HomeEcstasy (MDMA)6.3.5 Kwetsbare groepen jongeren en jongvolwassenen

6.3.5 Kwetsbare groepen jongeren en jongvolwassenen

Hoeveel jongeren uit kwetsbare groepen gebruiken ecstasy?

In het kort: Jongeren uit sommige kwetsbare groepen hebben meer ervaring met het gebruik van ecstasy dan jongeren uit het regulier onderwijs. Scholieren van cluster 4, jongeren in jeugddetentie en jongeren in de jeugdzorg hebben vaker ooit ecstasy gebruikt dan jongeren uit het regulier voortgezet onderwijs. Scholieren van cluster 3 hebben echter nauwelijks ervaring met ecstasy. Ook de trends verschillen per onderzochte groep.

Snel naar:
Scholieren van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
Jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen
Jongeren in de residentiële jeugdzorg
Groepen risicojongeren

Wat verstaan we onder kwetsbare groepen jongeren?

Op deze pagina bespreken we een aantal onderzoeken over het middelengebruik binnen ‘kwetsbare groepen jongeren’. Wij gebruiken de term ‘kwetsbare groepen jongeren’ om aan te duiden dat het hier gaat om groepen jongeren die een grotere kans hebben op problemen met en door middelengebruik ​[1]​. Dit komt door een opeenstapeling van verschillende risicofactoren binnen deze groepen. Omgevingsfactoren spelen hierbij de belangrijkste rol, vaak in wisselwerking met persoonlijke risicofactoren. Het kan bijvoorbeeld gaan om problemen in de gezinssituatie, schoolgerelateerde problemen of gedragsproblemen. Jongeren in de jeugdzorg, in jeugddetentie of in het voorgezet speciaal onderwijs (vso) zijn voorbeelden van groepen waarin vaak zo’n opeenstapeling van risicofactoren speelt.

Hoeveel scholieren in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs gebruiken ecstasy?

Meer scholieren in cluster 4 gebruiken ecstasy dan scholieren op andere scholen

In 2019 hadden cluster 4-scholieren (6,2%) vaker ooit ecstasy gebruikt dan scholieren van het praktijkonderwijs (2,6%) en het vmbo-b (2,3%) ​[2]​. Ook hadden scholieren van cluster 4 vaker in de laatste maand ecstasy gebruikt (3,0%) dan scholieren van het vmbo-b (0,9%). Het verschil met het praktijkonderwijs (1,6%) is niet significant. Van alle harddrugs hadden scholieren van alle schooltypen de meeste ervaring met ecstasy.

Het aandeel scholieren in het cluster 3 onderwijs dat ervaring heeft met ecstasy is te laag om uitspraken over te doen ​[3]​. Daarmee is het gebruik onder deze jongeren dus lager dan in alle andere schooltypen.

Geen significante verschillen in ecstasygebruik tussen 2008 en 2020

Onder scholieren van cluster 4 daalde het ooitgebruik van ecstasy tussen 2008 (8,9%) en 2019 (6,3%) licht, maar dit verschil was niet significant.  Het percentage scholieren van het praktijkonderwijs dat ervaring had met ecstasy bleef tussen 2008 (1,8%) en 2019 (1,6%) ongeveer gelijk. Cluster 3 scholen werden voor het eerst in 2019 onderzocht. Daarom zijn er geen trendgegevens voor deze groep beschikbaar.

Voor ecstasy is er sprake van een (niet significante) stijging in het gebruik van de afgelopen maand voor het praktijkonderwijs (van 0.7% naar 1.6%) en cluster 4-onderwijs (van 2.2% naar 3.0%).

Meer meisjes dan jongens in cluster 4 hebben ooit ecstasy gebruikt

Meisjes in cluster 4 hadden meer ervaring met ecstasy dan jongens. Twee keer zoveel meisjes (10%) als jongens (5%) in cluster 4 hadden in 2019 ooit ecstasy gebruikt. In andere onderzoeken onder jongeren ligt het gebruik van ecstasy, en andere drugs, vrijwel altijd hoger onder mannen. Er is geen verklaring bekend voor dit verschil.

In het praktijkonderwijs en het vmbo-b hadden jongens iets vaker dan meisjes ecstasy gebruikt, maar de verschillen waren kleiner en niet significant. Het gebruik van ecstasy was onder cluster 3 scholieren zo laag, dat er niet gekeken is naar verschillen tussen jongens en meisjes.

