HomeWetgeving, beleid en preventie2.1.3 Coffeeshopbeleid

2.1.3 Coffeeshopbeleid

Deze paragraaf gaat in op het landelijke en gemeentelijke beleid ten aanzien van coffeeshops. In de volgende paragraaf wordt de stand van zaken besproken van het Experiment gesloten coffeeshopketen.

Coffeeshopbeleid: landelijk en gemeentelijk

  • Landelijk gezien voert de Rijksoverheid een gedoogbeleid. De verkoop van cannabis in coffeeshops wordt ‘gedoogd’. De illegale teelt is strafbaar volgens artikel 3, onder B, van de Opiumwet. De politie en het OM geven prioriteit aan de opsporing en vervolging van de grootschalige en beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Andere teelt, die niet beroeps- of bedrijfsmatig is en een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik betreft, heeft geen prioriteit in de opsporing en vervolging (Aanwijzing Opiumwet, 2015) ​[1]​. De verkoop van cannabis in coffeeshops wordt dus gedoogd (voordeur), maar de teelt en aanvoer (achterdeur) zijn strafbaar en worden opgespoord en vervolgd. Dit levert problemen op, zowel voor gemeenten als voor de rechtspraak ​[2]​.
  • Politie en justitie laten coffeeshops ongemoeid als ze zich houden aan bepaalde criteria. De landelijke gedoogcriteria staan in de Aanwijzing Opiumwet: coffeeshops mogen geen reclame maken (geen affichering), geen harddrugs voorhanden hebben of verkopen, geen overlast veroorzaken, niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan jeugdigen onder de 18 jaar, niet meer dan 5 gram verkopen per dag per persoon en niet meer dan 500 gram handelsvoorraad hebben, en niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan anderen dan ingezetenen van Nederland.
  • Gemeenten kunnen hun eigen coffeeshopbeleid vaststellen en toepassen binnen de landelijke kaders. Gemeenten kunnen besluiten over het al dan niet toelaten van coffeeshops en het aantal vaststellen. Het handhavingsbeleid wordt concreet ingevuld door de burgemeester in overleg met een vertegenwoordiger van het OM en de politiechef, het zogenaamde driehoeksoverleg. Onderdeel van dit beleid is ook een handhavingsplan (met sancties). Gemeenten kunnen aanvullende vestigingscriteria vastleggen in het lokale coffeeshopbeleid, specifiek gericht op de lokale situatie.

Het beleid dat gemeenten voeren, is in 2022, blijkens de tweejaarlijkse monitor over het aantal coffeeshops en gemeenten die een coffeeshopbeleid voeren, nauwelijks veranderd ten opzichte van de vorige meting over 2020 ​[3,4]​. Zie voor aantallen coffeeshops § 3.8.1.

