HomeSlaap- en kalmeringsmiddelen10.2.2 Gebruik onder groepen in de volwassen bevolking

10.2.2 Gebruik onder groepen in de volwassen bevolking

In het kort: Het percentage laatste-jaar-gebruikers lag in 2020 hoger onder vrouwen en onder laagopgeleiden.

Snel naar:

Deze paragraaf beschrijft kerngegevens over het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in de volwassen bevolking van 18 jaar en ouder op basis van de Aanvullende Module Middelen van de Leefstijlmonitor, die in 2016, 2018 en 2020 is uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het RIVM en het Trimbos-instituut. De LSM-A is een onderzoek dat parallel loopt aan de Gezondheidsenquête en dieper ingaat op het gebruik van alcohol, drugs, tabak en andere middelen (bijlage A1 en A2). In 2020 zijn er geplande en ongeplande wijzigingen in de dataverzameling van de LSM-A geweest, zie hiervoor bijlage A2.

De coronapandemie heeft mogelijk invloed gehad op het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in de algemene bevolking. Het gaat hier voornamelijk om benzodiazepinen, waarvoor huisartsen waarschuwen deze niet te lang te gebruiken vanwege het risico op verslaving en valincidenten (zie ook § 10.4). Op basis van de cijfers uit de Gezondheidsenquête kunnen echter geen uitspraken worden gedaan over het effect van de coronapandemie op het gebruik. De gegevens die worden gepresenteerd zijn namelijk door het hele jaar 2020 verzameld. Omdat vaak terug wordt gevraagd naar een periode van één jaar voor het afnemen van de vragenlijst (laatste-jaar-gebruik), hebben de cijfers deels betrekking op het gedrag van de deelnemers in het jaar 2019. Meer informatie over de impact van de coronapandemie op het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen is te vinden in § 10.1.2

De cijfers over het gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen kunnen worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, migratieachtergrond en stedelijkheid.

Geslacht

Anders dan bij het alcohol- en drugsgebruik, ligt het gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen hoger onder vrouwen dan onder mannen.

  • In 2020 had van de vrouwen van 18 jaar en ouder 24,0% ooit slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt, vergeleken met 14,9% van de mannen. Het gebruik in het afgelopen jaar lag bij de vrouwen op 12,1% en bij de mannen op 6,3% (zie onderstaande tabel).
  • Dat vrouwen vaker gebruiken dan mannen, geldt eveneens voor het gebruik (ook) zonder recept. Hier lag het gebruik in het afgelopen jaar bij de vrouwen op 3,9% en bij de mannen op 2,5%.
  • Binnen de groep laatste-jaar-gebruikers is het gebruik van de medicijnen zonder doktersrecept toegenomen onder mannen van 31,0% naar 40,0%.

Leeftijd

Van de 40-plussers heeft in 2020 ongeveer een op de vijf ooit slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt, vergeleken met ongeveer een op de acht onder de 18-19-jarigen (zie onderstaand figuur).

  • Voor het gebruik (ook) zonder recept zijn er geen statistisch significante verschillen gevonden tussen de leeftijdsgroepen.
  • De gemiddelde leeftijd van mensen die in het afgelopen jaar slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikten was 53,8 jaar.

Figuur 10.2.1       Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in de bevolking van 18 jaar en ouder, naar leeftijdsgroep. Peiljaar 2020

Figuur 10.2.2       Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen (ook) zonder recept in de bevolking van 18 jaar en ouder, naar leeftijdsgroep. Peiljaar 2020

Opleidingsniveau

Onderstaande tabel toont het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in het algemeen (met en zonder recept), naar opleidingsniveau. Laagopgeleide personen hebben in 2020 in het afgelopen jaar bijna twee keer zo vaak slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt vergeleken met hoogopgeleiden, 12,1% tegenover 6,6%.

Tabel 10.2.2        Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in de bevolking van 18 jaar en ouder naar opleidingsniveau.

Onderstaande tabel toont specifiek het gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen (ook) zonder recept. Hiervan ligt het gebruik voor alle opleidingsniveaus gelijk.

Tabel 10.2.3        Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen (ook) zonder recept in de bevolking van 18 jaar en ouder naar opleidingsniveauI. Peiljaar 2020

Migratieachtergrond

Mensen met een Nederlandse achtergrond hebben in 2020 vaker ervaring gehad met slaap- of kalmeringsmiddelen dan mensen met een niet-Westerse migratieachtergrond, 20,2% tegenover 16,3% (zie onderstaande tabel). Dit verschil verdwijnt bij de maten voor meer recent gebruik: in het laatste jaar of in de laatste maand. Er zijn geen verschillen gevonden tussen mensen met verschillende migratieachtergronden in het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen (ook) zonder recept.

Tabel 10.2.4        Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in de bevolking van 18 jaar en ouder naar migratieachtergrondI. Peiljaar 2020

Tabel 10.2.5        Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen (ook) zonder recept in de bevolking van 18 jaar en ouder naar migratieachtergrondI. Peiljaar 2020

Stedelijkheid

Slaap- of kalmeringsmiddelen worden in 2020 vaker gebruikt in (zeer) sterk stedelijke gebieden (20,7%) dan in weinig of niet stedelijke gebieden (17,5%). Matig stedelijke gebieden liggen hier tussenin (zie onderstaande tabellen). Dit geldt voor het gebruik in het algemeen en het gebruik (ook) zonder een doktersrecept. Op het niveau van het laatste-maand-gebruik zijn er geen verschillen meer zichtbaar.

Tabel 10.2.6        Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in de bevolking van 18 jaar en ouder naar stedelijkheidI. Peiljaar 2020

Tabel 10.2.7        Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen (ook) zonder recept in de bevolking van 18 jaar en ouder naar stedelijkheidI. Peiljaar 2018

Frequentie van gebruik

Van de laatste-jaar-gebruikers van slaap- of kalmeringsmiddelen van 18 jaar en ouder had 9,4% in 2020 één keer gebruikt, had 23,3% een paar keer gebruikt maar minder dan maandelijks, had 7,8% één keer per maand gebruikt, had 17,4% twee tot vier keer per maand gebruikt, had 11,6% twee tot drie keer per week gebruikt en had 30,5% vier of meer keer per week gebruikt (zie onderstaand figuur).

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.