HomeTabak12.2.4 Elektronische sigaret, verhitte tabak en meeroken

12.2.4 Elektronische sigaret, verhitte tabak en meeroken

Snel naar:

Deze paragraaf beschrijft kerncijfers over het gebruik van tabak in de bevolking van 18 jaar en ouder op basis van de Gezondheidsenquête, jaarlijks uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het RIVM en het Trimbos-instituut ​[1]​. Aanvullende gegevens zijn afkomstig uit de tweejaarlijkse Aanvullende Module Middelen van de Leefstijlmonitor (LSM-A) 2020 (zie bijlage A1 en A2). Daar waar resultaten zijn opgenomen uit de LSM-A, wordt dit apart vermeld.

Elektronische sigaret en verhitte tabak

In 2021 gebruikte 1,4% van de volwassenen de e-sigaret, 0,8% deed dat elke dag en 0,6% wel eens maar niet elke dag (zie onderstaande tabel). Rokers gebruikten ook vaker wel eens een e-sigaret (4,4%), vergeleken met ex-rokers (1,1%) en nooit-rokers (0,3%). Verhitte tabak werd gebruikt door 0,4% van de volwassenen.

Tabel 12.2.6         Percentage gebruikers van de e-sigaret in de bevolking van 18 jaar en ouder naar geslacht. Peiljaar 2021

                             

Meeroken

Een niet-roker is een regelmatige meeroker, als hij of zij minstens één keer per week binnen een huis of gebouw wordt blootgesteld aan de tabaksrook van een ander. In 2021 werd 8,7% van de niet-rokers van 18 jaar en ouder binnen een huis of gebouw regelmatig blootgesteld aan de tabaksrook van een ander. Voor 5,6% was dat minstens één keer per week, maar niet iedere dag, 1,9% werd elke dag minder dan één uur blootgesteld en 1,2% elke dag één uur of meer. Het binnen meeroken door niet-rokers kwam vaker voor bij mannen (9,9%), 18-24-jarigen (19,7%), middelbaar opgeleiden (10,1%), en niet-rokers met een niet-Westerse migratieachtergrond (14,1%).

Tabel 12.2.7         Percentage niet-rokende volwassenen van 18 jaar en ouder dat regelmatig (minstens één keer per week) binnen een gebouw of huis meerookt naar geslacht. Peiljaar 2021

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.