  • In 2022 lieten 102 van de 345 gemeenten (29%) coffeeshops toe. Dat zijn er evenveel als in de voorgaande meting over 2020. Daarbij is het wel zo dat het aantal gemeenten in Nederland is afgenomen, dus relatief gezien zijn er meer coffeeshopgemeenten. Eind 2022 voerde 68% van de gemeenten een ‘nulbeleid’ (verkooppunten worden niet gedoogd), 29% voerde een gedoogbeleid (maximum aantal coffeeshops is vastgelegd) en 2% gaf aan geen formeel beleid te voeren. In de gemeenten zonder formeel beleid zijn geen coffeeshops gevestigd, maar er zijn ook geen concrete afspraken dat ze niet gedoogd zouden worden ​[4]​.
  • Veel gemeenten hebben de AHOJGI-criteria opgenomen in hun lokale coffeeshopbeleid. In de praktijk blijkt dat eind 2022 het H-(Geen Harddrugs), O-(Geen Overlast) en J- (Geen verkoop aan en geen toegang tot coffeeshops voor jeugdigen onder de 18 jaar) criterium zijn opgenomen in het beleid van alle coffeeshopgemeenten. Het I-criterium (geen toegang tot coffeeshops voor en verkoop van softdrugs aan anderen dan ingezetenen van Nederland) wordt het minst opgenomen in het beleid van coffeeshopgemeenten (76 van de 102 gemeenten heeft eind 2022 dit criterium in het beleid opgenomen ​[4]​
  • Coffeeshopgemeenten kunnen aanvullende criteria in het beleid opnemen. Veel coffeeshopgemeenten die een gedoogbeleid voeren, hebben net als in voorgaande jaren ten minste één lokaal vestigingscriterium in hun coffeeshopbeleid opgenomen. Het gaat veelal om een afstandscriterium (afstand van de coffeeshop tot een onderwijsinstelling). Het vestigingscriterium waarbij er een minimale afstand tussen coffeeshops moet zijn, is in 2022 in 81% van de coffeeshopgemeenten opgenomen in het beleid ​[4]​.
  • Gemeenten kunnen ook criteria opnemen die niet gericht zijn op de vestiging van een coffeeshop maar wel een voorwaarde zijn voor het geven van de gedoogstatus. Deze criteria kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de omgeving van de coffeeshop (en dan met name het schoonhouden daarvan), openings- en sluitingstijden of de bedrijfsvoering. Eind 2022 heeft ongeveer 27% van de gemeenten een dergelijk criteria opgenomen in hun coffeeshopbeleid. Dit was vergelijkbaar ten opzichte van 2020 toen 28% van de gemeenten criteria opnamen die specifiek gericht waren op de lokale situatie ​[4]​.
  • In Amsterdam deed de burgemeester begin 2021 het voorstel een ander beleid te gaan voeren inzake coffeeshops ​[5]​. Het beleid was toentertijd gericht op het verkleinen van het aanbod van cannabis door het aantal coffeeshops geleidelijk te verminderen. Maar de vraag verminderde niet en nam juist sterk toe door de komst van steeds meer toeristen. Het voorstel was om het I-criterium te handhaven, zodat coffeeshophouders geen cannabis meer aan niet-ingezetenen zouden mogen verkopen. In september 2022 heeft de meerderheid van de gemeenteraad dit voorstel afgewezen ​[6]​. In februari 2023 is duidelijk geworden dat een stadsdeel van Amsterdam deel zal nemen aan het Experiment gesloten coffeeshopketen. In juni 2023 heeft de gemeente Amsterdam stadsdeel Oost voorgedragen voor deelname aan het landelijk wietexperiment en in september 2023 is de Ministerraad met dit voorstel akkoord gegaan, waardoor de wetswijziging om deelname van het Amsterdamse stadsdeel Oost als elfde gemeente mogelijk te maken naar de Tweede Kamer is gestuurd voor behandeling ​[7]​. Zie voor meer informatie hieronder bij ‘Experiment gesloten coffeeshopketen’.
  • Gegevens in verband met overlast van coffeeshops en drugstoerisme zijn beschreven in § 17.3.2.

Bestrijding van criminele praktijken in relatie tot coffeeshops

  • De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is onder andere van toepassing op vergunningaanvragen voor coffeeshops. Met de toepassing van deze wet zijn overheden bevoegd om overheidsopdrachten, vastgoedtransacties, vergunningen en subsidies aan personen of bedrijven te weigeren of in te trekken als blijkt dat er ernstig gevaar bestaat dat daarmee strafbare feiten zullen worden gepleegd of uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen worden benut. Zo kan voorkomen worden dat de overheid door het verlenen of in stand houden van vergunningen onverhoopt meewerkt aan het ontstaan of voortbestaan van criminele praktijken. In het geval van coffeeshops gaat het om vergunningverlening door de gemeente. Als het gevaar bestaat dat een coffeeshophouder (of zijn zakelijke omgeving) crimineel vermogen aanwendt of andere strafbare feiten gaat plegen in het licht van zijn bedrijfsvoering, kan de burgemeester (of het bestuursorgaan dat daar voor bevoegd is) weigeren hem de vergunning te verlenen of een reeds verleende vergunning intrekken.
  • Gemeenten kunnen zich over de mate van gevaar dat een vergunning misbruikt wordt voor criminele doeleinden laten adviseren door het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Sinds 2013 kunnen gemeenten ook zelf politie- en justitiële informatie opvragen over de betrokkene (lees: de vergunningsaanvrager) in het kader van het eigen, gemeentelijke Bibob‐onderzoek.
  • Sinds 1 augustus 2020 hebben overheden de mogelijkheid om ook justitiële gegevens op te vragen over de zakelijke relaties van degene die een aanvraag tot een vergunning, subsidie, vastgoedtransactie of overheidsopdracht doet ​[8,9]​​​. Met zakelijke relaties kunnen bijvoorbeeld personen worden bedoeld die direct of indirect leiding geven aan de aanvrager, vermogen hebben verschaft aan de aanvrager of direct of indirect zeggenschap heeft of heeft gehad op de aanvrager (zoals beheerders, bestuurders, aandeelhouders of financiers. Er kan namelijk sprake zijn van een zogeheten stroman-constructie of een poging van een financier om crimineel geld wit te wassen. De Wet Bibob tweede tranche, die onder andere voorziet in een verruiming van de mogelijkheden tot informatiedeling tussen het LBB en bestuursorganen en tussen bestuursorganen onderling, is in werking getreden per 1 oktober 2022 ​[10]​.