Jongeren met een westerse migratieachtergrond lijken meer ervaring te hebben met harddrugs dan jongeren met een Nederlandse achtergrond

Over het algemeen hebben jongeren met een westerse migratieachtergrond meer ervaring met harddrugs dan jongeren met een Nederlandse achtergrond of niet-westerse migratieachtergrond. Dit geldt voor alle schooltypen. Voor ecstasy zien we dit patroon ook terug, maar de verschillen zijn niet significant.

In cluster 3 is het verschil tussen groepen met een verschillende herkomst niet onderzocht.

Hoeveel jongeren in de Justitiële Jeugdinrichtingen gebruiken ecstasy?

Meer jongeren in JJI gebruiken ecstasy dan studenten van het mbo/hbo

In 2022 had één op de drie jongeren in de Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) (35%) ooit ecstasy gebruikt en bijna één op de tien (9%) deed dit in de laatste maand ​[4]​. Het gebruik van ecstasy was onder jongeren in de JJI duidelijk hoger dan onder studenten van het mbo/hbo (ooitgebruik: 35% vs. 7% en laatste-maand-gebruik: 9% vs. 3%).

De meeste jongeren die ecstasy in de laatste maand gebruikten, deden dit één keer.

Gebruik van ecstasy onder jongeren in de JJI lijkt toegenomen

Het gebruik van ecstasy ooit in het leven onder jongeren in de JJI nam tussen 2009 en 2022 toe van 15% naar 35%. Deze verschillen zijn niet getoetst op significantie. Daarnaast komen de gegevens uit verschillende studies waardoor alleen voorzichtige conclusies getrokken kunnen worden uit deze vergelijking.

De helft van de ecstasy-gebruikende jongeren deed dit wel eens binnen de inrichting

Van de jongeren in de JJI die vaker dan één keer in hun leven ecstasy hebben gebruikt (n = 28), gaf de helft aan dit wel eens binnen de inrichting te doen. Daarnaast hadden negen op de tien jongeren (89%) die ecstasy vaker dan één keer hebben gebruikt, dit al eens gedaan voordat zij in de inrichting kwamen. Ook geeft driekwart van deze groep aan (76%, n = 19) dat zij minder zijn gaan gebruiken sinds ze in de inrichting zijn geplaatst.

Hoeveel jongeren in de residentiële jeugdzorg gebruiken ecstasy?

Bijna één op de drie jongeren in de RJZ gebruikte ooit ecstasy

In 2020 had 30% van alle jongeren (leeftijd 12 t/m 25) verblijvend in de residentiële jeugdzorg (RJZ) ervaring met ecstasygebruik: 18% van de 12-15-jarigen, 34% van de 16-17-jarigen en 35% van de 18-plussers ​[5]​. Bijna 9% gebruikte in de laatste maand: 3% van de 12- t/m 15-jarigen, 14% van de 16- t/m 17-jarigen en 5% van de 18-plussers. 

Jongeren in de RJZ (12 t/m 15 jaar) hadden aanzienlijk vaker ooit ecstasy gebruikt (18%) dan hun leeftijdsgenoten in het reguliere voortgezet onderwijs (1%). De verschillen in het gebruik van ecstasy in de laatste maand waren veel kleiner (3% voor jongeren in de RJZ, 1% voor scholieren op het regulier onderwijs. Deze vergelijking is alleen gemaakt voor de 12- t/m 15-jarigen omdat de groep 16- t/m 17-jarige scholieren uit het landelijk scholierenonderzoek niet representatief is voor de algemene populatie (een deel van hen is al van school/naar andere opleidingen).

Recent gebruik van ecstasy gestegen onder 16-17-jarige jongeren in de RJZ

Het percentage jongeren van 16 t/m 17 jaar in de RJZ dat in de laatste maand ecstasy heeft gebruikt was in 2020 (14%) significant hoger dan in 2008 (4%). Het gebruik van ecstasy (zowel ooit als in de laatste maand) voor de jongeren in de RJZ tussen de 12 en 15 jaar oud is niet significant veranderd tussen 2008 en 2020.

Hoe ziet het ecstasygebruik in groepen risicojongeren eruit?

Wie vallen er onder groepen risicojongeren?

Een groep risicojongeren is volgens de Antenne Regiomonitor een jongeren- en/of vriendengroep waarbij er al sprake is van middelengebruik en minimaal één van de volgende drie problemen speelt:

  • Problematisch of overmatig drugsgebruik;
  • Meervoudige problematiek in de omgeving van de jongeren (bijvoorbeeld binnen de familie, schoolsituatie of vriendengroep);
  • Overlast of criminaliteit.

