HomeCocaïne4.3.5 Kwetsbare groepen jongeren en jongvolwassenen

4.3.5 Kwetsbare groepen jongeren en jongvolwassenen

Hoeveel jongeren uit kwetsbare groepen gebruiken cocaïne?

In het kort: Jongeren uit sommige kwetsbare groepen hebben meer ervaring met het gebruik van cocaïne dan jongeren uit het regulier onderwijs. Vooral in de residentiële jeugdzorg (RJZ) en in Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) is het gebruik van cocaïne ooit in het leven hoger dan bij leeftijdsgenoten in het reguliere onderwijs. Onder groepen risicojongeren komt het gebruik van cocaïne geregeld voor, maar meestal gaat het om een relatief klein aandeel van de groepsleden.

Snel naar:
Scholieren van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
Jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen
Jongeren in de residentiële jeugdzorg
Groepen risicojongeren

Wat verstaan we onder kwetsbare groepen jongeren?

Op deze pagina bespreken we een aantal onderzoeken over het middelengebruik binnen ‘kwetsbare groepen jongeren’. Wij gebruiken de term ‘kwetsbare groepen jongeren’ om aan te duiden dat het hier gaat om groepen jongeren die een grotere kans hebben op problemen met en door middelengebruik ​[1]​. Dit komt door een opeenstapeling van verschillende risicofactoren binnen deze groepen. Omgevingsfactoren spelen hierbij de belangrijkste rol, vaak in wisselwerking met persoonlijke risicofactoren. Het kan bijvoorbeeld gaan om problemen in de gezinssituatie, schoolgerelateerde problemen of gedragsproblemen. Jongeren in de jeugdzorg, in jeugddetentie of in het voorgezet speciaal onderwijs (vso) zijn voorbeelden van groepen waarin vaak zo’n opeenstapeling van risicofactoren speelt.

Hoeveel scholieren in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs gebruiken cocaïne?

Geen significant verschil in cocaïnegebruik tussen cluster 4, praktijkonderwijs of vmbo-b

Hoewel onder scholieren in cluster 4 de hoogste percentages in gebruik van cocaïne voorkwamen, zijn de verschillen met de andere schooltypes niet significant. In 2019 had 4,2% van de cluster 4 scholieren ooit cocaïne gebruikt, 1,8% deed dit in de laatste maand ​[2]​. In het praktijkonderwijs was dat respectievelijk 2,3% en 1,1%. In het VMBO-b liggen deze percentages op 1,5% en 0,7%.

Cocaïnegebruik is niet onderzocht onder scholieren in het cluster 3 onderwijs.

Cocaïnegebruik onder cluster 4 en praktijkonderwijs scholieren ongeveer stabiel gebleven tussen 2008 en 2019

Tussen 2008 en 2019 is het gebruik van cocaïne ooit in het leven gelijk gebleven in het praktijkonderwijs. In het cluster 4-onderwijs is een niet-significante daling te zien in deze periode (van 5,6% naar 4,2%).

Voor het gebruik in de laatste maand was er sprake van een stijging in het praktijkonderwijs, van 0,3% in 2008 naar 1,1% in 2019. Het gebruik in de laatste maand onder cluster 4 scholieren bleef ongeveer gelijk.

Ter vergelijking, op het vmbo-b bleef het gebruik van cocaïne ongeveer gelijk tussen 2007 en 2019, zowel in de laatste maand als ooit.

Meisjes in cluster 4 lijken meer ervaring te hebben met harddrugs dan jongens

Meisjes in het cluster 4 onderwijs hebben meer ervaring met het gebruik van cocaïne (6,3%) dan jongens (3,7%), maar dit verschil is niet significant. Over het algemeen lijken meisjes in cluster 4 meer ervaring te hebben met harddrugs, maar deze verschillen zijn alleen voor ecstasy en gebruik van enige harddrug significant.

In het praktijkonderwijs hebben jongens en meisjes ongeveer even vaak ooit en in de laatste maand cocaïne gebruikt.  Onder vmbo-b scholieren hebben jongens vaker ooit en in de laatste maand cocaïne gebruikt, maar deze verschillen zijn klein en niet significant.

Jongeren met een westerse migratieachtergrond lijken meer ervaring te hebben met harddrugs dan jongeren met een Nederlandse achtergrond

Over het algemeen hebben jongeren met een westerse migratieachtergrond meer ervaring met harddrugs dan jongeren met een Nederlandse achtergrond of niet-westerse migratieachtergrond. Dit geldt voor alle schooltypen. Voor cocaïne zien we dit patroon ook terug, maar de verschillen zijn niet significant.