Experiment gesloten coffeeshopketen

De voorbereidingen voor het Experiment gesloten coffeeshopketen dat in het regeerakkoord van oktober 2017 is opgenomen en volgens het Coalitieakkoord van december 2021 wordt voortgezet, nemen meer tijd in beslag dan verwacht. Hieronder wordt ingegaan op een aantal aspecten van het experiment (voor een uitgebreidere beschrijving van de voorwaarden waaraan telers en coffeeshops moeten voldoen, verwijzen we naar de website van de Rijksoverheid ​[11]​​​.

  • Een ‘gesloten coffeeshopketen’ houdt in dat aangewezen telers hun cannabis uitsluitend leveren aan de coffeeshops in de aan het experiment deelnemende gemeenten. Die coffeeshops mogen uitsluitend de door de aangewezen telers geteelde cannabis verkopen. Het doel van het experiment is om te onderzoeken of en hoe telers op kwaliteit gecontroleerde cannabis gedecriminaliseerd in een gesloten keten aan coffeeshops kunnen leveren en wat de effecten van het experiment zijn op de openbare orde, criminaliteit en de volksgezondheid.
  • Het experiment heeft vanaf de feitelijke start een looptijd van vier jaar. Het bestond oorspronkelijk uit drie fases, maar is aangevuld met een extra fase (de aanloopfase). De vier fases van het experiment bestaan uit: de voorbereidingsfase waarin gemeenten en telers geselecteerd worden, de aanloopfase in Breda en Tilburg waar op kleine schaal wordt begonnen met de verkoop van cannabis afkomstig van aangewezen telers (naast de gedoogde verkoop), de overgangsfase waarin coffeeshops in alle deelnemende gemeenten kunnen beginnen met de verkoop van cannabis afkomstig van aangewezen telers (naast de gedoogde verkoop), en de experimenteerfase. De experimenteerfase kan pas beginnen als wordt verwacht dat de kwaliteit en diversiteit van de door de aangewezen telers geteelde cannabis voldoende is om de deelnemende coffeeshops volledig en permanent te kunnen voorzien, en aan de eisen van geslotenheid kan worden voldaan. Als begonnen zou worden terwijl nog niet aan deze eisen is voldaan, is er het risico dat de coffeeshops onvoldoende in voorraad hebben, dat de prijzen extreem zullen stijgen, en/of dat consumenten niet tevreden zijn, met het risico dat zij zich tot illegale markten zullen wenden.
  • Een onafhankelijke commissie, bestaande uit wetenschappers en deskundigen onder voorzitterschap van professor Knottnerus heeft de regering geadviseerd over het opzetten van het experiment ​​[12,13]​​.

Om het experiment mogelijk te maken zijn de ‘Wet experiment gesloten coffeeshopketen’, het bijbehorende besluit, en de ministeriële regeling op 1 juli 2020 in werking getreden ​​[14]​​. Het besluit en de ministeriële regeling zijn in 2022 gewijzigd, wegens enkele gebleken onduidelijkheden, vooral van technische aard ​[15,16]​. Begin 2024 worden het besluit en de ministeriële regeling ook gewijzigd.