De problemen hoeven niet bij alle jongeren in de jongerengroep voor te komen. Deze jongerengroepen worden soms ook wel aangeduid als ‘kansarme jeugd’, ‘probleemjeugd’ of ‘hangjeugd’ ​[6]​.

Ecstasygebruik komt meestal in kleine subgroepen van groepen risicojongeren voor

Ecstasygebruik kwam in een groot aantal onderzochte groepen risicojongeren voor, maar het aandeel gebruikers binnen de groepen wisselde sterk. In bijna driekwart van de groepen (22 van de 29) werd ecstasy gebruikt. Meestal gaat het om relatief kleine subgroepen van gebruikende groepsleden. In vijf groepen gebruikte meer dan de helft van de groepsleden. In twee groepen daarvan ging het om de grote meerderheid tot iedereen. Ecstasy is na alcohol, nicotine, cannabis en lachgas het meest gebruikte middel in groepen risicojongeren.

Ecstasygebruik bleef in de meeste groepen risicojongeren stabiel

In de meeste groepen (17 van de 22) zagen professionals dat het gebruik van ecstasy in het laatste jaar stabiel is gebleven. In drie groepen werd een toename van ecstasygebruik gezien. In twee groepen werd een afname gezien.

Ecstasygebruik komt in alle regio’s voor, maar lijkt minder populair onder jongeren van niet-westerse herkomst

Ecstasygebruik onder groepen risicojongeren kwam in alle regio’s van Nederland voor. De groepen waarin geen ecstasy gebruikt werd bestonden veelal uit jongeren van niet-westerse herkomst uit steden in West en Zuid-Nederland. Onder hen heeft dit middel volgens jongerenwerkers vaak een slecht imago vanwege de “harddrug status”.

Ecstasy wordt vooral gebruikt op evenementen verbonden aan de elektronische muziekscene

Net als in de algemene bevolking lijkt het gebruik van ecstasygebruik onder groepen risicojongeren sterk verbonden aan de elektronische muziekscene. Jongerenwerkers gaven aan dat de jongeren vooral ecstasy gebruikten op evenementen zoals festivals, clubavonden en (dance)feesten, maar ook bijvoorbeeld in het bos, op verjaardagen en huisfeestjes.

Frequentie van ecstasygebruik onder onderzochte risicojongeren wisselt

De frequentie waarin gebruikt wordt wisselde per jongerengroep. Soms ging het om wekelijks gebruik, soms om een paar keer per jaar. De ondervraagde jongerenwerkers maakten zich niet direct zorgen om het ecstasygebruik onder de groepen waar zij zicht op hebben, en zien dit meer als experimenteergedrag. Eén jongerenwerker gaf aan zich zorgen te maken om de hoge doseringen die jongeren nemen.

Jongeren in praktijk- en speciaal onderwijs

Het EXPLORE-onderzoek is een landelijk onderzoek naar het middelengebruik onder jongeren in verschillende kwetsbare groepen. In 2019 werd in EXPLORE met een vragenlijst het middelengebruik in het praktijkonderwijs en in cluster 3 en cluster 4 van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) onderzocht ​[2,3]​. De gegevens van cluster 3 zijn vanwege het lagere niveau van de scholieren op een andere manier onderzocht dan in cluster 4 en het praktijkonderwijs. Dit bemoeilijkt een directe vergelijking. Cluster 4 en het praktijkonderwijs worden daarnaast vergeleken met het vmbo-b. Ook hier geldt dat het om andere onderzoeken gaat. De cijfers geven daarom alleen een indicatie van de verschillen tussen de groepen. Dit geldt ook voor de vergelijkingen met het reguliere onderwijs in de andere EXPLORE onderzoeken.

Jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI)

In 2022 werd in EXPLORE met een vragenlijst het middelengebruik onder jongeren die in een instelling voor jeugddetentie (Justitiële Jeugdinrichting, JJI) verblijven onderzocht ​[4]​. Aan het onderzoek deden alleen jongens mee omdat de groep meisjes in de JJI klein is. Onderzoekers konden daardoor de privacy van de meisjes onvoldoende beschermen. Om de cijfers in perspectief te plaatsen is een vergelijking gemaakt met het gebruik onder studenten van het mbo/hbo. Deze vergelijking moet voorzichtig worden geïnterpreteerd omdat de onderzoeken niet op dezelfde manier zijn uitgevoerd en de studenten gemiddeld iets jonger zijn.

