HomeCocaïne4.2.2 Gebruik onder groepen in de volwassen bevolking

4.2.2 Gebruik onder groepen in de volwassen bevolking

In het kort: Cocaïnegebruik komt vaker voor onder mannen, jongvolwassenen, hoog- en middelbaar opgeleiden en volwassenen met een westerse migratieachtergrond. Het laatste-jaar-gebruik lijkt onder mannen en onder mensen met een niet-westerse migratieachtergrond gestegen.

Snel naar:

Deze paragraaf beschrijft kerncijfers over het gebruik van cocaïne in de bevolking van 18 jaar en ouder op basis van de Gezondheidsenquête, jaarlijks uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het RIVM en het Trimbos-instituut. Aanvullende gegevens zijn afkomstig uit de tweejaarlijkse Aanvullende Module Middelen van de Leefstijlmonitor (LSM-A) 2020 (zie bijlage A1 en A2). Daar waar resultaten zijn opgenomen uit de LSM-A, wordt dit apart vermeld.

De coronapandemie heeft mogelijk invloed gehad op het cocaïnegebruik in de algemene bevolking. Op basis van de cijfers uit de Gezondheidsenquête kunnen hierover echter geen uitspraken worden gedaan. De gegevens die worden gepresenteerd zijn namelijk door het hele jaar 2021 verzameld. Omdat vaak terug wordt gevraagd naar een periode van één jaar voor het afnemen van de vragenlijst (laatste-jaar-gebruik), hebben de cijfers deels betrekking op het gedrag van de deelnemers in het jaar 2020. Meer informatie over de impact van de coronapandemie op het gebruik van cocaïne is te vinden in § 4.1.2.

De cijfers over het gebruik van cocaïne kunnen worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, migratieachtergrond en stedelijkheid. Het aantal laatste-maand-gebruikers van cocaïne is in de steekproef van de Gezondheidsenquête te laag om nader uit te splitsen naar deze demografische kenmerken. Onderstaande tekst heeft daarom alleen betrekking op het gebruik ooit in het leven en in het laatste jaar.

Geslacht

Cocaïnegebruik onder mensen van 18 jaar en ouder kwam in 2021 ongeveer 2 keer zo vaak voor onder mannen dan onder vrouwen. Ten opzichte van 2020 is laatste-jaar-gebruik van cocaïne in 2021 onder mannen gestegen van 2,1% naar 2,8% en is daarmee weer op hetzelfde niveau als in 2019 (2,8%).

Tabel 4.2.x Gebruik van cocaïne in de bevolking van 18 jaar en ouder, naar geslacht.

Leeftijd

Het gebruik van cocaïne komt het meest voor onder jongvolwassenen (zie onderstaande figuur).

  • De gemiddelde leeftijd van de laatste-jaar-gebruikers van cocaïne was 31,6 jaar in 2021.
  • In 2021 was het laatste-jaar-gebruik onder twintigers het hoogst: in de leeftijdsgroep 25-29 jaar heeft 6,9% in het laatste jaar gebruikt en in de leeftijdsgroep 20-24 jaar was dat 5,5%. Het laatste-jaar-gebruik van cocaïne is onder alle leeftijdsgroepen sinds 2015 over het algemeen redelijk stabiel gebleven, met uitzondering van de leeftijdsgroepen 20-29 jaar en 50-64 jaar, waar het laatste-jaar-gebruik tussen 2015 en 2021 zonder eenduidige richting schommelde.
  • In de aanvullende LSM-A middelen werd aan cocaïnegebruikers gevraagd op welke leeftijd zij dit middel voor het eerst namen. De gemiddelde startleeftijd van alle gebruikers was 22,5 jaar in 2020, dit ligt iets hoger dan voor onder andere ecstasy en cannabis. De helft van de volwassen Nederlanders die in 2020 in het afgelopen jaar cocaïne gebruikte, gebruikte dit middel op de leeftijd van 20 tot 24 jaar voor het eerst. Een kwart van de gebruikers was jonger toen ze voor het eerst gebruikten en een kwart was ouder.

Figuur 4.2.2           Cocaïnegebruik in de bevolking van 18 jaar en ouder, naar leeftijdsgroep.

Opleidingsniveau

Cocaïnegebruik kwam in 2021 meer voor onder hoog- en middelbaaropgeleiden dan onder laagopgeleiden (zie onderstaande tabel). Onder hoogopgeleiden lag het laatste-jaar-gebruik bijna 5 keer hoger dan onder laagopgeleiden: 3,4% van de WO opgeleiden heeft het laatste jaar gebruikt, vergeleken met 0,7% van de laagopgeleiden (basisonderwijs, LBO, MAVO, VMBO, MBO niveau 1). Het ooitgebruik lag onder de hoogopgeleiden 2,1 maal hoger (8,5%) dan onder de laagopgeleiden (4,0%). Vergeleken met 2020 is het gebruik in 2021 alleen onder hoogopgeleiden toegenomen (van 2,3% naar 3,4%).

Tabel 4.2.2            Gebruik van cocaïne in de bevolking van 18 jaar en ouder naar opleidingsniveau.

Migratieachtergrond

In 2021 lag het laatste-jaar-gebruik van cocaïne onder volwassenen zonder migratieachtergrond (2,0%) op hetzelfde niveau als volwassenen met een westerse (1,5%) of een niet-westerse migratieachtergrond (2,5%). Het ooitgebruik van cocaïne was in 2021 het hoogst onder volwassenen met een westerse migratieachtergrond (zie onderstaande tabel). Onder volwassenen met een niet-westerse migratieachtergrond is het laatste-jaar-gebruik tussen 2020 en 2021 gestegen.

Tabel 4.2.3             Gebruik van cocaïne in de bevolking van 18 jaar en ouder naar migratieachtergrondI.

Stedelijkheid

Cocaïnegebruik kwam in 2021 het meest voor in (zeer) sterk stedelijke gebieden (zie onderstaande tabel). Mensen die in deze gebieden wonen, hebben ongeveer twee keer zo vaak ervaring met cocaïnegebruik als mensen in minder stedelijke gebieden: 8,6% vergeleken met 3,8%. Het gebruik in het laatste jaar ligt 3,5 keer hoger onder mensen die in (zeer) sterk stedelijke gebieden wonen dan onder mensen die in matig stedelijke gebieden wonen (2,8% versus 0,8%). Het gebruik van cocaïne naar stedelijkheid is onder alle groepen sinds 2015 stabiel.

Tabel 4.2.4            Gebruik van cocaïne in de bevolking van 18 jaar en ouder naar stedelijkheidI.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Nationale Drug Monitor, editie 2023. . . Geraadpleegd op: . Trimbos-instituut, Utrecht & WODC, Den Haag.