  • Tien gemeenten gaan deelnemen aan het experiment, namelijk Arnhem, Almere, Breda, Groningen, Heerlen, Voorne aan Zee, Maastricht, Nijmegen, Tilburg en Zaanstad [12]​​. In het Coalitieakkoord 2021-2025 is voorgesteld dit uit te breiden met een grote stad​[17]​.
  • In februari 2023 heeft Amsterdam aangegeven te willen deelnemen met een stadsdeel en te onderzoeken welk stadsdeel daarvoor in aanmerking komt. Dat vindt de regering een goede ontwikkeling, hoewel eerder steeds de voorwaarde gesteld is dat alle coffeeshops in een gemeente mee zouden moeten doen. Uit gesprekken is echter gebleken dat het eigenlijk niet mogelijk is met een complete grote stad mee te doen aan het experiment ​[18,19]​. In juni 2023 hebben de ministers van VWS en JenV aangegeven stadsdeel Oost toe te willen voegen aan het landelijk wietexperiment. In dit stadsdeel zijn tien coffeeshops gevestigd ​[20]​. De wetswijziging om deelname van het Amsterdamse stadsdeel Oost als elfde gemeente mogelijk te maken naar de Tweede Kamer is gestuurd voor behandeling ​[21]​
  • Er zijn tien telers aangewezen die hun teeltbedrijf kunnen opzetten en beginnen met het telen en de productie van cannabis.
  • Het selecteren van de telers en de benodigde Bibob-screening duurden langer dan verwacht. De voorbereidingen door de telers bleken ook problemen op te kunnen leveren, zoals de aankoop van een locatie, het aanvragen van een lokale vergunning en het verkrijgen van een bankrekening ​[22]​. Het streven om in de loop van de tweede helft van 2022 te beginnen met de ‘overgangsfase’ bleek niet haalbaar zodat deze destijds verschoven is naar het tweede kwartaal van 2023. Echter, een meerderheid van de telers heeft aangegeven dat zij meer tijd nodig heeft als gevolg van lokale vergunningsprocedures, interne bedrijfsprocessen en een toename van de investeringskosten door de inflatie en de verhoogde energie- en bouwkosten. Daardoor zal de start van de overgangsfase in alle deelnemende gemeenten in ieder geval niet eerder dan eind eerste kwartaal van 2024 zijn [19, 21]. ​
  • In reactie op een initiatief van de burgermeesters van Breda en Tilburg hebben de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (JenV) onderzocht in hoeverre in deze twee gemeenten, nog voor de start van het experiment, op kleine schaal gestart kan worden met de levering van gereguleerde hennep en hasjiesj. In februari 2023 is door de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (JenV) besloten tot het introduceren van deze aanloopfase in het experiment. In die fase kan in twee gemeenten, Breda en Tilburg, eerder begonnen worden met de levering van cannabis aan coffeeshops, terwijl coffeeshops ook nog mogen inkopen bij hun oude leveranciers. Het doel van die aanloopfase is om de geslotenheid van de keten en alle processen en systemen die erbij komen kijken, op kleine schaal te testen, zodat de start in alle tien gemeenten soepeler kan verlopen. Voorwaarden daarbij zijn een beperkte maximale handelsvoorraad van de gereguleerde producten (500 gram per coffeeshop). Er wordt gestreefd om de aanloopfase een beperkte duur (maximaal zes maanden) heeft, zodat daarna alle andere gemeenten ook starten​ [15]​. Het kabinet heeft in september 2023 besloten dat de aanloopfase van het Experiment gesloten coffeeshopketen op 15 december 2023 van start gaat.

Het onderzoek naar het experiment moet duidelijk maken of het mogelijk is om een ‘gesloten coffeeshopketen’ te creëren en brengt de eventuele effecten van een gesloten keten op de openbare orde, veiligheid, criminaliteit en volksgezondheid in kaart. Het was de bedoeling om bij de uitwerking van de criteria, op grond waarvan in 2024 een kabinetsstandpunt zou worden bepaald over hoe verder na het experiment, zo veel mogelijk aan te sluiten bij de resultaten van het wetenschappelijk evaluatieonderzoek. Doordat de experimenteerfase later is begonnen dan het voorziene jaar 2019 of 2020, zal de rapportage over het eerste experimenteerjaar dan nog niet klaar zijn. Daarom wordt beoogd om in 2024 te bezien welke conclusies getrokken kunnen worden op grond van de dan beschikbare informatie, zoals kennis die is opgedaan tijdens de aanloopfase, in de voorbereidende fase en tijdens het eerste experimenteerjaar.