Hoeveel jongeren in de Justitiële Jeugdinrichtingen gebruiken cocaïne?

Eén op de vijf jongeren in de Justitiële Jeugdinrichtingen heeft ooit cocaïne gebruikt

In 2022 had 21% van de jongeren die verblijven in Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) ooit cocaïne gebruikt, 2% deed dit in de afgelopen maand ​[3]​.

Vergeleken met leeftijdsgenoten op het mbo/hbo hebben jongeren in de JJI aanzienlijk vaker ervaring met cocaïnegebruik (JJI: 21%; mbo/hbo: 3%). Het gebruik in de laatste maand is voor beide groepen relatief laag (JJI: 2%; mbo/hbo: 1%).  

Gebruik van cocaïne onder jongeren in de JJI lijkt licht toegenomen

Het gebruik van cocaïne ooit in het leven onder jongeren in de JJI nam tussen 2009 en 2022 toe van 17% naar 21%. Deze verschillen zijn niet getoetst op significantie. Daarnaast komen de gegevens uit verschillende studies waardoor alleen voorzichtige conclusies getrokken kunnen worden uit deze vergelijking.

Gebruik van cocaïne komt binnen instellingsmuren weinig voor

Aan de jongeren die vaker dan één keer in hun leven cocaïne gebruikten (n = 14) is gevraagd of ze dit wel eens in de inrichting hebben gebruikt. Drie van hen gaven aan dat ze dit wel eens hebben gedaan. Daarnaast hadden de meeste jongeren die cocaïne gebruikte, dit al eens gedaan voordat zij in de inrichting kwamen. Ook gaven zij allemaal aan dat zij minder zijn gaan gebruiken sinds ze in de inrichting zijn geplaatst.

Hoeveel jongeren in de residentiële jeugdzorg gebruiken cocaïne?

Eén op de zeven jongeren in de residentiële jeugdzorg heeft ooit cocaïne gebruikt

Eén op de zeven jongeren (leeftijd: 12 t/m 25) in de residentiële jeugdzorg (RJZ) had in 2020 ooit cocaïne gebruikt (14%) ​[4]​. Een veel kleiner aandeel (1,1%) van de jongeren in de RJZ deed dit in de laatste maand.

Jongeren in de RJZ (12 t/m 15 jaar) hadden vaker ooit cocaïne gebruikt (8%) dan hun leeftijdsgenoten in het reguliere voortgezet onderwijs (1%). Er was geen verschil in de percentages scholieren die in het laatste maand cocaïne hebben gebruikt (1% voor beiden).  Deze vergelijking is alleen gemaakt voor de 12- t/m 15-jarigen omdat de groep 16- t/m 17-jarige scholieren uit het landelijk scholierenonderzoek niet representatief is voor de algemene populatie (een deel van hen is al van school/naar andere opleidingen).

Cocaïnegebruik onder jongeren in de RJZ niet significant gedaald

Het percentage jongeren dat ooit in het leven cocaïne heeft gebruikt was in 2020 (12-15-jarigen: 8%, 16-17-jarigen: 15%) lager dan in 2008 (12-15-jarigen: 14%, 16-17-jarigen: 21%), maar dit verschil is niet significant.

Hoe ziet het cocaïnegebruik in groepen risicojongeren eruit?

Wie vallen er onder groepen risicojongeren?

Een groep risicojongeren is volgens de Antenne Regiomonitor een jongeren- en/of vriendengroep waarbij er al sprake is van middelengebruik en minimaal één van de volgende drie problemen speelt:

  • Problematisch of overmatig drugsgebruik;
  • Meervoudige problematiek in de omgeving van de jongeren (bijvoorbeeld binnen de familie, schoolsituatie of vriendengroep);
  • Overlast of criminaliteit.

De problemen hoeven niet bij alle jongeren in de jongerengroep voor te komen. Deze jongerengroepen worden soms ook wel aangeduid als ‘kansarme jeugd’, ‘probleemjeugd’ of ‘hangjeugd’ ​[5]​.

