 23 steden in Nederland blijkt dat de gezondheidsrisico’s van lachgas in deze groepen vaak worden onderschat. Hoewel het lachgasgebruik in een aantal van deze groepen beperkt lijkt te blijven tot een experimentele gebruiksfase, worden in een aantal groepen ook problemen door lachgasgebruik waargenomen. Het gaat om overmatig gebruik, tintelingen in voeten, sociaal isolement en tekenen van verslaving (zie voor meer informatie § 13.3.5).
  • Het herhaaldelijk gebruik van een middel in situaties waarin dit fysiek gevaar kan opleveren, zoals in het verkeer, kan een teken zijn van verslaving. Er zijn signalen dat het aantal verkeersincidenten waarbij lachgas in het spel was de afgelopen jaren is toegenomen (zie ook § 13.6.2).
  • Er zijn signalen dat het aantal mensen dat hulp zoekt in de verslavingszorg voor problematisch lachgasgebruik toeneemt, al ontbreken landelijke cijfers hierover ​[9,10]​.
  • Wetenschappelijke studies naar afhankelijkheid van lachgas zijn schaars. Wel zijn er vanuit de internationale wetenschappelijke literatuur aanwijzingen dat er lachgasgebruikers zijn die mogelijk voldoen aan de DSM-5 criteria voor een stoornis in het gebruik van een middel ​[11]​.

Overmatig gebruik van lachgas

De afgelopen jaren werd gesignaleerd dat met de opkomst van de lachgastanks ook de hoeveelheid lachgas die gebruikt wordt is toegenomen ​[5,12]​. Het gebruik van lachgas in grotere hoeveelheden geeft een hogere kans op gezondheidsschade ​[1]​. Zo kan lachgasgebruik op langere termijn ernstige neurologische problemen veroorzaken. Er bestaat geen veilige onder- of bovengrens voor lachgasgebruik, ook beperkt gebruik kan ongewenste bijwerkingen geven.

  • Na een jarenlange stijging nam het Nationaal Vergiftigingen Informatiecentrum in 2021 een daling waar in het aantal meldingen over gezondheidsklachten na het gebruik van lachgas ​[13]​ (zie ook § 13.6). In 2021 werden in totaal 98 gevallen telefonisch gerapporteerd (144 meldingen in 2020). Bij ruim een derde van de meldingen was er sprake van tintelingen of een verdoofd gevoel in armen en/of benen. Dit kan wijzen op neurologische stoornissen door een vitamine B12-tekort, dat kan ontstaan door overmatig lachgasgebruik (meer informatie over negatieve gezondheidseffecten van lachgasgebruik in paragraaf § 13.7).
  • Uit een enquête onder neurologen lijkt het aantal patiënten met neurologische klachten door overmatig lachgasgebruik de afgelopen jaren te zijn toegenomen ​[14]​ (zie voor meer informatie § 13.7). Deze klachten ontstaan door een vitamine-B12-tekort als gevolg van het lachgasgebruik. Als iemand stopt met lachgasgebruik en op tijd vitamine B12 krijgt toegediend kunnen de klachten weer verdwijnen. Er zijn signalen dat een deel van de lachgasgebruikers uit voorzorg vitamine-B12 tabletten slikt, dit lijkt echter niet voldoende om klachten te voorkomen ​[15]​.
  • In Het Grote Uitgaansonderzoek (HGU) 2020, een onderzoek onder 15-34 jarige uitgaanders, is aan de laatste-jaar-gebruikers van lachgas gevraagd naar de frequentie en hoeveelheid van hun gebruik ​[3]​. Wanneer lachgas wordt gebruikt op een uitgaansdag dan worden er gemiddeld 4,1 ballonnen gebruikt, wanneer lachgas wordt gebruikt op een niet-uitgaansdag worden er gemiddeld meer ballonnen gebruik (5,4 ballonnen). Op een uitgaansdag gebruikt 5% meer dan 10 ballonnen, daarnaast gebruikt 5% op een niet-uitgaansdag meer dan 15 ballonnen.

Stoppen en minderen met gebruik van lachgas

Een deel van de lachgasgebruikers geeft aan van mening te zijn te veel of te vaak te gebruiken en/of de wens te hebben om te minderen of te stoppen met het gebruik van lachgas.