Van september 2021 tot april 2022 vond een voormeting plaats voor het onderzoek dat zal starten wanneer het Experiment gesloten coffeeshopketen in werking treedt. In dit onderzoek is de stand van zaken beschreven over onder meer het gemeentelijk coffeeshopbeleid, het cannabisgebruik, de (gedoogde) verkoop van cannabis vanuit coffeeshops en de illegale verkoop van softdrugs. Informatie hierover is verzameld in negentien gemeenten: tien interventiegemeenten waar legaal geteelde cannabis zal worden geïntroduceerd en negen vergelijkingsgemeenten waar het aanbod van telers buiten de gesloten coffeeshopketen blijft gelden ​[23]​. De Tweede Kamer is op 31 mei 2023 geïnformeerd over het rapport van de voormeting. De dataverzameling voor de nulmeting is afgerond, daarover wordt in 2024 gerapporteerd. Hieronder enkele zaken die uit de voormeting naar voren kwamen:

  • Het coffeeshopbeleid van de 19 gemeenten bleek een goede afspiegeling van de ruim 100 Nederlandse gemeenten met coffeeshops. De meeste gemeenten die betrokken zijn bij dit onderzoek hanteerden een maximumbeleid voor het aantal coffeeshops in de gemeente. Daarnaast hanteerden zij ook een afstandscriterium tot scholen. Op landelijk niveau hebben de meeste coffeeshopgemeenten een maximumbeleid en is het afstandscriterium opgenomen in hun beleid ​[23]​
  • Net als de meeste andere gemeenten hadden de gemeenten in het onderzoek de handhaving van de AHOJG-criteria en de maximale handelshoeveelheid in hun beleid opgenomen. Het Ingezetencriterium (I-criterium) was bij 16 van de 19 gemeenten in dit onderzoek in het beleid opgenomen. Op landelijk niveau was dit criterium bij 76 van de 102 gemeenten met coffeeshops in het beleid opgenomen ​[23]​
  • Hoewel veel gemeenten het I-criterium in hun beleid hebben opgenomen, gaan gemeenten verschillend om met de handhaving van dit criterium. In het kader van lokaal maatwerk kunnen gemeenten met de lokale driehoek afstemmen of al dan niet actief gehandhaafd wordt op het I-criterium ​[23]​. Van de 76 coffeeshopgemeenten die de handhaving van het I-criterium hebben opgenomen in hun beleid, heeft controle hierop een hoge prioriteit [4]​.