Cocaïne wordt in de helft van de groepen risicojongeren gebruikt, maar het aandeel gebruikende jongeren wisselt

Het gebruik van cocaïne kwam in ruim de helft van de groepen risicojongeren (17 van de 29) voor. Het aandeel groepsleden dat gebruikt wisselt. Meestal ging het om een enkeling of kleinere subgroepjes. Bij twee jongerengroepen gebruikte meer dan de helft van de groepsleden cocaïne, waarbij in één groep de overgrote meerderheid.

Cocaïnegebruik nam toe of bleef stabiel in de meeste groepen risicojongeren

Jongerenwerkers gaven aan dat zij in ongeveer de helft (8 van de 17) groepen een toename in cocaïnegebruik zagen in het afgelopen jaar. In acht andere groepen bleef het gebruik stabiel. In één groep was er sprake van een afname.

Gebruik van cocaïne komt in veel verschillende contexten voor

Cocaïne werd volgens de jongerenwerkers door risicojongeren in veel verschillende settings gebruikt. Bijvoorbeeld in de horeca, in de auto, op straat, met vrienden of soms solistisch. Dit is anders dan bij bijvoorbeeld ecstasy, dat vooral op evenementen en feesten wordt gebruikt. Combinatiegebruik met alcohol kwam volgens jongerenwerkers ook regelmatig voor.

Het gebruik van cocaïne kwam voor onder risicojongeren in steden en dorpen door heel Nederland. Volgens jongerenwerkers geldt cocaïne voor sommige groepen als een statussymbool, omdat het duur is en wordt gelinkt aan succes en macht.

Cocaïne wordt vooral in het weekend gebruikt, problematisch gebruik is beperkt

Volgens de jongerenwerkers gaat het onder groepen risicojongeren bij cocaïnegebruik meestal om weekendgebruik. De jongerenwerkers gaven aan dat gebruik wisselt tussen de risicojongeren van af-en-toe tot gewoontegebruik. Problematisch gebruik werd vooral gezien op individueel niveau. 

Basecoke (crack) gebruik komt vooral voor in groepen met complexe en meervoudige problematiek

Basecoke (crack) werd in ongeveer één op de vijf (6 van de 29) groepen risicojongeren gebruikt. In de meeste groepen gaat het hier om een enkeling. In één groep gebruikte een kleine subgroep (tussen de 11% en 25%) van de groepsleden. Ten opzichte van de vorige meting in 2020 zien de jongerenwerkers in 2022-2023 dat er in meer jongerengroepen basecoke wordt gebruikt. De groepen waarin gebruik van basecoke voorkomt bestaan vaak uit gemarginaliseerde jongeren met complexe multiproblematiek.

Aanvullende informatie

Bronnen

  1. 1.
    Möhle M, Spronk D, Bilderbeek B, van Iperen P. Tool Middelenpreventie voor kwetsbare groepen [Internet]. Trimbos-instituut; 2024. Available from: https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2024/03/AF2161-factsheet-middelenpreventie-voor-kwetsbare-groepen.pdf
  2. 2.
    Rombouts M, Scheffers-van Schayck T, Van Dorsselaer S, Kleinjan M, Onrust S, Monshouwer K. Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en andere middelen in het praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs: Resultaten van het EXPLORE-onderzoek 2019. Utrecht: Trimbos-instituut; 2020.
  3. 3.
    Möhle M, Rombouts M, Van Gelder N, Monshouwer K. Preventie en gebruik van alcohol, tabak, cannabis en andere middelen in de Justitiële Jeugdinrichtingen: Het EXPLORE-onderzoek 2022. Utrecht: Trimbos-insituut; 2022.
  4. 4.
    Möhle M, van Gelder N, Rombouts M, Schayck TS van, Monshouwer K. Preventie en gebruik van alcohol, tabak, cannabis en andere middelen in de residentiële jeugdzorg: Kerngegevens uit het EXPLORE-onderzoek. Trimbos-insituut; 2021.
  5. 5.
    Nabben T, Boekholt M, Benschop A. Antenne Nederland: Regiomonitor drugs en risicojongeren 2022-2023. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; 2024 p. 126.
  6. 6.
    Rombouts M, Visser D, Onrust S, Tuithof M, Scheffers-van Schayk T, Simon J, et al. Preventie en gebruik van tabak, alcohol, cannabis en andere middelen onder jongeren met een licht verstandelijke beperking in het cluster 3-onderwijs: Kerngegevens uit het EXPLORE-onderzoek 2019. Trimbos-instituut; 2020.

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2024. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.