  • In Het Grote Uitgaansonderzoek (HGU) 2020 is aan de laatste-jaar-gebruikers van lachgas gevraagd of zij vinden dat ze te veel of te vaak gebruiken en of zij zouden willen minderen of stoppen met het gebruik van lachgas. Eén op de tien (10,5%) laatste-jaar-gebruikers vindt dat zij te veel of te vaak gebruiken. Daarnaast gaf ongeveer een kwart aan te willen minderen (23,4%) en ongeveer een derde gaf aan te willen stoppen (32,6%) (er is enige overlap tussen het percentage deelnemers dat aangaf te willen minderen en het percentage dat aangaf te willen stoppen, omdat deelnemers beide mogelijkheden konden aangeven; de percentages kunnen dus niet bij elkaar worden opgeteld). Het percentage laatste-jaar-gebruikers dat aangeeft te willen minderen is hoger onder frequente gebruikers (30,0%) dan niet-frequente gebruikers (21,0%) ​[3]​. Frequent gebruik betekent dat de respondent het middel maandelijks of vaker gebruikt.
  • Dit komt overeen met bevindingen uit het Drug Use Persona’s onderzoek, in dat onderzoek gaf in 2019 28% van de laatste-jaar-gebruikers aan dit jaar te gaan minderen of stoppen met het gebruik van lachgas ​[16]​. Ongeveer een kwart van de laatste-jaar-gebruikers (24%) gaf aan al meerdere keren te hebben geprobeerd om bewust een tijdje geen lachgas te gebruiken. De belangrijkste redenen om geen lachgas meer te gebruiken waren: ‘ik heb geen reden (meer) om lachgas te gebruiken, ‘het past niet bij mij/mijn leven’ en ‘ik verwacht dat ik klachten krijg door het gebruik van lachgas’.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs. Risicobeoordeling lachgas. Bilthoven: RIVM; 2019.
  2. 2.
    Van Goor M. Factsheet lachgas. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
  3. 3.
    Monshouwer K, Van Miltenburg CJA, Van Beek RJJ, Den Hollander W, Schouten F, Blankers M, et al. Het Grote Uitgaansonderzoek 2020: Uitgaanspatronen, middelengebruik, gezondheid en intentie tot stoppen of minderen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Utrecht: Trimbos-instituut; 2021.
  4. 4.
    Nabben T, Van der Pol P, Korf DJ. Roes met een luchtje. Amsterdam: Rozenberg Publishers; 2017.
  5. 5.
    Nabben T, Benschop A. Antenne 2019: Trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers; 2020.
  6. 6.
    Spronk D, Nijkamp L, Nabben T, De Jonge M. Lachgasgebruik bij jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond: Een verkennend onderzoek. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
  7. 7.
    Nabben T, Weijs J, van Amsterdam J. Problematic use of nitrous oxide by young moroccan–dutch adults. Vol. 18, International Journal of Environmental Research and Public Health. 2021.
  8. 8.
    Nabben T, Bahara K. Als de tank je beste vriend wordt… Problematisch lachgasgebruik bij jonge Marokkaanse Amsterdammers. Adviezen en aanbevelingen voor een interventie en preventiecampagne. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; 2020.
  9. 9.
    Boer H. Lachgas verslavender dan gedacht: “Het is geen onschuldig middel” [Internet]. RTL Nieuws. 2020. Available from: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5192904/lachgas-trimbos-drugs-jellinek-verslaving-verslavend-middel
  10. 10.
    Den Blijker J. Hulpverleners waarschuwen voor explosie aan lachgasverslaafden [Internet]. Trouw. 2022. Available from: https://www.trouw.nl/binnenland/hulpverleners-waarschuwen-voor-explosie-aan-lachgasverslaafden$\sim$b4d9f7a8/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=whatsapp
  11. 11.
    Fidalgo M, Prud’homme T, Allio A, Bronnec M, Bulteau S, Jolliet P, et al. Nitrous oxide: What do we know about its use disorder potential? Results of the French Monitoring Centre for Addiction network survey and literature review [Internet]. Vol. 40, Substance Abuse. Taylor & Francis; 2019. p. 33–42. Available from: https://doi.org/10.1080/08897077.2019.1573210
  12. 12.
    Benschop A, Nabben T. Antenne Gooi en Vechtstreek 2019: Zicht op middelengebruik onder jonge mensen in de regio. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam/Jellinek; 2020.
  13. 13.
    van Riel AJHP, Hunault CC, van den Hengel-Koot IS, Nugteren-van Lonkhuyzen JJ, de Lange DW, Hondebrink L. Alarming increase in poisonings from recreational nitrous oxide use after a change in EU-legislation, inquiries to the Dutch Poisons Information Center [Internet]. Vol. 100, International Journal of Drug Policy. Elsevier B.V.; 2022. p. 103519. Available from: https://doi.org/10.1016/j.drugpo.2021.103519
  14. 14.
    Dorresteijn L, Titulaer M, Ruijter B, Bruijnes A. Lachgas is een schadelijke drug. Enquete wijst op forse toename neurologische klachten na reacreatief lachgasgebruik. [Internet]. Medisch Contact. 2021. Available from: https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/lachgas-is-een-schadelijke-drug.htm
  15. 15.
    Van Oijen M. “Hij kon amper op zijn benen staan”: neuroloog ziet groeiend aantal jongeren met dwarslaesie door lachgas [Internet]. Volkskrant. 2021. Available from: https://www.volkskrant.nl/wetenschap/hij-kon-amper-op-zijn-benen-staan-neuroloog-ziet-groeiend-aantal-jongeren-met-dwarslaesie-door-lachgas$\sim$b3719e63/
  16. 16.
    De Jonge MC. Persona’s in middelengebruik: Eindrapportage. Utrecht: Trimbos-insituut; 2021.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.