Jongeren in de jeugdzorg

In 2020 werd in EXPLORE het middelengebruik van jongeren in de residentiële jeugdzorg (RJZ) onderzocht ​[5]​. Het middelengebruik werd gemeten met een vragenlijst. Om de cijfers in perspectief te plaatsen is een vergelijking gemaakt met het gebruik onder leerlingen  van het regulier voortgezet onderwijs. Deze vergelijking moet voorzichtig worden geïnterpreteerd omdat de onderzoeken niet op dezelfde manier zijn uitgevoerd en de leerlingen gemiddeld iets jonger zijn.

Groepen risicojongeren

De Antenne Regiomonitor onderzoekt het middelengebruik onder groepen risicojongeren in verschillende regio’s in Nederland. Dit gebeurt door middel van interviews met jongeren- en straathoekwerkers. Daarmee is de Antenne Regiomonitor een kwalitatief onderzoek. Het gaat hier dus niet om het gebruik van individuele jongeren, maar over de inschatting van de jongerenwerkers over het gebruik binnen de groep. Dat is anders dan bij de andere op deze pagina beschreven onderzoeken, waarbij het middelengebruik bij de jongeren zelf is gemeten met vragenlijsten. Vijf jongeren- en straathoekwerkers die meededen aan dit onderzoek gaven aanvullende informatie over het ecstasygebruik in de jongerengroepen.

De Antenne Regiomonitor ziet groepen risicojongeren als vrienden- of hanggroepen bij wie er al sprake is van middelengebruik en die bij jongerenwerkers in beeld zijn. Binnen deze groepen speelt minstens één van de volgende problemen: Er moet sprake zijn van óf problematisch drugsgebruik; óf meervoudige problematiek in de omgeving van de jongeren (bijvoorbeeld binnen de familie, schoolsituatie of vriendengroep); óf overlast en criminaliteit.

De Antenne Regiomonitor heeft een paar beperkingen. De onderzochte jongerengroepen vormen geen representatieve steekproef voor alle jongerengroepen in de regio. Ook zijn er soms sterke verschillen tussen en binnen de jongerengroepen. Tenslotte onderzoekt de Antenne Regiomonitor bij verschillende metingen andere groepen. Dit maakt dat generalisaties of directe vergelijkingen met andere groepen of eerdere metingen niet goed mogelijk zijn. Een sterk punt van de Antenne Regiomonitor is dat dit onderzoek jongeren in risicogroepen bereikt. Andere onderzoeken bereiken deze jongeren vaak niet.

De laatste meting van de Antenne Regiomonitor was in 2023 ​[6]​. Hierin beschreven jongerenwerkers in totaal 29 groepen risicojongeren uit verschillende regio’s in Nederland. Het aantal jongeren in een groep varieerde van 10 tot 350 personen (meerderheid leeftijd 16 t/m 28 jaar). Gemiddeld zaten er ongeveer 20 jongeren in een jongerengroep.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Möhle M, Spronk D, Bilderbeek B, van Iperen P. Tool Middelenpreventie voor kwetsbare groepen [Internet]. Trimbos-instituut; 2024. Available from: https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2024/03/AF2161-factsheet-middelenpreventie-voor-kwetsbare-groepen.pdf
  2. 2.
    Rombouts M, Scheffers-van Schayck T, Van Dorsselaer S, Kleinjan M, Onrust S, Monshouwer K. Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en andere middelen in het praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs: Resultaten van het EXPLORE-onderzoek 2019. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
  3. 3.
    Rombouts M, Visser D, Onrust S, Tuithof M, Scheffers-van Schayk T, Simon J, et al. Preventie en gebruik van tabak, alcohol, cannabis en andere middelen onder jongeren met een licht verstandelijke beperking in het cluster 3-onderwijs: Kerngegevens uit het EXPLORE-onderzoek 2019. Trimbos-instituut; 2020.
  4. 4.
    Möhle M, Rombouts M, Van Gelder N, Monshouwer K. Preventie en gebruik van alcohol, tabak, cannabis en andere middelen in de Justitiële Jeugdinrichtingen: Het EXPLORE-onderzoek 2022. Utrecht: Trimbos-insituut; 2022.
  5. 5.
    Möhle M, Van Gelder N, Rombouts M, Scheffers-van Schayck T, Monshouwer K. Preventie en gebruik van alcohol, tabak, cannabis en andere middelen in de residentiële jeugdzorg: Kerngegevens uit het EXPLORE-onderzoek. Utrecht: Trimbos-instituut; 2021.
  6. 6.
    Nabben T, Boekholt M, Benschop A. Antenne Nederland: Regiomonitor drugs en risicojongeren 2022-2023. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; 2024 p. 126.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.