Om bij te dragen aan het voorkomen van een eventuele stijging van cannabisgebruik ten tijde van het experiment heeft het Trimbos-instituut een advies uitgebracht ​​​​​[24]​​. Het advies is besproken met een werkgroep die de experimentgemeenten ondersteunt bij het ontwikkelen van een lokale preventieaanpak. Op basis van het advies wordt een aantal preventieve instrumenten gevormd ​​​[25]​. Zo is een conceptmodel Preventie en handhavingsplan Cannabis ontwikkeld. Het gaat daarbij om het verzamelen en analyseren van gegevens door een aantal sleutelfiguren op lokaal niveau teneinde goed zicht te krijgen op veranderingen in de lokale situatie door het Experiment gesloten coffeeshopketen. Het wordt in twee experimentgemeenten als pilot getest ​[22]​​​​​. Ook is voorlichtingsmateriaal over het experiment voor allerlei doelgroepen ontwikkeld en worden online zelfhulpinterventies voor verschillende doelgroepen met verschillende problematiek geïmplementeerd.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Van Laar MW, Van Ooyen-Houben M, Meijer R, Croes E, Ketelaars A, van der Pol P. Nationale Drug Monitor: Jaarbericht 2016. Utrecht: Trimbos-instituut; 2016.
  2. 2.
    T.K.34997-3. Regels inzake een uniform experiment met teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen (Wet experiment gesloten coffeeshopketen): Memorie van toelichting. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2018.
  3. 3.
    Mennes R, Pieper R, Schoonbeek I, Bieleman B. Coffeeshops in Nederland 2020. Aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid 1999-2020. Breuer en Intraval onderzoek en advies; 2021.
  4. 4.
    Mennes R, Pieper R, Schoonbeek I, Van der Lee E. Coffeeshops in Nederland 2022. Rotterdam: Breuer & Intraval; 2023.
  5. 5.
    Halsema F. Beheersbare cannabismarkt: 8 januari 2021. Amsterdam: Gemeente Amsterdam ; 2021.
  6. 6.
    Concept verslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken van de Gemeente Amsterdam op 29 september 2022. Amsterdam: Gemeente Amsterdam; 2022.
  7. 7.
    T.K. 36279. Wijziging van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen in verband met de toevoeging van een elfde gemeente aan het experiment. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
  8. 8.
    Stb.2020-278. Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met diverse uitbreidingen van de toepassingsmogelijkheden daarvan alsmede enkele overige wijzigingen . Den Haag: Rijksoverheid; 2020.
  9. 9.
    Stb.2020-279. Besluit van 15 juli 2020, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de verstrekking van justitiële gegevens over de zakelijke omgeving van betrokkene ten behoeve van het eigen onderzoek door bestuursorganen op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, tot wijziging van het Besluit Bibob en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met diverse uitbreidingen van de toepassingsmogelijkheden daarvan alsmede enkele overige wijzigingen (Stb. 2020, 278) 22-7-2020. Den Haag: Rijksoverheid; 2020.
  10. 10.
    Stb. 2022-304. Wet van 6 juli 2022 tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met informatiedeling tussen bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak en enige overige wijzigingen. Den Haag: Rijksoverheid ; 2022.
  11. 11.
    Rijksoverheid. Experiment gesloten coffeeshopketen (wietexperiment) [Internet]. 2022. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/experiment-gesloten-coffeeshopketen-wietexperiment
  12. 12.
    T.K.34997-29. Bijlage: Tweede rapportage van de adviescommissie Experiment gesloten cannabisketen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2019.
  13. 13.
    Een experiment met een gesloten cannabisketen. Den Haag: Adviescommissie Experiment gesloten cannabisketen; 2018.
  14. 14.
    Stb. 2020-216. Besluit van 17 juni 2020, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen. Den Haag: Rijksoverheid; 2020.
  15. 15.
    Stb. 2022-219. Besluit van 25 mei 2022, houdende wijziging van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen in verband met de aanpassing en verduidelijking van enkele eisen voor coffeeshophouders en aangewezen telers. Den Haag: Rijskoverheid; 2022.
  16. 16.
    Stc. 2022-14996. Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid van 20 mei 2022, kenmerk 3354207-1027909-WJZ, houdende wijziging van de Regeling experiment gesloten coffeeshopketen, in verband met het stellen van regels omtrent de handelsvoorraad van coffeeshophouders, het THC-symbool, het bewaren en vernietigen van monsters en de gebruikersinformatie . Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
  17. 17.
    T.K. 35788-77. Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst, Coalitieakkoord 2021 – 2025 VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2021.
  18. 18.
    T.K. 24077-506. Drugbeleid; Brief regering; Stand van zaken Experiment Gesloten Coffeeshopketen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal ; 2022.
  19. 19.
    Concept-verslag van een commissiedebat 22 februari 2023, commissie drugbeleid . Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
  20. 20.
    Gemeente Amsterdam . Amsterdam schuift stadsdeel Oost naar voren voor landelijk wietexperiment [Internet]. 2023. Available from: https://www.amsterdam.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/wietexperiment/#:~:text=Amsterdam%20draagt%20stadsdeel%20Oost%2C%20dat,gedoogbeleid%20voor%20cannabis%20kan%20vervangen
  21. 21.
    T.K. 24077-535. Drugsbeleid: Brief van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2023.
  22. 22.
    T.K. 34997-489. Voortgang experiment gesloten coffeeshopketen; Brief regering . Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2022.
  23. 23.
    Mennes R, Hoorens S, van Laar M, Monshouwer K, Olthof M, Oomen P, et al. Onderzoek experiment gesloten coffeeshopketen: Rapportage voormeting 2021. Rotterdam: Breuer & Intraval; 2023.
  24. 24.
    Möhle M, Spronk D, Van Leeuwen L. Advies preventieaanpak Experiment gesloten coffeeshopketen. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
  25. 25.
    T.K.24077-472. Drugbeleid; Brief regering; Stand van zaken Experiment gesloten coffeeshopketen. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal; 2021.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.